Drie factoren prenatale ontwikkeling:
groei -> toename van cellen en toename van lengte en gewicht. Groei is in grote
mate erfelijk bepaalt en factoren uit omgeving spelen in mindere mate ook een
rol.
Rijping -> heeft te maken met het in staat zijn on nieuwe functies te vervullen en
dit is een lichamelijk of fysiologisch proces. Mate van rijping volstrekt zich
autonoom (kind van 3 maand kan nog niet lopen) en wordt beïnvloed door
erfelijke factoren.
Leren -> de omgeving is bij het leren van grote invloed en erfelijke factoren
spelen ook een rol. Gedrag van de moeder tijdens de zwangerschap is ook van
belang.
Zygote -> bevruchte eicel.
Prenatale fase -> fase waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp
is om geboren te worden, hieronder vallen 3 trimesters:
Eerste trimester (embryonale fase) -> eerst trimester bestaat uit twee periodes
-> Eerste twee weken, hier vindt de innesteling plaats van de eicel in de
baarmoeder, en de daaropvolgende 6 – 10 weken.
-> Periode daaropvolgend van gedurende 6 weken, hierin vindt de ontwikkeling
van het centrale zenuwstelsel, ogen, hart, oren, tanden, gehemelte en de extra
genitaliën plaats.
(zie figuren 1.2 en 1.3)
In de eerste acht weken komen er elke seconde ruim achtduizend hersencellen
bij. Vanaf de derde week van de zwangerschap gaat het brein zich vormen. De
eerste 3 maanden zijn daarom erg belangrijk. Na 12 weken spreek je van een
foetus.
Germinale fase -> eerste 2 weken na bevruchting in deze periode deelt 1 cel zich
tot een aantal biljoen cellen. Direct na de bevruchting versmelten de
chromosomen zich met elkaar, van hieruit ontwikkelt de embryo zich later.
Tweede trimester -> foetus gaat bewegen, loopt van de derde tot zevende
maand. Afzonderlijke bewegingen zijn te onderscheiden vanaf 21 weken. Aan het
eind van de vijfde maand zijn bijna alle hersencellen aangemaakt die het kind na
geboorte nodig heeft.
,Derde trimester -> vindt veel gewichtstoename plaats, foetus neemt een vastere
houding aan omdat beweging moeilijker gaat. Foetus kan in dit stadium prikkels
onderscheiden (licht donker, geluiden, smaken) (Tieleman, 2015).
1.2 de ontwikkeling van de reflexen
Reflexen -> onbewuste en automatische fysiologische reacties op prikkels en
veranderingen in de omgeving.
Kenmerken van reflexen:
-> Reflexen zijn onwillekeurige bewegingen, zijn een reactie op een prikkel en
zijn de eerste bewegingen die een mens kan maken
-> Reflexen geven informatie over het functioneren van het centrale zenuwstelsel.
-> Reflexen worden bestuurd door de hersenstam.
De acht reflexen van de ongeboren mens:
Uterine withdrawal reflex -> terugtrekken van het lichaam bij het knijpen in de
tenen. Ontstaat tussen 5 – 7 weken en verdwijnt rond week 32 voor geboorte
Mororeflex -> komt van Ernst Moro, bij schrikken openen de vingers, armen en
benen. Onstaat tussen 9 en 12 weken voor geboorte en verdwijnt 3-4 maand na
geboorte.
Babinskyreflex -> genoemd naar Joseph Babinsky. Bij het naar achteren strijken
van een voorwerp over de voetzool richt de grote teen zich op en spreiden de
andere tenen zich. Ontstaat na de geboorte en verdwijnt in de eerste 2 jaar.
Palmar reflex/grijpreflex -> vingers sluiten zich bij lichte aanraking van de
handpalm. Onstaat in 11e week voor geboorte en verdwijnt tussen 2e en 9e maand
na geboorte.
Assymetrische tonische nekreflex -> hoofd dat naar 1 kant buigt, roept strekken
van het been en arm aan dezelfde kant van het hoofd op. Reflex ontstaat in de 18 e
week voor geboorte en verdwijnt in 3e tot 9e maand na geboorte.
Spinal galant reflex -> bij stimulatie van de buik of de rug roteert of buigt het
ruggenmergkanaal 45 graden. Reflex ontstaat in de 20e week voor geboorte en
verdwijnt na 3-9 maand na geboorte
Rooting reflex en sucking reflex -> bij lichte aanraking van wang of mond draait
het hoofd richting de stimulus en gaat de mond open met uitgestoken tong als
anticipatie aan het zuigen. Ontstaat in week 24-28 voor geboorte en verdwijnt
tussen 3-4 maand na geboorte.
