Collegedictaat van de hoorcollege's voor het vak 'Opvoeden 4-12 jaar' van het boek Ontwikkelingspsychologie van R. S. Feldman, Als opvoeden niet vanzelf gaat van L. van Hoof en M. de Vries en Ontwikkelingpsychopathologie van J. Rigter en M. van Hintum. Informatie is gelijk aan de informatie uit de ...
Kenmerkende aspecten van de taalontwikkeling zijn:
Taal is een systematisch, betekenisvolle ordering van symbolen die basis is voor de
communicatie. Het is ook een middel om na te denken over mensen en objecten en je
gedachten kenbaar te maken.
Fonologie en morfologie is de klanken en klankcombinaties onderscheiden en klanken
samenvoegen tot betekenisvolle combinaties. Klanken worden eerder onderscheiden dan
uitgesproken.
Semantiek is de betekenis van woorden en zinnen; de symboolfunctie van taal.
Syntaxis is het combineren van woorden tot zinnen.
Grammatica is de set van regels hoe je je gedachten via taal moet uitdrukken.
Pragmatiek is regels van het taalgebruik vanuit diens sociale context.
Theorieën van de taalontwikkeling zijn:
Leertheorie is kinderen leren onder invloed van de omgeving.
Nativistische benadering is een kwestie van aanleg.
Interactionele benadering is een combinatie van beiden.
In de jaren 60 is de leerpsychologie, de leertheorie, ontwikkeld. De taal is een kwestie van
het belonen op taalgebruik van het kind, waarbij het kind ook de taal van de ander imiteert.
Echter was deze theorie onbevredigend, want ouders beloonde het kind ook als het fout
taalgebruik was.
De nativistische benadering zou bij mensen genetisch bepaald zijn, aangeboren
taalverwervingsmechanisme dat de ontwikkeling van taal aanstuurt. Dit aangeboren
vermogen leidt ertoe dat kinderen taalstructuren snel begrijpen en ook zelf leren hanteren.
Taalontwikkeling gebeurt vanzelf als juiste condities hiervoor maar aanwezig zijn. Er was
echter wel kritiek, is taal inderdaad aangeboren of kunnen alleen mensen over taal
beschikken?
Een conclusie hiervan is dat de leertheorie verklaart waarom kinderen de taal leren waarmee
ze opgroeien en hoe ze nieuwe woorden toevoegen aan hun woordenschat en de
nativisitische beandering verklaart waarom de taalontwikkeling bij peuters zo snel kan
plaatsvinden en ze grammatica vanzelf leren beheersen. Interactionele benadering is een
combinatie van deze twee.
Taalontwikkeling in de prelinguale periode is de periode voordat er sprake is van echte taal.
Vanaf 2 uur na de geboorte van het kind is er spraakperceptie, er wordt onderscheidt
gemaakt tussen spraak en niet-spraak, er is onderscheidt tussen de stem van moeder en de
stem van anderen, er is onderscheidt gemaakt tussen moedertaal en niet-moedertaal, alle
kinderen vocaliseren dezelfde combinaties, vanaf ongeveer 4 tot 6 maanden gaan kinderen
brabbelen en vanaf ongeveer 10 tot 12 maanden gaat het keer quasi-woorden en gebarentaal
gebruiken.
In de vroeglinguale periode worden de eerste woorden gezegd rond 12 á 13 maanden,
tweewoordzinnen tussen 18 en 24 maanden, de eerste zinnen in telegramstijl tussen 18 en
27 maanden en er wordt gebruik gemaakt van over- en onderextentie.
, Vanaf de peuter- en kleutertijd is er sprake van de differentiatiefase. Vanaf het einde van het
tweede levensjaar tot aan 5 á 6 jaar is er toename van woordenschat, zo’n 10 woorden per
dag, syntaxis, rond de drie jaar zijn er duizenden combinaties van woorden in zinnen, en
grammatica, het hanteren van de juiste regels voor bijvoorbeeld enkelvoud en meervoud.
Het schoolkind heeft een ontwikkeling syntaxis, dit is toepassing van verbuigings- en
vervoegingsprincipes en oer regularisatie door grammaticale regel consequent toe te passen,
waardoor het kind nog geen besef heeft van de uitzonderingen, ontwikkeling pragmatisch
aspect is werken meer met verschil in intonatie en beter leren luisteren naar inhoud van wat
de ander zegt, de schoolperiode is een uitbereiding van de woordenschat, taalbegrip en
cognitieve ontwikkeling en metalinguïstisch bewustzijn door de taal gebaseerd op regels en
afspraken en spelen ermee en snappen dat het soms niet aan hen ligt als ze iets niet
begrijpen.
De relatie van taal en denken; eerst ontwikkelt het denken zich, daarna de taal, kinderen
laten zich in de waarneming leiden door wat ze zien (centrisme), het Driebergen experiment
laat zien dat kinderen egocentrisme hebben, kinderen kunnen zich niet in de positie van
anderen verplaatsen. Egocentrisch taalgebruik is het verschijnsel dat kinderen tijdens het
spelen de neiging hebben tegen zichzelf te praten op een voor anderen onbegrijpelijke
manier en kleuters en peuters denken niet na over het effect van hun taal op andere
kinderen. Het kindbeeld ontwikkelt zich bij ieder kind individueel naar sociaal.
Het ontstaan van de relatie tussen taal, waarnemen en handelen gebeurt wanneer het kind
zijn waarneming ondergeschikt maakt aan het wijzende en talige gebaar van de ander en
wanneer het kind zich in gedrag laat leiden door de ander.
Denken is eerst diffuus en algemeen en wordt met het begin van de taalontwikkeling steeds
gedifferentieerder.
Interiorisatie is wat eerst uitwendig was wordt langzamerhand inwendig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannevdbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.