100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Keuzecursus Vitaal Bedreigd - Week 6: Disability 1 $4.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Keuzecursus Vitaal Bedreigd - Week 6: Disability 1

 92 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle verplichte literatuur die behoort bij het onderwijs in week 6 van de keuzecursus Vitaal Bedreigde Patiënt, gegeven in leerjaar 3 van de studie HBO-Verpleegkunde aan de Hogeschool Utrecht. Het onderwerp van deze week is de D van de ABCDE: Disability 1

Preview 4 out of 67  pages

  • January 16, 2018
  • 67
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Week 6: Disability 1
Literatuur
 Wulterkens Th. e.a. (2013). Handboek spoedeisende geneeskunde.
o H11: D: Disability
o H17: Acute ziektebeelden bij de D. §17.5 CVA
o H23: 2 Hersenletsel
o H11.8, 11.11, paragraaf 1, 4 en 5
 Beers, M. e.a. (2015) Merck Manual Medisch Handboek
o https://www.msdmanuals.nl/mmhenl/zenuwstelsel/cerebrovasculair_accident/i
ntroductie.html (hele hoofdstuk)
o H.87 Hoofdletsels (PDF HuBl)
o H.89B Bacteriële meningitis (PDF HuBl)
o H.86D Hemorragisch (bloedig) CVA
https://www.msdmanuals.nl/mmhenl/zenuwstelsel/cerebrovasculair_accident/h
emorragisch_bloedig_cva_hersenbloeding.html
 Bakker, M. (2013) ProActive Nursing: Klinische problematiek inzichtelijk.
o 6: Neurologische functie
 Smith, S.F, Duell, D.F. & Martin, B.C. Verpleegkundige vaardigheden deel 1
(2011)  IK HEB DE 2014 VERSIE TE LEEN DUS HOOFDSTUK KLOPT NIET
HELEMAAL
o H4.1  wordt 4.5

Leerdoelen
De student kan:
 Veel voorkomende oorzaken en de pathofysiologie van aandoeningen van het
zenuwstelsel benoemen.
 De meest voorkomende symptomen bij neurologische stoornissen of schade
benoemen.
 De opvang en triage van een patiënt met acute neurologische uitvalsverschijnselen
beschrijven.
 Beschrijven hoe de AVPU-score en de Glasgow Coma Scale (GCS) werkt.
 Benoemen hoe te handelen bij patiënten met acute neurologische
uitvalsverschijnselen.

 Bij een casus met eenvoudige neurologische uitval beredeneren in welke hersenkwab het
probleem zit en welk stroomgebied hierbij betrokken is.

 De primary survey uitwerken volgens het ABCDE-model.

 Bij het klinisch redeneren de stappen 1 t/m 4 doorlopen volgens het model van ProActive
Nursing.

 De redeneerhulpen SBAR, AMPLE en SCEGS toepassen binnen het model van
ProActive Nursing.

 Beredeneren welke orgaansystemen betrokken zijn of kunnen raken bij de gegeven
casus.

 Vanuit verkregen informatie medische en verpleegkundige diagnoses beredeneren.

,  Aanvullende diagnotiek formuleren

 Gegevens verzamelen gericht op vroegsignalering en risicobeoordeling van patiënten met
acute neurologische uitvalsverschijnselen.

De student:
 begrijpt de pathofysiologie en kan de epidemiologie, etiologie en symptomen
samenvatten van de neurologische vitaal bedreigende aandoeningen: hoofd-
hersenletsel, bacteriële meningitis en subarachnoïdale bloeding.
 kan van bovengenoemde aandoeningen de diagnostiek beschrijven.
 kan van bovengenoemde aandoeningen de medische èn verpleegkundige
behandeling samenvatten.
 gebruikt multi-disciplinaire richtlijnen en kan hiermee een evidence-based
behandelplan opstellen in de zorg bij vitaal bedreigende aandoeningen.

De student kan in een oefensituatie:
 de verpleegkundige (hetero)anamnese afnemen bij een zorgvrager met bedreigde
neurologische functie.
 de Glasgow Coma Scale (EMV-score) afnemen.
 Een inschatting maken van de neurologische situatie a.d.h.v. de GCS.
 lichamelijke testen doen om een CVA/TIA en meningeale prikkeling te herkennen.
 De pupilreflex beoordelen en een abnormale situatie herkennen.
 bepalen welke vitale functies bepaald moeten worden, interpreteren en vervolgens
actie ondernemen (=primary survey uitvoeren) bij een patiënt met bedreigde
neurologische functie.

