Aardrijkskunde - Samenvatting hoofdstuk 2: Zuidoost-Azië: een regio in beweging
265 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
De Geo Gebieden zuidoost-Azie in beeld vwo tweede fase Leeropdrachtenboek
Samenvatting van Hoofdstuk 2 - Zuidoost-Azië: een regio in beweging uit het boek De Geo - Zuidoost-Azië in beeld voor het vak aardrijkskunde op het vwo.
Aardrijkskunde: Hoofdstuk 2
§1 De koloniale invloed in Zuidoost-Azië
- Tot 16de eeuw hadden boeddhisme en hindoeïsme grote invloed. De grootte en stijl van hun tempels
verraden een hoge beschaving. Vanaf 16de eeuw ook islam in het gebied
- Vanaf 16de en 17de eeuw breidde Europa invloed uit over dit gebied door kolonialisme: westerse
mogendheden bezetten Zuidoost-Aziatische gebieden: Indonesische archipel (NL), Laos, Vietnam en
Cambodja (Indochina; FR), Maleisië, Brunei, Myanmar, Singapore (GB). Alleen Thailand nooit kolonie
- Tijdens WOII bezette Japan het gebied. Daarna begon dekolonisatieproces, landen onafhankelijk
=> hoewel de Zuidoost-Aziatische landen tientallen jaren onafhankelijk zijn, leeft de invloed van de
kolonisatietijd door in bv. het onderwijssysteem, cultuur, opbouw van steden en productiesystemen
Franse koloniën
Indochina onder invloed van de Fransen
Franse bezetting tussen 1860 en 1954; aantal fasen te onderscheiden:
- Van de drie landen had Vietnam grootste economisch potentieel. De Fransen brachten
hulpmiddelen aan land. Verder werden wegen verhard, elektriciteit en spoorwegen aangelegd
- Op politiek gebied, deelden Fransen het land in 2 regio’s, om nationalisme uit te bannen: noorden
behield eigen wetten, midden en zuiden bestuurd naar Frans systeem. Zo ontstond er tweedeling
- In midden en zuiden werden hoge rijstopbrengsten gerealiseerd, wat werd geëxporteerd. Er was
sprake van een sterke afhankelijkheidsrelatie en bovendien van koloniale uitbuiting: boeren
profiteerden niet veel van economische groei, maar betaalden wel pacht en belasting aan Fransen
- Tijdens Japanse bezetting werd in Vietnam een communistische, antikoloniale onafhankelijkheids-
beweging opgericht die streed tegen de Fransen én Japanners. Na afloop van de oorlog werd Vietnam
in 2 staten opgedeeld: communistisch noorden en kapitalistisch zuiden. Door Amerikaanse angst
invloed in regio te verliezen bleef eenwording uit en liep de situatie uit op bloedige oorlog.
Uiteindelijk trok de VS zich terug en werd Vietnam in 1976 een verenigd, communistisch land
Laos en Cambodja
Deze landen hadden de Franse interesse vanwege de rivier de Mekong die een route kon vormen
naar China. Deze koloniën hadden zelf weinig natuurlijke hulpbronnen, om die reden werd er ook niet
-i.t.t. Vietnam- veel geld in onderwijs en andere sectoren geïnvesteerd. Net als Vietnam waren Laos
en Cambodja om deze redenen koloniale wingewesten: geen investeringen, wel hoge belastingen,
geen profijt van hernieuwde handel en export - bovendien ook geen industrie
Na onafhankelijkheid in 1953 heeft Cambodja met name tussen 1975-1979 te lijden gehad onder het
regime van de Rode Khmer. Laos kreeg in 1954 onafhankelijkheid. Beide landen waren betrokken bij
de oorlog van de VS in Vietnam
Engelse koloniën
Engelse bezetting van sultanaten in het huidige Myanmar, Maleisië, Singapore en Brunei vanaf 1824
Myanmar, Maleisië, en Brunei werden exploitatiekoloniën. Singapore kreeg een andere functie
- Maleisië: tin-industrie ging over in Engelse handen en werd via kapitaalintensieve mechanisatie snel
uitgebreid en erg winstgevend. Daarnaast was rubberproductie in opkomst. De productie van koffie,
suiker en peper hiervoor moest plaatsmaken. Het Engelse bestuur bevoordeelde bepaalde etnische
groepen wat etnische en culturele scheiding verscherpte. Tijdens Japanse bezetting werden
Maleisische moslims bevoordeeld en Chinezen aangepakt. Na 1945 werd Maleisië federatie van
verschillende etnische groepen, totdat het in 1963 onafhankelijk werd
- Brunei: dit land was in 17de eeuw belangrijke haven voor de door de Portugezen uit de Straat
Malakka verdreven moslims. De Engelsen, die van het gebied in 1888 een protectoraat maakten,
kregen pas echt interesse toen in 1920 olie werd ontdekt. In ’63 wilde Brunei zich niet bij Maleisië
aansluiten en werd daarom in ’64 op zichzelf onafhankelijk
, Zuid-Oost-Azië in beeld
- Singapore: dit land werd in 1867 een kroonkolonie - het had namelijk een gunstige en strategische
ligging aan de Straat Malakka, belangrijkste handelsroute richting China. In 19 de eeuw was het al een
belangrijk financieel- en handelscentrum. Singapore was een Europese stad. Hoewel er Britse
onderwijs- en bestuurssystemen werden geïntroduceerd, was de cultuur overwegend Chinees. Na de
onafhankelijkheid in ’63 hoorde Singapore 2 jaar bij Maleisië tot het in ’65 besloot als zelfstandige
stadstaat door het leven te willen gaan
- Myanmar: Myanmar, tot ver in de 20ste eeuw Birma, had een strategisch en commercieel belang
voor de Engelsen: grens met Franse invloedssfeer. Landbouw werd sterk uitgebreid en
gemechaniseerd, exportproducten als rijst, mineralen en teakhout werd naar GB geëxporteerd.
