Hoofdstuk 3
Biologische psychologie
1. Wat zijn de uitgangspunten van de biologische psychologie?
- De mens is ‘een beschreven blad’. Als baby in de buik van de moeder wordt de erfelijke bagage, het
DNA, van een mens vastgelegd. Deze bepaalt of beïnvloedt – daarover lopen de opvattingen binnen
deze stroming uiteen – de gedragsmogelijkheden van de mens.
- Gedrag en gedachten, emoties en motieven hangen altijd samen met de biologische processen in
het lichaam. Zo kan gedrag worden veroorzaakt door een virus, een erfelijk gen, een cel afwijking, en
een teveel of tekort aan hersen- en lichaamsstofjes zoals neurotransmitters en hormonen.
- De hersenen zijn het belangrijkste orgaan bij het sturen van gedrag, gedachten, emoties etc. zonder
hersenen is gedrag onmogelijk.
- Mensen zijn het product van een evolutionaire geschiedenis. Gedrag van mensen kan begrijpelijk
worden gemaakt door ze te plaatsen binnen de evolutie.
Evolutionaire psychologie
2. Wat zijn de uitgangspunten van de evolutionaire psychologie?
- Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een evolutionair
proces.
- Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te vinden
zijn bij alle andere mensen. Deze worden d.m.v. natuurlijke selectie (zie Darwins theorie)
doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij overleving dan wel voortplanting.
- Deze universele kenmerken van de menselijk geest worden psychologische adaptaties genoemd.
3. Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie?
Natuurlijke selectie houdt in dat sommige organismen uit een bepaalde populatie beter in hun
omgeving passen (survival of the fittest). Seksuele selectie gaat het om uiterlijke kenmerken,
sommige kenmerken doen het beter bij het andere geslacht dan anderen. Gunstig voor paring
4. In het boek staat (op blz. 75): ‘Seksuele selectie leidt dus tot andere eigenschappen dan
natuurlijke selectie’. Geef een paar voorbeelden.
Geweien bij mannelijke herten, vrouwtjes hebben die niet. Zo kunnen de mannen vechten.
Mannelijke vogeltjes kunnen vaak beter zingen en hebben fellere kleuren, om indruk te maken op de
vrouwtjes.
5. Wat is een psychologische adaptatie?
Dit zijn psychologische eigenschappen, processen of gedragingen die door de evolutie zijn gevormd
en die organismen in staat stellen om effectief te functioneren in hun specifieke omgeving. Ze zijn
functioneel gespecialiseerd en bovendien talrijk, snel, automatisch en onbewust! Denk aan reageren
op een slang, je deinst weg.
6. Wat houdt de ‘massive modularity hypothesis’ in?
Deze stelt dat de menselijke geest is samengesteld uit talloze domeinspecifieke mentale modules die
verantwoordelijk zijn voor verschillende cognitieve functies en taken.
7. Wat betekent het woord ‘fit’ in ‘survival of the fittest’?
De mate waarin een organisme zich kan aanpassen aan de situatie.
8. Wat is ‘seksueel dimorfisme’ en wat is de verklaring ervoor?
Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk gedrag van mannetjes dan op de vrouwtjes. Het
houdt verband met de hoeveelheid tijd en energie die M/V in het nageslacht stoppen.
, 9. Wat betekent ‘inclusive fitness’?
Is de som van het reproductieve succes van een individu en de effecten van het gedrag van dit
individu op het reproductieve succes van genetische varianten.
10. Waar wordt binnen de ethologie onderzoek naar gedaan.
De bestudering van diergedrag. Onderzoekt de adaptieve waarde van gedrag van elke diersoort.
11. ‘Cumulatieve cultuur’ en ‘shared intentionality’ zouden uniek zijn voor mensen. Wat
betekenen deze termen?
Cumulatieve cultuur verwijst naar het vermogen van mensen om kennis, vaardigheden, en culturele
tradities in de loop van de generaties op te bouwen en door te geven.
Shared intentionality, of gedeelde intentie, verwijst naar het vermogen van mensen om met anderen
samen te werken, samen te plannen en gemeenschappelijke doelen te delen.
Ons brein in een notendop
12. Wat wordt bedoeld met witte stof en grijze stof?
2 typen hoofdweefsel
13. Wat doet de grijze stof en wat doet de witte stof?
Grijs = informatieverwerking, wit = informatieoverdracht
Hoofdstuk 1
Neurale correlaten
1. Leg uit wat wordt bedoeld met ‘neurale correlaten’.
De onderlinge relatie tussen hersencellen/zenuwen.
2. Leg uit waarom het moeilijk kan zijn om neurale correlaten te vinden.
Vragen: hoe definieer je ervaringen/proces/gedrag? Waarom zou het ergens op één plek zitten? Wat
betekent activiteit in een gebied? Waarom zou het bij iedereen om dezelfde manier georganiseerd
zijn? Hoe kun je het geïsoleerd onderzoeken? Zijn er praktische bezwaren?
3. Wat is gemakkelijker te vinden, denk je: het neurale correlaat van het bewegen van de
armspieren of het neurale correlaat van het geheugen? Welke van de bij vraag 2 genoemde
problemen spelen hier een rol?
De armspieren: Waarom zou het ergens op één plek zitten? Wat betekent activiteit in een gebied?
Het neuron
4. Wat is de functie van een neuron?
De overdracht van zintuigelijke, motorische en interneuronale informatie.
5. Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een neuron?
Cellichaam, dendrieten en axon.
Processen binnen en tussen neuronen.
6. Wat verstaat men onder het rustpotentiaal?
Een evenwicht tussen de ionen (positief en negatief geladen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller teddyscholten01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.