Samenvatting studieboek Onderzoeken wie mensen zijn en wat ze kunnen van Miet Craeynest, Pol Craeynest (hoofdstuk 3) - ISBN: 9789464674675 (alles van testen)
Psychodiagnostiek
1. De testbenadering
1.1. Wat is een psychologische test?
Een psychologische test is een beoordelingsprocedure om een psychometrisch onderbouwde maat
te verschaffen van één of meerdere psychologische eigenschappen.
1.1.1. Een test is een beoordelingsprocedure
In kaart brengen van psychologische eigenschappen.
- Wat mensen KUNNEN (prestaties)
- Hoe mensen ZIJN (gedragswijze)
Op zoek naar verschillen daartussen.
- Verschillen tussen mensen: inter-individueel.
Vb. wie is de sterkste sollicitant: X of Y?
- Verschillen binnen eenzelfde persoon: intra-individueel.
Vb. Hoe evolueert X na het volgen van een training, behandeling…?
1.1.2. Een test registreert psychologische eigenschappen
Psychologische eigenschappen:
= kunnen zowel iets zeggen over prestaties (kunnen) als gedragswijze (zijn).
= kunnen stabiel (trekken) of fluctuerend van aard (toestanden) zijn.
= zijn hypothetische constructen, en moeten dus geoperationaliseerd* worden.
Het operationaliseren van psychologische eigenschappen op basis van een test gebeurt als volgt:
1. Gebeurt standaard op een gestructureerde manier.
2. Aan de hand van een meetinstrument (=de test).
3. De eigenschappen worden zichtbaar gemaakt in de vorm van een score.
4. Die scores zijn kwantitatieve gegevens die statistisch worden verwerkt.
5. De kwaliteit van het instrument wordt kwantitatief en op basis van statistiek uitgedrukt.
De PSYCHOMETRIE
= de wetenschappelijke discipline waarbij principes uit de statistiek worden gebruikt om
psychologische eigenschappen te meten.
1
, 1.1.3. Een test levert een psychometrisch onderbouwd meetresultaat op
Een test is opgebouwd rond (in principe) 5 psychometrische kwaliteiten.
De psychometrische kwaliteiten worden beschreven in de testhandleiding.
1.1.3.1. De psychometrische kwaliteiten
Eigen aan de test zelf:
Betrouwbaarheid: hoe standvastig is de meting? (standvastigheid).
Validiteit: meet het instrument wat het beoogt te meten? (geldigheid).
- Zie schietschijfmetafoor.
De validiteit wordt begrensd door de betrouwbaarheid.
Scores die niet betrouwbaar maar wel valide zijn bestaan NIET.
2
, De betrouwbaarheid is een noodzakelijke (maar nog geen voldoende) voorwaarde voor de
validiteit.
Normering: is er een vergelijkingsbasis voor de interpretatie van de scores? (ijking).
Eigen aan het gebruik van de test: (2 zaken die betrekking hebben op hoe je het instrument gebruikt).
Standaardisatie: wat zijn de richtlijnen om de test af te nemen?
Objectiviteit: is het duidelijk hoe je tot de scores kunt komen?
1.1.3.2. Waaruit bestaat een test?
Testitems:
= reeks vragen of opdrachten.
- Die al dan niet gebundeld zijn in subschalen.
Testmateriaal:
- Niet altijd, maar bijvoorbeeld puzzels, blokjes…
Testformulier (ook wel ‘testprotocol’ genoemd)
- Tenzij computergestuurd.
Testhandleiding
- Beschrijving wetenschappelijke achtergrond.
- Er wordt ook iets gezegd over de testconstructie (hoe de items werden geselecteerd of
geconstrueerd.
- De scoringsprocedure (hoe de antwoorden omgezet zullen worden in score of cijfer).
- Duidelijke richtlijnen over de standaardisatie. (waarmee de test moet ingeleid worden en de
conditie waarin hij moet worden afgenomen).
1.1.3.3. Wat staat er in de testhandleiding?
Elke degelijke test beschikt over een testhandleiding.
Een goede testhandleiding bevat alle technische informatie die nodig is voor het correct kunnen:
- Afnemen
- Scoren
- Verwerken
- Interpreteren
Bevat in principe 8 elementen.
3
, 1.1.3.4. De 8 elementen van een testhandleiding
1. Wetenschappelijke achtergrond
- Wetenschappelijke rationale: de achterliggende theorie, het theoretisch model…
2. Testconstructie
- Uit hoeveel items (en eventueel ook subschalen) bestaat de test?
- En wat waren de statische procedures die tot die specifieke items en schalen hebben geleid?
3. Scoringsprocedure (in functie van de objectiviteit)
- Omkering van items (reversed items) of niet?
- Som of gemiddelde per subschaal nemen…?
Illustratie: de SCL-90
Symptom- Checklist (90 items).
- Algemene klachtenlijst
- Bestaat uit 90 (items).
- 8 subschalen
Gevoelens van angst
Depressie
Woede, irritatie
Slaapproblemen…
Gevoelig voor kritiek van anderen…
De scores van elk item worden per subschaal opgeteld, en er is ook een totaalscore.
Enkel test kennen niet de inhoud.
4. Richtlijnen voor de standaardisatie
- Vb. Bourdon-Wiersma (volgehouden aandacht):
‘doorstreep zo snel en zo nauwkeurig mogelijk’.
- Vb. kloktest
‘teken een klok met de cijfers op kwart na 3.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thisbevdv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.