100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Management en Organisatie $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Management en Organisatie

2 reviews
 169 views  21 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uit het boek 'een praktijkgerichte benadering van organisatie en management' auteur: Jos Marcus, Nick van Dam. 8e druk. Een uitgebreide samenvatting waarbij per hoofdstuk gedetailleerd op de stof wordt ingegaan en op belangrijke begrippen aan bod komen.

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h6, h7
  • January 11, 2018
  • 40
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: brameppenga • 4 year ago

review-writer-avatar

By: maickelvlegels • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting Management en Organisatie
Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam

Hoofdstuk 1: Denken over organisatie en management

1.1 introductie

Organisatiekunde: een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van
gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties
het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.

Organisatiekunde omvat 2 aspecten van het vakgebied:
1 descriptief aspect: dit is een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de motieven en
gevolgen.
2 prescriptief aspect: dit is een advies over te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen.

Interdisciplinariteit: dit houdt in dat de verschillende bijdragen uit de verschillende wetenschappen
naar hun specifieke belang worden afgewogen en worden gebruikt voor de ontwikkeling van een
nieuwe benadering, waarbij het onderwerp in zijn totaliteit wordt aanschouwd.

Multidisciplinair: organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit andere
wetenschappen, zoals bedrijfseconomie, marketing, technische wetenschappen,
gedragswetenschappen en de juridische wetenschap.

Besturing: het richting geven aan de processen die in een organisatie plaatsvinden.

Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin de besturing slaagt.

1.2 ontstaan van het vakgebied

Bedrijfsorganisatie: de oude benaming van organisatiekunde.

1.3 ontwikkeling van handel en ontstaan van multinationale ondernemingen

Ondernemingen zijn vaak gebouwd op basis van handelsrelaties tussen verschillende
(grensoverschrijdende) stammen of regio’s

‘de zijderoute’ : één van de oudste handelsroutes die was opgericht 2. v.Chr. verbond Europa, het
Midden-Oosten, Azië en hierdoor de grote Romeinse en Chinese beschavingen.

Internationale handelsbedrijven of ook wel multinationals zijn enorm gegroeid vroeger door:
- technologische ontwikkelingen: afstand werd steeds korter
- optimaliseren van communicatie tussen mensen op verschillende locaties (telefoon, satelliet,
internet)
- ondernemingen kunnen snel inspelen op mondiale ontwikkelingen door zich te vestigen over
de hele wereld

multinational: een onderneming die internationaal werkt

,1.4 denkrichtingen en persoonlijkheden

Personen uit het verleden zijn belangrijk omdat zij vaak theorieën hebben bedacht die tot op de dag
van vandaag nog steeds (deels) terugkomen in een vorm van organisatiekunde.

Denkrichting: een bepaalde stroming, hoe iemand tegen iets aankijkt.

1.5 periode voor de industriële revolutie (400 v. Chr. – 1900 na Chr. )

De oude Grieken: Socrates en Plato

Tot 2de helft 18e eeuw overheerste het mercantilisme: deze stroming gelooft dat alleen bezit aan geld
en goud kan zorgen voor welvaart.

Adam Smith kwam in 1776 met een boek waarin hij omschreef dat productieve arbeid ook een bron
is van welvaart > hiermee wees hij het mercantilisme van de hand.

In de 18e eeuw begon de industriële revolutie met uitvindingen als de stoommachine en het gebruik
van steenkool als brandstof. Hierdoor begon werd massaproductie mogelijk en gingen mensen
werken in grote fabrieken i.p.v. kleine werkplaatsen op het platteland.

Er kwam behoefte aan een meer gestructureerde en systematische aanpak voor de grote bedrijven.

1.6 Frederick Taylor en het scientific management (1900)

Frederick Taylor ontwikkelde een theorie die we scientific management noemen, enkele
hoogtepunten daarvan zijn:
1. wetenschappelijke analyses van werkzaamheden en het uitvoeren van bewegingsstudies.
2. Gedetailleerde taakverdeling en training voor de arbeiders.
3. Een hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. Leiders zijn verantwoordelijk voor analyseren en zoeken naar werkmethoden.
5. De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.
6. Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.

Achtbazenstelsel: een arbeidsverdeling van de leiding van productieafdeling of werkplaats over acht
functies, die elk door een aparte functionaris uitgevoerd moesten worden:
1. Tijd en kosten
2. Werkinstructies
3. Bewerkingen en hun volgorde
4. Werkvoorbereiding en uitgifte
5. Onderhoud
6. Kwaliteitscontrole
7. Technische leiding
8. Personeelsbeheer

,1.7 Henry Fayol en de general management-theorie (1900)

Henry Fayol bedacht de General Managementtheorie: een samenhangend stelsel van opvattingen
over de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden. Het zijn algemene
principes die overal gelden waar mensen samenwerken.

