Samenvatting verbintenissenrecht & ondernemingsrecht H1 t/m 12 en H16 t/m 23 van het boek van Mr. G.W. de Ruiter en Mr. Westra(zevende druk). Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Recht, A-cluster.
Eigenrichting: voor eigenrechter spreken, dat is niet toegestaan, want dat is de taak van de overheid.
Rechtsbronnen:
- De wet: wordt gemaakt door regering en Staten-Generaal.
o Regering: koning en ministers
o Staten- Generaal: Tweede en eerste kamer.
o Wet in materiële zin: de wet geldt dan voor iedereen.
o Wet in formele zin: als de wet is gemaakt door de regering en Staten-Generaal.
o Burgerlijk wetboek: BW(burgerwetboek) at 1(boek): 233 (artikelnummer)
- Jurisprudentie: uitspraken van rechters.
o Hoge raad, uitspraak: arrest
o Gerechtshof, uitspraak: arrest
o Rechtbank, uitspraak: vonnis
- Verdrag: internationale overeenkomst tussen landen. (gaat voor nationale wet)
o Self executing: bepaling wordt rechtstreeks ingevoerd.
- Gewoonte recht: ongeschreven recht, fatsoensregels.
Recht:
- Privaatrecht: regels tussen burgers
- Publiekrecht: regels tussen de overheid en burgers, waarbij de overheid macht heeft.
- Objectief: Het geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels.
- Subjectief: Een individueel recht dat je in het concrete geval aan objectieve rechtsregels
ontleent.
- Dwingend recht: Rechten die het wetboek tegenspreken en die dus niet geldig zijn.
- Aanvullend recht: bepalingen die de overeenkomst aanvullen.
- Formeel recht geeft regels over de wijze waarop het materieel recht kan worden
afgedwongen.
- Met materieel recht wordt bedoeld dat deel van het recht waarin de rechten en plichten
inhoudelijk zijn geregeld.
Hoofdstuk 2
Uit een overeenkomst ontstaan verbintenissen (=verplichtingen volgens de wet).
Een overeenkomst is een afspraak tussen 2 personen, die alleen tussen die personen gelden. Dit
noemen we relatieve rechten (persoonlijke, individuele rechten). Als je wilt dat de afspraken voor
iedereen geldt, dan moet je dit vastleggen in een notariële akte. Dan ontstaat er een absoluut recht.
Een rechtsfeit is een feit dat relevant is voor het recht. Aan rechtsfeiten verbindt het recht een
rechtsgevolg.
, - Als het rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor een menselijke handelen van de
betrokkene zelf nodig is, spreek je van blootrechtsfeit.
- Feitelijke handeling is een menselijke handeling die niet gericht is geweest op het
intreden van een bepaald rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat.
- Een rechtshandeling is een handeling die juist wel gericht is geweest op het intreden van
een bepaald rechtsgevolg.
Eenzijdige: komt tot stand door 1 persoon
Meerzijdige: komt tot stand door twee of meer personen.
Hoofdstuk 3
Overeenkomst is tussen 2 personen.
Wilsovereenstemming: de overeenkomst is gesloten als je het met elkaar eens bent.
- Ontstaan: door een aanbod en aanvaarding.
Een mondeling aanbod moet je direct aanvaarden, anders is de overeenkomst vervallen.
Een schriftelijk aanbod moet binnen een redelijk termijn aanvaardt worden.
- Wederkerige overeenkomst: als voor beide partijen over en weer verbintenissen ontstaan
(koopovereenkomst).
- Eenzijdige overeenkomst: als voor een van beide partijen 1 of meer verbintenissen ontstaan
(schenkingsovereenkomst).
Vergissing in het aanbod, wat dan?
Bv. Prijs is 1000 euro maar moet 10000 euro zijn.
Als iemand zich vergist in het aanbod, dan ontstaat er geen overeenkomst, tenzij de
ander in alle redelijkheid geen twijfel had over de prijs.
Dit noem je ook wel vertrouwensleer en dat houdt dus in wanneer er geen twijfel is,
moet er geleverd worden.
Onherroepelijk aanbod: kun je niet intrekken zolang het aanbod geldt. (periode)
Herroepelijk aanbod: kun je nog intrekken zolang het nog niet is aanvaard.
Vrijblijvend aanbod: hierbij kan het aanbod nog worden ingetrokken direct na de aanvaarding.
(direct reageren, anders is het over)
Aanbod
Aanbod van bedrijven Aanbod van particulieren
Echt aanbod Adverteren van een particulier is geen aanbod
(uitnodigt tot…)
Geeft een voorstel om een overeenkomst te sluiten onvoldoende duidelijkheid voer de belangrijkste
verplichtingen, dan is geen sprake van een aanbod, maar van een uitnodiging tot het doen van een
aanbod. Dit wordt ook wel omschreven als een uitnodiging om in onderhandeling te treden.
Personeelsadvertentie is een uitnodiging om te reageren. De sollicitant is de aanbieder en het bedrijf
kan vervolgens aanvaarden.
Hoofdstuk 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loes301. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.