Engelsen bouwden wegen, dempten moerassen introduceerden westerse onderwijssystemen. In
1948 werd dit land onafhankelijk. Corruptie, economische instabiliteit en inflatie leidden in 1962 tot
een militaire coup. Democratische regering werd afgezet en sindsdien regeert socialistische partij,
opgericht door militairen
Nederlandse koloniën
Sinds 16de eeuw streed VOC met Engelse Handels Compagnie om belangrijke handelsposten en
specerijeilanden in Zuidoost-Azië. De VOC veroverde in 1619 Jayakarta - belangrijke havenstad op
Java. Na de verovering door Jan Pietersz. Coen heette de stad Batavia. In 1796 ging de VOC failliet en
kreeg de Nederlandse regering de controle over het gebied. Met de veroveringen van koninkrijk Bali
en Aceh was de kolonie aan het begin van 20 ste eeuw compleet
Kolonie werd centraal bestuurd vanuit Batavia. Kolonisatie had grote invloed op de economie:
grootste deel van de bevolking werkte voor kolonisatie in de bevolkingslandbouw
- Om winsten te vergroten werd het landbouwsysteem in 1830 vervangen door het cultuurstelsel:
Nederlanders hadden daarbij de controle over hoeveelheden en prijzen van de producten. De
Nederlandse staat werd zo rijker en rijker.
- Na afschaffing van het cultuurstelsel in 1870 werden sommige delen van de landbouwsector
vernieuwd: fragmentarische modernisering. Zo ontstonden grote verschillen tussen
landbouwgebieden, ene gebied modern, andere niet: rurale differentiatie.
- Nederlanders introduceerden hun eigen onderwijssysteem en taal; echter waren toelatingseisen
vaak te hoog voor inheemse bevolking, vooral kinderen van elite en ambtenaren gingen naar deze
scholen. Javaanse urbanisatie was erg groot, met name door bevolkingsdruk op platteland, want geen
bevolkings- maar ondernemingslandbouw. Dit zorgde in Javaanse steden voor woningnood
- Tijdens WOII werd de onafhankelijkheidsgedachte onder de Indonesiërs aangewakkerd. Na de
oorlog werd een guerrillastrijd gevoerd die duurde tot 1949. Indonesië is sindsdien een onafhankelijk
land. De interesse van Indonesië verschoof van ondernemingslandbouw naar mijn- en bosbouw. Tot
’65 kende het land een geleide democratie, maar in dat jaar benoemde de president zich tot
alleenheerser: politieke partijen stonden buiten spel en de persvrijheid kwam aan banden te liggen
Onafhankelijk Thailand
Thailand is nooit gekoloniseerd geweest en heeft ook in WOII niet met bezetting te maken gehad.
Mede hierdoor heeft het communisme nooit voet aan de grond gekregen in het land na WOII
In het verleden had het land echter wel te maken met serieuze problemen. Het koninkrijk Siam werd
eind 18de eeuw verwoest door Birmese legers - nu is Bangkok de hoofdstad. Tot 1938 was Thailand
een absolute monarchie waarin de militairen veel invloed hadden. De rol van militairen is nog steeds
groot. Sinds 1946 is koning Bumibol aan de macht, die vorig jaar inmiddels is overleden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Niels-99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.