100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges ''Ethiek en Religie'' $8.57   Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges ''Ethiek en Religie''

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de aantekeningen van het vak ''Ethiek en Religie (RE3V18008)''. Mijn gemiddeld cijfer voor het vak was een 8.

Preview 3 out of 19  pages

  • November 23, 2023
  • 19
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Daan oostveen
  • All classes
avatar-seller
Aantekeningen Ethiek en religie
Lukas Vonhout

Hoorcollege 1 inleiding
Ethiek gaat in de basis over hoe je moet leven, wat dien je te doen en niet persé wat goed en
kwaad is.

Rhizomatische
Een rhizoom duid een wortelstructuur aan. Het zijn geen aftakkingen (boomstructuur van
wortels). De Rhizoom vertrekt niet vanuit één oorsprong of één waarheid, dingen zijn met
elkaar verweven, er zijn verdikkingen en verdunningen maar er is niet één duidelijke bron, dit
slaat dan ook op religie als zodanig.
Dit gaat tegen het ‘oorsprong denken’ in.

World religions paradigm is een zeer recent verschijnsel. Onder wereldreligies is er een sterk
territoria van ‘belonging’. Religie wordt in dit paradigma gezien als een geloof en een set van
doctrines.

Ethiek in religie is uiteindelijk een ideaal. Dit gaat echter erg vaak fout, het ideaal wordt vaak
niet behaald.

College 2
Religie wordt vaak benaderd vanuit een boomstructuur met aftakkingen van verschillende
religies, dit is het world religion paradigm, denken vanuit religie.
Het wereld religie paradigma is sterk beïnvloed door het protestantisme en heeft dus een
zekere bias.
De onderverdeling van wereldreligies is echter strak gecategoriseerd, een religie zoals het
Boeddhisme is dus een geconstrueerde identiteit als wereld religie omdat het nog niet bestond
als zodanig (het had die naam ook niet) daarvoor.
De wetenschapper in dit wereldreligie paradigma heeft altijd die christelijke bias in zijn
onderzoek.
Dit ‘boom-denken’ is een dominante vorm van denken over religie.
In dit idee van het wereld religie paradigma wordt er een kaartje gemaakt van waar de
wereldreligies zich bevinden, dit is sterk problematisch.
Als we namelijk kijken naar waar de religies Christendom en Boeddhisme zijn ontstaan zien
we dat deze in dezelfde culturele ruimte zijn ontstaan (zo ook voor de Islam).

Het denken over God is erg bepalend over onze definitie van religie, dit komt door een
ontologisch wereldbeeld.
Dit heeft grote consequenties voor over hoe we denken over ethiek.
- Ontologische vooronderstelling (over religie) → de wereld ontologisch (hoe die echt
is) in tweeën is gesplitst.
o 1. Er is een werkelijkheid van het wereldse (wat hier en nu aanwezig is)
o 2. een bovennatuurlijks, bovenwerelds, ‘’God’’, het transcendente.
Hier is het idee van ‘het echte leven is elders’ sterk aanwezig door het verschil van werelds en
bovennatuurlijks.

,Dit ontologisch idee is echter niet universeel, er zijn praktijken en religies die hier niet in
vallen (zoals het Doaisme waar alles gecentreerd is op de natuur).
- 300-400 voor Christus = de Axiale periode (volgens jaspers) in deze periode was er
een bruisende overvloed ideeën dat vele oorsprongen van de wereldreligies hier hun
oorsprong vinden. Let op! Hier wordt niet meer van gesproken, het is een te
romantisch idee en onhistorisch.

- Zoroastrisme → dualisme tussen God van het licht en God van de duisternis. De
wereldgeschiedenis wordt gevormd tussen de tegenstelling tussen kracht van het licht
en krachten van de duisternis, het doel van het leven is door goed te leven en het
kwaad af te weren.

De grootste misvatting van ethiek en religie = dat alle religies in de kern dezelfde ethiek
hebben.
Vb: de gulden regel → doe een ander niet aan wat je zelf niet wilt overkomen. Dit zou een
universele regel zijn, deze regel is gekoppeld aan Kant. ‘’we zijn toch allemaal mensen’’ is
ook universalisme.

Er zijn drie problematische perspectieven om kritisch te denken over religie:
1. Religieus perspectief, theologisch, je begint vanuit de basis uit een bepaalde doctrine.
2. Anti-religieus / verlichtingsperspectief. De ‘onzin’ van religie bestuderen, religie
beschouwen als iets onzinnigs zien. Er komt dan ook een machtsverhouding tussen jou
en hetgeen je bestudeert.
3. ‘’wetenschappelijk’’ / objectief perspectief. Het rationalistisch perspectief is niet
mogelijk, je kunt nooit volledig neutraal zijn in je beschrijving van een religie.