Tonische labyrinthine reflex forewards -> bij bewegen van het hoofd voor en
achterwaarts buigt het hoofd boven en onder het niveau van de ruggengraat
door. Ontstaat rond geboorte en verdwijnt in 3-4 maand na geboorte (Tieleman,
2015).
1.3 visies op het prenatale bewustzijn
,Visies in het westen over prenataal bewustzijn:
Leer theoretische of behavioristische visie -> wordt van uitgegaan dat de mens
na de geboorte een onbeschreven blad is en wordt bepaald door leerervaringen.
Volgens deze visie is het aannemelijk te veronderstellen dat de mens voor de
geboorte al enigszins wordt geconditioneerd door zijn prenatale ervaringen.
Biologische visie -> waarbij interne of erfelijke factoren de mens bepalen. Het is
niet aannemelijk dat er sprake is van prenataal bewustzijn bij de interne
factoren.
Omgevingspsychologische visie -> de mens wordt bepaald door de wisselwerking
tussen de sociale en de ruimtelijke omgeving.
Cognitivistische visie -> de informatieverwerking en de zelfsturing van de mens
zijn bepalend. Bij deze visie wordt bewustzijn aan het vormen van het geheugen
gekoppeld.
Psychoanalytische visie -> de biologische aanleg en de opvoedingservaringen in
de eerste levensjaren als belangrijke factor binnen de unieke levensgeschiedenis
bepalend zijn voor de persoonlijkheid in ontwikkeling.
Humanistische visie -> de individuele belevingen, de ruimte voor de
noodzakelijke zelfontplooiing en de eigen verantwoordelijkheid bepalende
factoren zijn.
Visie Gazzaniga over bewustzijn -> hoe voel ik dat ik zelf ben.
Visie Vroon bewustzijn -> benadrukt de relatie tussen taal en bewustzijn
(Tieleman, 2015).
1.4 de omgeving van het embryo en de foetus
Teratogenen -> middelen die schadelijke invloed hebben op de prenatale
ontwikkeling.
Er zijn veel oorzaken waardoor een baby onderontwikkeld is, een aantal
voorbeeld zijn:
->alcohol en drugs
-> medicijnen
-> ondervoeding
-> chemicaliën/straling
-> ongelukken
-> infecties
-> psychische ziektes
-> stress
-> leeftijd moeder/vader
-> te kleine moederkoek/placenta (Tieleman, 2015).
, 1.5 de verwachtingen van de omgeving
Kinderen die niet aan de verwachtingen van mensen voldoen lopen meer risico
op verwaarlozing en mishandeling (Tieleman, 2015).
Pagina 33 samenvatting hoofdstuk 1!!
Hoofdstuk 2 de geboorte en de eerste zes maanden
2.1 de geboorte als een biologisch proces
Oxytocine -> hormoon dat afgegeven wordt bij geboorte dat ervoor zorgt dat de
baarmoeder samentrekt.
Neonatale zorg -> zorg na de geboorte van de baby.
Neonaat -> pasgeboren baby (Tieleman, 2015).
2.2 de lichamelijke groei, de rijping en de ontwikkeling van de motoriek
Motoriek ontwikkeling eerste 2 jaar:
Vlak na de geboorte -> alleen liggen
Een jaar -> voorzichtig eerste stapjes
Twee jaar -> overal naartoe lopen
Reflexen die snel verdwijnen na geboorte:
Snuffel en zoekreflex -> ritmisch heen er weer bewegen opzoek naar voedsel.
Loopreflex -> voeten worden voor elkaar gezet wanneer baby de vloer raakt met
zijn voetjes.
Zwemreflex -> zwembewegingen maken in het water
Bijtreflex -> ritmische beweging van de onderkaak om melk uit de tepel of speen
te krijgen.
Wurg of kokhalsreflex -> beschermingsreactie tegen mogelijk verslikken of
stikken.
Mororeflex -> openen van vingers en tenen en spreiden van armen en benen bij
schrikreactie.
Zuigreflex -> reflex wanneer de baby op zijn mond of wang wordt aangeraakt
Babinskyreflex -> reactie wanneer de voetzool aangeraakt wordt.
Als bovenstaande reflexen niet snel verdwijnen na geboorte kan dat wijzen op
een hersenbeschadiging.
Bij de ontwikkeling van groei en motoriek kun je twee groeirichtingen
onderscheiden waaraan ontwikkeling zich voltrekt:
Cefalocaudale groeirichting -> groeispurt start bij het hoofd en gaat vandaaruit
naar beneden verder. Dit groeiproces start bij twee maanden en gaat door tot
ongeveer zes jaar.
Proximodistale groeirichting -> van dichtbij (proximaal) naar de buitenkant
(distaal). Dit houdt in dat het centrale lichaamsdelen zich eerder ontwikkelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne489. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.