Samenvatting bacteriologie en serologie (DEEL 3: virussen)
10 views 1 purchase
Course
Bacteriologie en serologie
Institution
Artesis Hogeschool Antwerpen (Artesis)
Volledige samenvatting van het deel virussen behorende bij het vak bacteriologie en serologie gegeven in het 3de jaar.
De samenvatting is opgesteld aan de hand van notities tijdens de les en de powerpointslides.
Bacteriologie en serologie – DEEL 3
BEHANDELINGEN niet te kennen!!
INLEIDING
EIGENSCHAPPEN VAN VIRUSSEN:
Virus is een duizendste van een bacterie.
Virus is niet zichtbaar onder een lichtmicroscoop (te klein), maar de schade kan wel gezien worden
onder de microscoop. Om het virus op zich te bekijken heb je een elektronenmicroscoop.
Virussen zijn obligaat (verplicht) intracellulair, kunnen zelf geen eiwitten maken, dus moeten de
ribosomen gebruiken van de cellen waar ze in zitten. Hebben ribosomen van LEVENDE gastheercellen
nodig.
Bij virussen bestaat het genetisch materiaal maar uit 1 type nucleïnezuur: OFWEL DNA ofwel RNA.
BOUW VAN VIRUSSEN:
Bestaat uit RNA of DNA en daarrond zit een eiwitmantel (capside), sommige virussen hebben rond
die capside lipoproteïnen (envelop) en hebben ze gepikt van de gastheercellen.
Die virussen hebben dat gepikt uit de celmembraan van de gastheercel. Dus die envelop is een soort
celmembraan rond de capside.
Geen envelop: naakte virussen
Wel envelop: enveloppe virussen
Je moet niet weten welk virus een enveloppe virus is en welk een naakt virus. Je moet ze niet kunnen
opdelen in die groepen.
Welk van de twee soorten groepen virussen zijn het meest weerstandig aan ontsmetting/
omgevingsfactoren?
Virussen met een envelop zijn makkelijker behandelbaar en gaan ook makkelijker dood bij contact
buiten de cel.
Structuur van de eiwitten aan de buitenkant van de virus zegt iets over hoe sterk dat virus is.
VIRUSCLASSIFICATIE:
1. Op basis van envelop
2. Op basis van capside (hoe is de eiwitmantel gerangschikt?)
3. Op basis van genoom
Lijst niet te kennen van welk virussen behoren tot DNA-virussen en welke behoren tot RNA-
virussen!
VIRALE REPLICATIECYCLUS:
Hoe gaat een virus zich vermenigvuldigen? En hoe gaan we beletten dat die virussen zich niet verder
kunnen vermenigvuldigen en schade verroken?
1. Adsorptie van het virus aan de celmembraan.
Door binding aan cellulaire receptoren aanwezig op de gastheercellen. Met spike aanwezig
op het virus gaan die die receptoren aanwezig op de celmembraan van de gastheercellen
herkennen.
, 2. Virus dringt binnen in de cel
Een enveloppe virus gaat versmelten met het celmembraan van de gastheercel.
Een naaktvirus wordt opeens omringt door de celmembraan van de gastheercel waardoor die
ook zo binnen geraakt in de gastheercel.
Het binnendringen van de cel gaat ook vaak gepaard met receptoren!!
HIV heeft meerdere receptoren nodig om binnen te kunnen dringen in de gastheercel. Er zijn
bevolkingsgroepen die niet besmet kunnen geraken met HIV. Omdat receptor op de
gastheercel niet overeenkomt met de spike op HIV kan die niet binnendringen dus persoon
kan niet besmet worden met HIV.
Bij HIV zijn er drie soorten receptoren nodig zijn vooraleer het virus kan binnendringen.
Wanneer een receptor ontbreekt of gemuteerd is kan HIV die gastheercel niet meer of
moeilijk binnendringen en kan zo ook geen schade meer verroken.
3. Ontmanteling van het eiwitkapsel en nucleïnezeuur komt vrij (zodanig die met de ribosomen
kunnen gaan vermenigvuldigen)
Capsidemantel wordt kapot gemaakt door een pH verandering en komen de virale
nucleïnezuren vrij.
4. Synthese van <vroege> eiwitten
5. Replicatie van het nucleïnezuur
6. Synthese van <late> eiwitten
7. Assemblage van virionen (nucleïnezuur wordt omhuld met capside)
Nucleïnezuren worden terug omhuld door capside.
8. Vrijkomen van virionen uit de cel
- Budding – virus zal omgeven zijn door envelop (lipoproteïnen)
- Cytolyse – gastheercel ontploft waardoor virionen vrijkomen
Mogelijke aangrijpingspunten van anti-virale middelen: (GAAT HIJ WSS NIET VRAGEN)
- Binnendringen van het virus gaan belemmeren (door receptoren te gaan blokkeren)
- Replicatie van virale nucleïnzuren (belet dat er nieuwe nucleïnzuren worden gerepliceerd)
- Synthese van virale eiwitten (aanmaak van eiwitten beperkt is om onder controle – minder
schade van weefsels)
- Assemblage van virussen (belemmert dat er geen nieuwe capside wordt gemaakt rond virus,
virus overleeft zonder capside niet buiten de gastheercel)
- Vrijzetting van nieuwe virionen
,Laboratoriumdiagnostiek:
1. Rechtstreeks diagnose
= aantonen van het virus zelf
- Elektronenmicroscoop (heeft max een vergroting van 1000-1500x)
Virus is niet zichtbaar onder gewone microscoop, maar de gastheercel die geïnfecteerd is
zal veranderen van morfologie waardoor virale infectie aantoonbaar kan zijn. Cellijnen
wordt kapot gemaakt door het virus en die kapotte cellijnen kunnen wel zichtbaar worden
onder de gewone microscoop.
