Deze samenvatting is van vorig jaar 22-23 en ik had dit vak in de eerste periode. Ik werk graag met kleurtjes want ik zo kan ik het best leren. Als je dit ook vele gemakkelijker vindt, zal deze samenvatting je zeker helpen!
Wat is een verbintenis?
→ rechtsverhouding waar de ene partij een prestatie verschuldigd is aan de andere partij
vorderingsrechten = ene persoon maakt aanspraak op een ander persoon → verbintenis
M.a.w: het is een juridische verplichting van persoon A tegenover persoon B
=> het is een juridische verplichting omdat er gevolgen aan zijn gekoppeld, juridische
gevolgen. er hangen sancties aan vast zoals dat je naar de rechter kan gaan.
een afspraak tussen twee of meer personen/ een band tussen twee mensen
bij zowel natuurlijke als rechtspersonen
Persoon A (SA) heeft een verbintenis op persoon B (SE) en persoon B heeft vorderingsrecht
(iets dat B mag eisen) op Persoon A. = ze moeten beide iets doen voor elkaar.
Voorbeelden:
De juridische verplichting om iets te geven = geld te geven
Casus:
Jonge vandalen (twee 15 en 13 jarige) hebben een autowrak in brand gestoken.
Vraag: Wie betaalt de kosten?
1. niemand, het is een minderjarige
2. de ouders van de minderjarige
3. alleen de minderjarige
4. de ouders én de dader
Motivering: het gaat hier over een buitencontractuele aansprakelijkheid; onrechtmatige
daad 1382 oud BW
Wie aansprakelijk is hangt af van de leeftijd, als de minderjarige een leeftijd heeft van 0-7
jaar is hij niet aansprakelijk (het kind weet nog niet wat goed en slecht is)
Als het kind 7+ jaar is wordt hij/zij zelf aansprakelijk. De kinderen kunnen de schade
(misschien) betalen door een erfenis dat ze hebben gekregen, zo niet dan moeten de ouders
de schade betalen.
Aansprakelijk → verantwoordelijk zijn, je gaat schade moeten vergoeden.
Vermogens des onderscheid → bepaalde leeftijd waar je aansprakelijk bent.
,Situering in het recht
Privaatrecht → horizontale relatie = tussen de burgers onderling
(dit is verbintenissenrecht!)
Binnen het privaatrecht maken we gebruik van de rechtstak burgerlijk recht
Publiekrecht → verticale relatie = tussen de overheid en burger
(overheid is dominant)
Meeste regels in het verbintenissenrecht zijn van het aanvullend recht + overheid heeft er
geen actieve rol.
Vindplaats van het verbintenissenrecht in de Belgische wetgeving
Continuïteit = gedurende 200 jaar (sinds 1804) maakte ze gebruik van 1 wetboek → het BW
sommige regels zijn vandaag niet meer van toepassing
Nu zitten de regels in het nieuw BW => boek 5
Evolutie = trucjes die gebruikt worden om het wetboek beter te begrijpen zoals:
● Invulling open begrippen = wanneer een artikel vaag was moest je die invullen
naar woorden die we de dag van vandaag gebruiken.
Bv: Art. 2 oud BW ‘Aan de wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen, kan
door bijzondere overeenkomsten geen afbreuk worden gedaan’
→ artikel is vaag door de woorden ‘goede zeden’, dit kan ingevuld worden door een taal dat
nu meer gebruikt wordt.
● Belang van rechtspraak en rechtsleer = ?
Art. 1384, vierde lid oud BW: ‘De onderwijzers en de ambachtslieden, (zijn aansprakelijk)
voor de schade door hun leerlingen en leerjongens veroorzaakt gedurende de tijd dat deze
onder hun toezicht staan.’
→ Leerkrachten zijn aansprakelijk voor de leerlingen waar ze toezicht op hebben.
● Wetgevende initiatieven = er is veel wetgeving bijgekomen.
Bv 200 jaar geleden was er geen sprake van verzekeringsrecht.
→ boek 5 = modernisering van oud BW
→ codificatie = wetsvoorstel is wet geworden
, ● Regionalisering = federaal is regionaal geworden.
Zoals het Vlaams Woninghuur Decreet
● Europees recht = verbintenissenrecht is ook aangepast in consumentenrichtlijnen →
ingrediëntenlijst
Verhouding boek 5
Inwerkingtreding: 1 januari 2023
Overgangsbepaling: bepalingen van boek 5 van het Bw zijn van toepassingen op alle
rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van
deze wet.
Rechtsfiten/Rechtshandeling of feit na 1 januari 2023 = boek 5 BW toepassen
→ tenzij verbintenis ontstaan is voor 1 januari 2023
Rechtsfeiten/Rechtshandeling of feit vóór 1 januari 2023 = oud BW toepassen
→ ook toekomstige gevolgen van deze rechtshandelingen- of feiten
→ tenzij contractueel bepaald is om toch boek 5 BW toe te passen
!Op het examen gaan ze ervan uit dat je altijd het BW moet gaan gebruiken en niet het oud
BW!
Het begrip verbintenis
Art. 5.1 BW: ‘Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een
schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
● Een verbintenis creëert een rechtsband tussen personen
In een rechtsband heeft de schuldeiser een vorderingsrecht tegenover de schuldenaar
(= mag een prestatie eisen, mag aanspraak maken op,..)
& een schuldenaar heeft een verbintenis of schuld tegenover de schuldeiser.
, (= gehouden zijn tot..)
→ Een verbintenis mag je in rechte opeisen
Je hebt een schuldeiser (crediteur) en een schuldenaar (debiteur) → tussen die twee is er
een rechtsband
Verbintenissenrecht = vorderingsrecht = patrimoniale rechten
- band tussen personen
→ je kan iets eisen van een bepaalde persoon
- relatieve werking (geen volgrecht) → aanspraak hebben op een ander persoon = je
kan bv alleen het geld dat je hebt uitgeleend halen bij de persoon bij wie je hebt
geleend, niet de familieleden of vrienden van die persoon.
- open systeem
→ tussen twee mensen kan je allerlei verschillende afspraken maken en er creatief
mee zijn.
Zakelijke rechten = geen verbintenissenrecht = goederenrecht (eigendomsrecht,
erfdienstbaarheid en vruchtgebruik)
- recht op goed
→ je hebt aanspraak op een goed = erga omnes, je kan je afdwingen ten opzichte van
Casus 1:
Alex is eigenaar van een wagen. Vorig jaar heeft hij uitdrukkelijk aan Soraya beloofd dat
- als hij zijn wagen ooit verkoopt - Soraya als eerste de wagen mag kopen. Wanneer Soraya
een tijd later contact opneemt met Alex, bekent hij dat hij de wagen ondertussen niet meer
heeft. Hij verkocht deze aan Svitlana.
Vraag: Kan soraya iets ondernemen tegen Alex of Svitlana?
1. Soraya kan de auto opeisen van Svitlana, want zij had als eerste een recht op die
auto.
2. Soraya kan niet doen: Alex had het recht om die wagen te verkopen aan Svitlana.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inestayane. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.47. You're not tied to anything after your purchase.