Sommige krachten werken op afstand, andere krachten werken alleen als er
contact is tussen de 2 voorwerpen. De gevolgen van die krachten zijn ook
zichtbaar. Als er meerdere krachten op een voorwerp werken kijk je naar de
nettokracht. Dat is de som van alle krachten bij elkaar. De nettokracht wordt ook
wel de resulterende kracht genoemd. Als de nettokracht nul is, blijft het
voorwerp stilstaan of beweegt het met constante snelheid.
De nettokracht in horizontale richting kan zorgen voor een versnelling of een
vertraging. Is tijdens het fietsen de nettokracht in horizontale richting nul, dan
blijft je snelheid constant. Deze beweging heet een eenparige beweging. De
krachten zijn dan in evenwicht.
PARAGRAAF 2 SOORTEN KRACHTEN
Een kracht is altijd een wisselwerking tussen twee voorwerpen bijv. de bal en de voet. De snelheid en richting
van de bal hangt af van de eigenschappen van de kracht:
- De grootte
- De richting
- Het aangrijpingspunt
Omdat een kracht een grootte en richting heeft, noem je kracht een vectorgrootheid. Je tekent een kracht als
een pijl. De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan en de richting van de pijl staat voor de richting
van de kracht. Die pijl begint in het aangrijpingspunt van de kracht. Bijvoorbeeld daar waar de voet de bal
raakt. De grootte van de kracht F wordt uitgedrukt in de eenheid Newton (N)
Dus:
- Een kracht is een wisselwerking tussen 2 voorwerpen
- Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt
- De eenheid van een kracht F is newton (N)
- Een kracht wordt getekend als een pijl. De lengte van de pijl geeft via een krachtenschaal de grootte
van de kracht aan.
SOORTEN KRACHTEN
1. Veerkracht
Je trekt aan een elastiek met je spierkracht Fspier het elastiek trekt dan ook aan jou hand, veerkracht Fv.
Hoe verder je een elastiekje of een (metalen) veer uitrekt, des te groter wordt de veerkracht. Als de
spierkracht twee keer zo groot wordt, wordt de veerkracht dat ook, de veerkracht is dus evenredig met
de uitrekking 𝑢.
, 2. Spankracht
Als je aan het wandklimmen of abseilen bent, is het touw ook een beetje uitgerekt en oefent
het touw waaraan je hangt kracht uit op jou die naar boven gericht is, de spankracht Fs. De
spankracht is overal in het touw even groot, omdat elk punt van het touw dezelfde
kracht ondervindt. Hoe groter de massa hoe verder het touw uitrecht en dus hoe groter de
spankracht. Als je stil hangt, is de spankracht in het touw even groot als de zwaartekracht
- De spankracht 𝐹_𝑠 werkt altijd in de richting van het touw, net als de veerkracht van
een elastiekje.
3. Zwaartekracht
Op alle voorwerpen op aarde en in de atmosfeer werkt de zwaartekracht Fz. Het
aangrijpingspunt is het zwaartepunt van het voorwerp. De zwaartekracht is altijd naar
beneden gericht, naar het midden van de aarde. Op elke killogram werkt een zwaartekracht
van 9,8 N. de grootte van de zwaartekracht is dus evenredig met de massa 𝑚.
- De zwaartekracht Fz is evenredig met de massa 𝑚.
4. Gewicht
Het gewicht van een voorwerp is de kracht waarmee het voorwerp op de ondergrond drukt, of
de kracht waarmee het aan een touw hangt, de gewichtskracht. De massa druk je uit in
kilogram en wordt veroorzaakt door de massa van de atomen van het voorwerp. De
gewichtskracht is een contactkracht op de omgeving, bijvoorbeeld het ondersteunende
iooervlak. Als een voorwerp stilstaat of stil hangt is het gewicht even groot als de
zwaartekracht. Valt een voorwerp of tijdens een sprong dan is er wel zwaartekracht, maar
geen gewicht want er is geen ondersteunend oppervlak. Je massa verandert tijdens een sprong
niet.
- het gewicht van een voorwerp is de kracht die het uitoefent op een ondergrond of op een
touw waaraan het voorwerp hangt.
5. Normaalkracht
De kracht van de grond die jou omhooghoudt heet de normaalkracht Fn, Normaal betekent
dat de kracht loodrecht op het oppervlak staat. Als je stilstaat is er evenwicht en is de
zwaartekracht even groot als de normaalkracht. Spring je omhoog, dan zet je je met je
spierkracht af tegen de grond. Tijdens het afzetten is de normaalkracht groter dan de
zwaartekracht. Ben je los van de grond, dan zijn de gewichtskracht en de normaalkracht
allebei nul.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunabussink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.