General managementtheorie was bedoeld als onderwijsmodel, hij onderscheidde 6 onafhankelijke
managementgebieden:
1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Zelfbeschermend (hieronder verstaat hij veiligheid van mensen en eigendommen)
5. Boekhouding
6. Besturing

Besturing zorgt voor samenhang tussen de managementgebieden en bestaat uit 5 taken:
1. Plannen en vooruitzien: het opstellen van een actieplan voor de toekomst.
2. Organiseren: de opbouw van de organisatie met mensen en middelen.
3. Bevel voeren: ervoor zorgen dat mensen aan het werk blijven.
4. Coördineren: het onderlinge afstemmen van de activiteiten.
5. Controleren: erop toezien dat de resultaten in overeenstemming met het plan zijn.

Eenheid van commando: iedere werknemer heeft slechts één (directe) baas boven zich.

1.8 Max Weber en de theorie van de bureaucratie (1920)

Max Weber stelde de ideale bureaucratie op: een organisatievorm die volgens hem het meest
doelmatig is. Het is een beschrijving van een organisatie maar kan ook worden gebruikt als
denkmodel dat behulpzaam is bij de besturing van organisaties.

1.9 Elton Mayo en de Human Relations-beweging (1945)

Elton Mayo ontwikkelde de Human Relations-beweging: beweging gaat ervan uit dat gelukkige,
tevreden mensen veelal een maximale arbeidsprestatie leveren. De bedrijfsleiding moet zorgen voor
goede intermenselijke verhoudingen met betrekking tot groepen, voldoende aandacht besteden aan
de groepen en individuen, waardering laten blijken, voldoende eigen verantwoordelijkheid en vrijheid
geven aan individuen.

Objectieve factoren: geld, veel taken toebehoort krijgen, een hoge functie aannemen.
Subjectieve factoren: aandacht, zekerheid, bij een groep horen en waardering.

Samenwerking: staat centraal in de Human Relations beweging. Menselijke factoren kunnen van
belang zijn voor de effectiviteit.

1.10 Rensis Likert en het Revisionisme (1950)

Warren G. Bennis ontwikkelde het Revisionisme: een stroming waarbij de nadruk ligt op de noodzaak
van een revisie van de uitgangspunten van de HR-beweging.

, Rensis Likert ontwikkelde de ‘linking pin’-structuur: de organisatie bestaat uit elkaar overlappende
groepen, waarbij de leider van de groep ook lid is van een hogere groep. Hij dient de groep te leiden,
maar ook te zorgen voor communicatie met de hogere groep.

Abraham Maslow ontwikkelde de behoeftehiërarchie (piramide van Maslow): stroming die
onderscheidt 5 niveaus van behoeften, naar de bevrediging waarvan elk mens volgens hem streeft.
Zodra een lager niveau is bevredigd is het streven gericht naar een hoger niveau.

De 5 niveaus op volgorde:
1. Fysiologische behoeften (eten, drinken, slapen, seks)
2. Behoefte aan zekerheid en veiligheid (bescherming, stabiliteit, regelmaat)
3. Behoefte aan acceptatie (vriendschap, erbij horen)
4. Behoefte aan erkenning (prestige, succes)
5. Behoefte aan zelfontplooiing (dragen van verantwoordelijkheid, ontwikkelingskansen,
creativiteit enz. )

Frederick Herzberg ontwikkelde een theorie over gedrag van mensen in organisaties:
‘Satisfiers’ of motivatoren: factoren die leiden tot werktevredenheid, werkintrinsieke factoren. denk
hierbij aan erkenning of zelfontwikkeling.
‘dissatisfiers’ of hygiënefactoren: factoren die leiden tot werkontevredenheid. Werkextrinsieke
factoren. Denk hierbij aan werkomstandigheden of salaris.

1.11 Kenneth Boulding en de systeembenadering (1950)

Kenneth Boulding ontwikkelde de systeembenadering: een benadering waarbij organisaties worden
gezien als een systeem, dat wil zeggen een geheel van samenhangende delen. Alle activiteiten in
organisaties hangen volgens deze benadering nauw met elkaar samen. De systeembenadering stelt
dat het management organisatieproblemen integraal dient aan te pakken.

1.12 Paul Lawrence en Jay Lorsch en de contingentiebenadering (1965)

Paul Lawrence en Jay Lorsch ontwikkelde de contingentiebenadering: ‘bepaaldheid door situatie’ de
keuze voor het toepassen van een managementtechniek, die voortkomt uit een organisatiekundige
theorie, hangt sterk af van de omstandigheden waarin de organisatie zich bevindt. Het is de kunst om
te ontdekken in welke omstandigheden welke techniek het beste kan worden toegepast.

Het draait om de relatie van de organisatie met haar omgeving, het management wordt uitgedaagd
constant omgevingsrelaties te onderzoeken en per situatie te zoeken naar de best passende keuzes in
strategie, organisatiestructuur enz.

1.13 recente organisatietheorieën (1980+)

Philip Crosby ontwikkelde de totale kwaliteits-managementtheorie: werkt volgens het ‘zero
defects’-concept, men moet er in organisaties naar streven geen fouten in processen te maken. De
organisatie gaat enorm vooruit wanneer deze kwaliteitszorg op nummer één zetten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rachelva. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  21x  sold
  • (2)
  Add to cart