Een lijst met alle termen uit het boek Taalkunde voor de tweede fase van het vwo. Ze zijn geordend op hoofdstuk. Super handig, want de termen tezamen geven ook weer een soort samenvatting van de stof.
Termenlijst Taalkunde
Taal en communicatie
SIGNAAL – manier om een ander dier een boodschap te geven
PRODUCTIVITEIT – het feit dat woorden met elkaar gecombineerd kunnen worden is een
productief systeem
CULTURELE TRANSMISSE – genetisch van generatie op generatie overdragen
VERPLAATSING – communiceren over dingen die niet nu en niet hier zijn
GEARTICULEERD – Boodschap waarin onderdelen met specifieke waarden te herkennen
zijn / meerdere onderdelen worden gecombineerd
DUBBELE ARTICULATIE – systeem waarin betekenisvolle onderdelen weer zijn opgebouwd uit
betekenisloze onderdelen
FONETIEK – bestuderen van spreken en verstaan
FONOLOGIE – bestuderen van regelmatigheden in klankstructuren
Taalvariatie
DIALECTOLOGIE – studie naar regionale taalverschillen
SOCIOLINGUÏSTIEK – relatie tussen taal en maatschappij
STANDAARDTAAL – taal die door een groot deel van de bevolking wordt gesproken
(STADS)DIALECT – taalgebruik die in een bepaald gebied of gemeenschap voorkomt
ACCENT – verschil van uitspraak ten opzichte van de standaardtaal
TAALATTITUDE - associaties die een taal of dialect opwekt
SOCIOLECT - taalvariëteit onder een bepaalde sociale klasse
IDIOLECT - persoonlijke taalgebruik van een individu
GENDER - biologisch verschil tussen man en vrouw
KLASSE - groep mensen met ongeveer dezelfde opleiding / inkomen
SPREEKSTIJL - manier van spreken binnen een bepaalde situatie
POLDERNEDERLANDS - taalvariëteit die als netjes wordt gezien
DIFTONGEN - tweeklanken
GROEPSTAAL - taal die wordt gesproken door een groep mensen die een eenheid
vormen
JONGERENTAAL - woorden en uitdrukkingen uit de wereld van jongeren
JARGON - taal ontstaan uit behoefte naar identificatie van de groep
PEER GROUP - groep van gelijkgestemden
STRAATTAAL - taal ontstaan tussen meertalige jongeren in grote steden
REGISTER - taalstijl
CODEWISSELING - gebruik van twee talen door elkaar
Taalverwerving
MOEDERTAAL - de taal die je van je ouders hebt geleerd
TAALVERWERVING - de manier waarop kinderen een taal leren
IMITEREN - nadoen van wat wordt voor gedaan
AANGEBOREN TAALVERMOGEN - kinderen halen zelf hun eigen taalregels uit algemene principes
, TAALOMGEVING - taalaanbod dat tot een kind wordt gericht + interactie
POVERTY OF THE STIMULUS - kinderen krijgen te weinig taalaanbod bij enkel het horen van
gesprekken van anderen
COGNITIEF VERMOGEN - het vermogen iets te herkennen
PATROONHERKENNING - woorden leren op basis van regelmatige benoeming
OVERGENERALISATIE - verkeerd / te veel toepassen van de geleerde regels
KRITISCHE PERIODE – periode waarin men het makkelijkst een taal leert
BEHAVIORISME - taal wordt verworven door imitatie
GENERATIEVE TAALKUNDE - taal wordt geleerd door aangeboren taalvermogen
COGNITIEVE TAALKUNDE - taal wordt aangeleerd door combinatie taal aanbod, interactie en
cognitief vermogen.
TAALVERWERVINGSPERIODE - vanaf de geboorte tot het negende levensjaar verwerft het kind
verschillende aspecten van taal
VOORTALIGE PERIODE - vanaf de geboorte tot eerste levensjaar
FONOLOGISCHE VAARDIGHEDEN - klanken uitspreken en verstaan / klankstructuur herkennen
BRABBELFASE - klanken worden gecombineerd
VROEGTALIGE PERIODE – eerste levensjaar tot 2,5 levensjaar
SEMANTISCHE VAARDIGHEDEN - klankreeksen krijgen betekenissen
SYNTACTISCHE VAARDIGHEDEN - woorden worden gecombineerd + toepassing van regels
ÉÉNWOORDFASE - kind praat enkel met één woord
TWEE - EN MEERWOORDFASE - Kind praat met meerdere woorden
TELEGRAMSTIJL - zinnen zijn kort en bevatten geen functiewoorden
DIFFERENTIATIEFASE - 2,5 levensjaar tot 5e jaar
METALINGUÏSTISCH BEWUSTZIJN - nadenken over taal
MORFOLOGISCHE VAARDIGHEDEN -samenstellingen maken en werkwoorden kunnen vervoegen
VOLTOOIINGSFASE - 5e tot 9e levensjaar
PRAGMATISCHE VAARDIGHEDEN - succesvol gesprek kunnen voeren
THEORY OF MIND - informatie aanpassen naar kennis van de luisteraar
COHESIE - samenhang d.m.v. verwijswoorden binnen een tekst
COHERENTIE - samenhang d.m.v. bijwoorden / voegwoorden op inhoud
DEIKTISCHE TERMEN - taalelementen die verwijzen naar personen, zaken of gebeurtenissen
die afhankelijk zijn van het spreekmoment
INTERFERENTIE - niet weten welke woorden en zinsconstructies bij welke taal horen
SIMULTANE TWEETALIGHEID - twee talen geleerd tussen de geboorte en het zesde levensjaar
SUCCESSIEVE TWEETALIGHEID - tussen het derde en tiende levensjaar in aanraking komen met
tweede taal
CODEWISSELING - overschakeling van de ene op de andere taal
Taalverandering
TAALVERANDERING – proces van verandering van taal van vroeger en nu
VARIËTEIT – geheel van eigen kenmerken die een gemeenschappelijke taal heeft
TAALFAMILIE – talen die aan elkaar verwant zijn door dezelfde oorsprong
TAALVERWANTSCHAP – het verband tussen talen uit dezelfde taalfamilie
PROTOTAAL – een taal die is achterhaald door overeenkomsten uit de huidige talen
INDO-EUROPEES – De taalfamilie waar het Nederlands onder valt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller faytje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.