Benodigde basiskennis:
 Globale opbouw en indeling zenuwstelsel.
 6 grote gebieden van de hersenen, ligging in de schedel.
 Hersenkwabben van het cerebrum en locatie van enkele hogere functies.
 De hersenzenuwen (n.II, n.III, n.VII en n.X) en hun werking.
 Opbouw en functie van hersenvliezen en liquor.
 Bloedvoorziening van de hersenen.
 Ruggemerg: bouw en functie; reflexboog
 Hersencentra die betrokken zijn bij het bewustzijn, ademhaling en cardiovasculaire
regulatie.
 Symptomen bij beschadiging/verstoring van verschillende onderdelen van het CZS,
onder andere bij CVA.

Wulterkens, Handboek spoedeisende geneeskunde
Hoofdstuk 11: D: Disability

11.2 Functie van het zenuwstelsel
 Indeling
o Centraal (hersenen, hersenstam, ruggenmerg)
o Perifeer (zenuwwortel, plexus en perifere zenuwen)
 Hersenen regelen veel processen
o Autonome zenuwstelsel (geen vrije wil)
 Hart, bloedvaten, zweetsecretie huid, ademhaling, e.d.
o Homeostase

,  Bloeddruk, perfusie, temperatuur, gasstofwisseling,
hormoonhuishouding
o Groei, ontwikkeling, leerprocessen, houding, beweging, gedrag, voortplanting.
 Centrale zenuwstelsel: commandocentrale / Perifere zenuwstelsel:
verbindingsnetwerk

11.3 Oorzaken van disfunctie van het zenuwstelsel
 Hoge behoefte glucose en zuurstof door complexiteit en hoge elektrische
activatietoestand.
 Zenuwweefsel geen beschikking over energievoorraden
o Bij tekort zuurstof en glucose  snel functieverlies en onherstelbare schade
 Voorwaarden goede functie zenuwweefsel:
o Structureel voldoende intact; zowel aanleg als afwezigheid van ernstige focale
verworven schade (trauma, bloeding, infarct, infectie, e.d.)
o Voldoende aanvoer van bloed met glucose en zuurstof
o Normale intracraniële drukverhoudingen, afwezigheid inklemmingssyndromen
o Afwezigheid ernstige degeneratieve processen
o Aanwezigheid goede lichaamstemperatuur
o Bloedgassamenstelling binnen de norm
o Elektrolytsamenstelling binnen de norm
o Afwezigheid dempende medicamenten, drugs, toxinen van buiten en
endotoxinen door stapeling afbraakproducten
o Afwezigheid ernstige v itaminedeficiënties
o Afwezigheid epileptogene ontregelingen
o Afwezigheid ernstige hormonale ontregelingen (hypo- en hyperthyreoïdie)
 Voorwaarden normale functie perifere zenuwstelsel
o Structureel voldoende intact en geen schade
o Afwezigheid lokale ischemie, infectie, para-infectieuze processen e.d.
o Normale lokale weefseldrukverhoudingen en afwezigheid beklemming
o Afwezigheid ernstige degeneratieve processen
o Afwezigheid neurotoxische exotoxinen en endotoxinen door stapeling
afbraakproducten
o Afwezigheid ernstige vitaminedeficiënties
o Afwezigheid ernstige hormonale ontregelingen zoals hypo- en hyperthyreoïdie

11.4 Pathofysiologie van aandoeningen van het zenuwstelsel
 Bescherming hersenen door neurocranium en schedelbasis, ruggenmerg in benig
wervelkanaal. Structuren omkleed door huid en subcutis alsmede hersenvliezen,
omstroomd door liquor (bescherming tegen schokgolven, penetrerend letsel, hypo-
en hyperthermie, infectie, e.d.)
 Bescherming averechts bij lokale of diffusie drukverhoging.
o Intracraniële drukverhoging hersenbloeding, maligne oedeem bij groot
hemisferisch herseninfarct, ernstig schedeltrauma of
liquorcirculatiestoornissen.
o Drukproblemen in wervelkanaal: intraspinale epiduraal hematoom,
compressie door gefractureerd bot bij osteoporotische inzakking, compressie
door wervelmetastasen of dislocatie van delen van de wervelkolom door
trauma.
 Wanneer druk in hersenen toeneemt:
o Symptomen: hoofdpijn, bewustzijnsdaling, misselijkheid, braken en
uitvalsverschijnselen