VOORDELEN: detecteert alle virussen, lage werkingskosten
NADELEN: lage gevoeligheid, ervaring vereist, hoge investeringskost
Wordt niet gebruikt in routine-labo
- Virusisolatie door kweek
Obligaat intracellulair en hebben levende cellen nodig om te overleven. Hiervoor wordt
gebruik gemaakt van proefdieren, bebroede kippeneieren, celkweken (=cellijnen,
weefselculturen)
Wat is een celkweek? Wat is een cellijn?
1. Cellijn (zijn meestal van menselijke afkomst, soms dierlijke afkomst)
Men vertrekt altijd van een weefsel, dat weefsel bestaat uit cellen en wordt
behandelt met het enzyme trypsine. Trypsine maakt de weefselstructuren kapot
zodanig we individuele cellen verkrijgen. Afhankelijk van welk weefsel ze
vertrekken hebben we verschillende cellijnen.
Primaire cellijn (vertrekkend van gezond weefsel)
Gezond weefsel stopt met groeien na een tijd.
Diploïde cellijn (vertrekkend van firboblast)
Fibroblasten kan je 20-40 keer opnieuw gebruiken.
Continue cellijn (vertrekkend van kankerweefsel)
Kankercellen gaan continue blijven delen – je kan cellijn daarom maar
even blijven bewaren anders overwoekering
Maar zo’n cellijn kunnen we hergebruiken door een deel weefsel vanuit
de eerste monolayer te halen en opnieuw trypsine aan toevoegen…
Deze kan je blijven gebruiken, is continu
Deze aparte cellen worden in steriele Roux-flessen gebracht. En dan wordt er
voedingsmilieu toegevoegd voor de cellen. Door dat milieu gaan die cellen zich
gaan vermenigvuldigen als je die fles even laat staan (enkele dagen). De cellen
vormen een aaneengesloten laag van cellen = monolayer (cellen niet op elkaar
maar aan elkaar, vormen een soort deken) (Zie foto op telefoon)
NU HEB JE JE VOEDINGSBODEM waarin je het virus kan enten.
, Nu platbodemflesje, met onderaan een stuk plastic waarop de cellijn wordt aangebracht.
Dat plastic wordt de cellijn aangemaakt op zelfde manier als hierboven.
Hoe gaan we een cellijn beënten?
Bacteriën gaan de cellijn ook kapot maken dus cellijn moet bacterievrij zijn! Hoe ga je die
bacterievrij maken? Met een filter of antibiotica
Staal wordt gefilterd met bacteriefilter, dat is een filter met poriën kleiner als 0,45µm
(virussen zijn kleiner dan bacteriën dus een filter nodig waarbij de kleinste bacteriën er
niet doorgaan en de grootste virussen er wel door gaan?)
Een bacteriefilter kan gebruikt worden bij vloeistoffen (zoals urine)
Een bacteriefilter kan NIET gebruikt worden bij vb. stoelgangstaal OPLOSSING: antibiotica
We voegen vervolgens het bewerkte staal toe aan het platbodemflesje waarin op plastic
onderaan cellijn is gevestigd.
Vervolgens wordt de cellijn in platbodemflesje gecentrifugeerd. Dit zorgt ervoor dat
virussen rapper in de cellen worden gebracht. (om vrije virussen in het staal, sneller in de
cellen te duwen met de centrifugatiekracht)
En als laatste wordt die platbodemfles gebracht in de broedstoof op 37°C voor 2 dagen
tot enkele weken kan de cellijn bekeken worden met een omgekeerde lichtmicroscoop.
Als er verschillende cellen kapot zijn door de aanwezige virussen ontstaat er in de
monolayer een gat = cytopathogeen effect (CPE)
Vorm CPE
Tijdstip CPE
Cellijnspecifiteit
= zijn eigenschappen waarmee virussen van elkaar kunnen worden gescheiden.
Bij vermoeden van een bepaald virus kan verdere identificatie uitgevoerd worden zoals
een draagglaasje waarop de cellijn met vermoed virus. Deze wordt gekleurd met anti
stoffen tegen die virussen die fluorescent worden gekleurd.
Deze kan vervolgens bekeken worden onder de fluorescentiemicroscoop.
En als er dan vervolgens fluorescentie is te zien kan je zeggen dat dat bepaalde virus
aanwezig is, maar je moet dus een vermoeden hebben van welk virus aanwezig is.
Ook kan extra informatie van de arts helpen om het virus op te sporen! Als arts vermoed
dat er herpes aanwezig is dan kan je specifiek daarnaar zoeken en moet je niet zoeken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lautjeD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.