100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Goederenrecht hoorcolleges $9.69   Add to cart

Class notes

Goederenrecht hoorcolleges

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de minicolleges van het vak Goederenrecht (UvA). Verduidelijking van de bijbehorende jurisprudentie.

Preview 4 out of 52  pages

  • November 21, 2023
  • 52
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Arthur salomons
  • All classes
avatar-seller
Goederenrecht hoorcolleges
Week 1 - hoorcollege, donderdag 7 september
Minicollege 1.1 (wat is goederenrecht?)
Goederen bestaan uit;
- Zaken = voor menselijke beheersing, vatbare, stoffelijke objecten
o Art. 3:2 Bw
- Vermogensrechten
o Art. 3:6 Bw
o Vb; pandrecht, hypotheek

Aansprakelijkheidsrecht en contractenrecht = verbintenissenrecht  rechtsbanden
(verbintenissen) tussen twee personen waarbij de één tot een bepaalde prestatie is gericht
en de ander tot de prestatie is gerechtigd.




HR Blaauboer-Berlips  verschil tussen absolute en relatieve rechten
- Twee buren; gebroeders Berlips en meneer Blaauboer
- Absolute rechten; eigendom, hypotheekrecht (+ 6 anderen)
o Deze rechten kun je op iedereen in de wereld uitoefenen.
o Persoonlijke rechten werken jegens partijen, absolute rechten werken jegens
iedereen
- Relatieve rechten


Verschil absolute rechten (goederenrecht) en relatieve rechten (contractenrecht)
- We zijn steeds meer uitzonderingen gaan erkennen
o Er zijn verbintenissen die ook absolute trekjes vertonen
(huurovereenkomsten)


Minicollege 1.2 (eigendom)
Eigendom
- Hoeksteen van goederenrecht

, - Meest controversieel, want heeft direct gevolgen voor de bezitsverhouding in de
samenleving = een politieke kant.
- Eigendom geeft je exclusief gebruiksrecht
- Art. 5:1 lid 1 Bw  ‘Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een
zaak kan hebben.’
o Er is geen ruimer recht dan het eigendomsrecht
o Eigendom bestaat alleen als er zaken (stoffelijke objecten) zijn
o Geschiedenis
 Bewust gekozen om niks over de definitie in algemene zin te plaatsen
 Want er is veel gediscussieerd over de definitie, het is te
politiek controversieel

HR watertoren
- Huiseigenaar ruzie met buren, dus buren pesten door watertoren te plaatsen en op
die manier de zon te ontnemen.
o Mag je als eigenaar van een stuk grond een watertoren neerzetten met als
gevolg dat de buren geen zonlicht krijgen?
- HR oordeel; buurman gaat te ver, maar voor dit oordeel was een truc nodig
o Omdat het watertoren niet in gebruik was, was het duidelijk dat het alleen om
te pesten was
o Tegenwoordig zou dit anders zijn, art. 5:37; hinderverbod.

HR Breda vs Nijs
- Groep krakers die het huis van Nijs in bezit hebben genomen
- Gemeente wilde de krakers wel water, gas en licht geven. Nijs wilde dit niet, want hij
vond dat Breda een inbreuk op zijn eigendomsrecht maakte hiermee.
- HR oordeel; gemeente moet ook rekening houden met de belangen van
omwonenden en krakers. Eigenaar Nijs moest tolereren dat er gebruik werd gemaakt
van zijn eigendom.

Bevoegdheden eigenaar
- Beschikken
o Art. 3:81/83
o Valt uiteen in
 Vervreemden (overdragen)
 Bezwaren
 Vestigen van een beperkt recht (hypotheek of pandrecht)
o Bevoegdheid om te beschikken verlies je als je failliet gaat
- Revindiceren
o Art. 5:2
o ‘Opvorderen’
 Als je eigenaar bent van een zaak en de zaak wordt gestolen dan mag
je de zaak terugnemen.
 A ---- B
 B die vernietigt de titel, dan kan A revindiceren
- Gebruiken
o Art. 5:1 lid 2

, o De eigenaar van een zaak heeft als enige het recht om de zaak te gebruiken
 ‘Met uitsluiting van eenieder’
 = exclusief gebruiksrecht
o Technische term
 Ook verbruiken
 Appels, shampoo etc.

Beperkingen gebruiksrecht
1. Rechten van anderen
a. Huur, vruchtgebruik
2. Wettelijke voorschriften
a. Burenrecht (Titel 4 Boek 5 Bw)
3. Beperkingen uit ongeschreven recht
a. Via onrechtmatige daad (art. 6:162)


Minicollege 1.3 (eigendomsverkrijging door natrekking bij roerende zaken)
Verkrijging
1. Originaire verkrijging
a. Nieuwe recht  voorgeschiedenis irrelevant
i. Vb: verjaring, vinderschap, natrekking
2. Derivatieve verkrijging
a. Recht aan een ander ontleend  voorgeschiedenis werkt door
i. Vb: overdracht, erfopvolging

Originaire verkrijging
- Verschillende vormen
o Verjaring
 Art. 3:99 Bw
 De bezitter te goeder trouw wordt na 3 jaar eigenaar
o Cupatie
 Art. 5:4 Bw
 Als de zaak tot niemand toe behoort, dan kan je eigenaar
worden door hem in bezit te nemen.
o Vinderschap
 Art. 5:5-12 Bw
 Een onbeheerde zaak die is gevonden, wordt na 1 jaar eigenaar.
o Natrekking
 Is er sprake van natrekking?
 Wordt iets bestanddeel?
 Wordt iets een hoofdzaak?

, Natrekking art. 5:14 lid 1 en 2
Twee mogelijkheden:




Art. 14 lid 2

Onderscheid tussen hoofzaken en bestanddelen
- Bestanddelen
o Vb; Schoorsteen van een huis, knoop van een jas
o Art. 3:4
 Twee situaties waarin een bepaalde zaak, bestanddeel kan vormen van
een andere zaak
 1. Wanneer verwijderen tot schade leidt
 Vb; Een gevelsteen die is vastgemetseld aan het
huis, dus moeten we dan spreken van een
(materieel) bestanddeel
 2. Volgens verkeersopvatting
o Verkeersopvattingen die meebrengen dat een bepaald
bestanddeel, deel is van een zaak
 Vb; een sleutel is een bestanddeel van een slot,
zadel is bestanddeel van een fiets
o = ideëel bestanddeel
o Bestanddelen is een onzelfstandig onderdeel van een zaak
 Dus eigenaar van hoofdzaak is automatisch ook eigenaar van de
bestanddelen.
o Bestanddeelvorming is een vorm van eigendomsverkrijging  Natrekking
 Art. 5:14-16 (roerende zaken)
 Art. 5:20 (grond)
 Vb: Het eigendom van het zadel wordt onderdeel van de fiets door
natrekking.
- Hoofdzaak
o Art. 5:14 lid 3
 Volgens verkeersopvatting
 Als wij dat met zn alle vinden
 Grotere waarde dan bestanddeel
 Vb: horloge is hoofdzaak ten opzichte van het horlogebandje
o Uurwerk is duurder dan bandje
o Vermenging
 Art. 5:15

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller innew1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.69  1x  sold
  • (0)
  Add to cart