Alternatieve methodes:
- Hermeneutiek, interpretatie methode. Wat betekent het? Interpretatie en bias spelen
hier een grote rol in hoe iets wordt geïnterpreteerd.
o Hermeneutische cirkel → de leer van de interpretatie is een weg die circulair
is, je begint ergens, interpreteert, aan het einde begrijp je nog niet alles maar
wel meer. Je blik en context is dus verandert door deze cirkel. Betekenisgeving
is een continue proces, je weet nooit alles volledig.
- Deconstructie, wie heeft er interesse/belang bij om de wereld zo voor te stellen?
Religieuze leiders? Gelovigen?
Dus; hoe begrijpen we deze dingen? Hoe begrijpen we het concept van schuld of
wederopstanding?

College 3 theorie van ethiek, meta-ethiek
Theorie van de ethiek.

Meta-ethiek = het nadenken over de ethiek.
Ethiek → moraal.
Wat is het verschil?
De betekenis is etymologisch exact hetzelfde.

, Komt van de woorden, ethos en mores = gewoonten. Als je het dus terug herleid zijn het
structuren van gedrag.
- Heidegger → geworpenheid. Jij als mens bent op de aarde neergeworpen. ‘wat moet ik
doen (Kant)’is de vraag die naar boven komt.

De ethiek vertrekt dus niet vanuit wat is goed of kwaad, maar vanuit de vraag dat je niet weet
waar je vandaan komt of naartoe gaat en wat er nu te doen staat.
In de westerse filosofie zijn er 3 tradities waarmee de ethiek is ingevuld:
1. Deontologie. Wat ik moet doen, hangt af van wat nu eenmaal moet omdat het moet. Er
is een grotere verplichting ten opzichte van de dingen dan keuzes of afwegingen. Dit is
dus praktische ethiek. Het gaat dus om plicht, het moet omdat het moet.
2. Deugdethiek. Uitgaat van ethiek van uitmuntendheid, het zoeken naar een juiste balans
in hoe je handelt. Je streeft dus niet naar extremen, alleen naar voortreffelijkheid van
moreel karakter nastreeft. Dit gaat over hoe je je kleed, je gedrag etc. dit is dan ook
niet zo moreel als goed of slecht.
3. Utilitarisme. Je gaat er uit van de vraag ‘je moet doen, wat er voor zorgt dat het meeste
geluk oplevert voor zoveel mogelijk mensen’. Denk aan vb tijdmachine, terug in de
tijd en zou je baby Hitler vermoorden. Utilitarisme zou zeggen ja, deontologie zegt
nee vanuit praktisch gegeven dat je geen baby’s moet vermoorden.

De ethische vraag = de bredere vraag van wat je moet doen.
Deze vraag kan beïnvloed worden door wat als goed of kwaad wordt gezien maar vertrekt niet
vanuit het idee goed of kwaad.

Bepaalde begrippen worden gebruikt om een ethisch principe kracht bij te geven. Denk
bijvoorbeeld aan eer, zonde etc.
Bepaald ethisch gedrag kan dus interpreteert worden via deze begrippen. Aan de hand van
verschillende begrippen ontstaat er ook een andere betekenis ruimte.

Belangrijke velden van de meta-ethiek:
1. Ontologie = bestaan er goede ethische handelingen, zijn er dingen die vanuit zichzelf
goed zijn of is het een menselijk construct. Is de handeling goed omdat hij goed is of
omdat wij hem goed vinden?
2. Epistemologische vraag = hoe kunnen we te weten komen wat het juiste handelen is?
De kennis leer, hoe kunnen we weten wat goed en slecht is? Hoe weten we of er
überhaupt een morele waarheid bestaat?
3. Actie-motivationele = wat drijft je ertoe om bepaalde handelingen wel of niet te doen?
Wat is de motivatie? Hoe kom je van weten wat moreel goed naar het daadwerkelijk
uit te voeren of juist niet te doen. Wat je gelooft wat moreel is kan los staan van wat je
daadwerkelijk doet.
4. Semantiek = wat betekent plicht, kwaad, zonde etc. wat betekenen deze principes van
ethiek? De betekenisvraag, met methode als de hermeneutiek om dit te achterhalen.

Ronald Commers, stelt dat de tegenstelling niet rationeel Grieks tegenover christelijk joods.
Commers stelt dat Grieks en christelijk denken samengaan en door elkaar is beïnvloed.
Je moet eerder spreken van Grieks/christelijk tegenover het joodse denken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LukasVonhout. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57
  • (0)
  Add to cart