, o Bloeddoorstroming hersenen neemt af (afhankelijk van perfusiedruk hersenen
CPP, gemiddelde arteriële bloeddruk MAP en intracraniële druk ICP, CPP =
MAP - ICP)
 Tweede vorm bescherming: autoregulatiesystemen
o Belangrijkste: ernstige bloeddrukschommelingen en pCO2-schommelingen
 Bloeddrukschommelingen tussen 50 en 150 mmHg, systeem zorgt
voor redelijk constant aanbod bloed.
 Bloedtekort  ischemie
 pCO2  variëren vaatdiameter.
 Hypocapnie  vaatspasmen en ischemie
 Hypercapnie  hersenoedeem en verhoogde intracraniële druk.
o Beschadiging hersenen  autoregulatiemechanismen slechter functioneren of
uitvallen.
 Pathofysiologie zenuwschade verschillend, afhankelijk van niveau waarop schade is.
o Vaak, wat voor schade dan ook, uiteindelijk secundaire ischemie.
o Meeste schade dan eerst op intracellulair gebied.
 Calciuminflex in de cel en te sterke elektrolytschommelingen binnen en
buiten de cel door celmembraanfunctiestoornissen  functieverlies van
cel, inwendige schade aan cel en vrijkomen van vrije radicalen en
ontstekingsmediatoren  cel gaat verloren  toxische stoffen komen
vrij  beschadigingen omliggende cellen  cascadefenomeen.

11.5 Symptomen van schade aan het centrale zenuwstelsel
 Symptomen schade CSZ  klachten verhoogde intracraniële druk en
prikkelingsverschijnselen, zoals epilepsie.
 Motorische uitvalsverschijnselen: piramidebanen, eerste motorneuron 
gebruiksstoornis, vaardigheidsstoornis, parese, hyperreflexie (zeldzaam acute fase),
pathologische reflexen (babinskireflex), spasticiteit, géén atrofie.
 Welke symptomen en in welke mate = afhankelijk oorzaak laesie, plaats, grootte,
snelheid ontstaan, toename, leeftijd, voorgeschiedenis, comorbiditeit, etc.
o Klachten verhoogde intracraniële druk: hoofdpijn, misselijkheid, braken,
visusstoornissen, hersenzenuwuitval, verwardheid, bewustzijnsdaling, e.d.
o TIA / ischemisch CVA (vaak op SEH): meestal gevolg van arteriële
perfusiestoornis in circumscript gedeelte hersenen en/of hersenstam.
Functieverlies hoort bij aangedane hersendeel: spraak, taal, visus, apraxie,
gedrag, motoriek, sensibiliteit, coördinatie
o Hemisferische beelden: halfzijdige (evt gedeeltelijke) contralaterale uitval van
functies als kracht, vaardigheid, sensibiliteit, coördinatie, visus, geconjugeerde
blikparesen e.d., gepaard gaande met reflexafwijkingen aangedane
lichaamshelft (in acute fase zowel hyporeflexie als hyperreflexie, vaak met
pathologische voetzoolreflex (Babinski)), neurocognitieve functies (taal) (bij
rechtshandigen en helft linkshandigen vaak probleem linkerhemisfeer), praxis
en oriëntatie (pariëtale kwab)
o Hersenstam: bilaterale of gekruiste uitvalsverschijnselen. Vaak gepaard met
misselijkheid, braken, draaiduizeligheid, nystagmus, bewustzijnsdaling,
desoriëntatie, slikproblemen, dysartrie, gedisconjugeerde
oogbewegingsstoornissen, bilateraal afwijkende voetzoolreflexen.
o Lokale ischemie op klein hersen(stam)gebied, minor stroke: lacunaire
infarcten.
o TNA Transient Neurological Attack: globale perfusiestoornis in
vertebrobasilaire gebied, gepaard met duizeligheid, valneiging, evt korte
bewustzijnsdalingen, hoofdpijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellebenschop. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.87
  • (0)
  Add to cart