Inductieve statistiek voor de gedragswetenschappen
Een volledige samenvatting van 30 pagina's van het vak statistiek (studiejaar ). Hierin staat de theorie samengevat die tijdens de hoorcollege's behandeld werd.
Onderdeel van de realiteit waarop het OZ betrekking heeft. De statistische eenheid waarmee wordt
gewerkt.
Steekproef:
De methode waarmee we deelnemers (onderzoekseenheden) zullen uitkiezen voor ons onderzoek.
Deze onderzoekseenheden halen we uit de populatie waar we een uitspraak over willen formuleren.
Het is een deelverzameling van de populatie. Een steekproefkader is belangrijk. Het steekproefkader
moet zo goed mogelijk aansluiten op de populatie, het is een lijst met alle elementen die onderdeel
uitmaken van de populatie. Er zijn 2 afwijkingen, namelijk onvolledig of overvolledig. Probleem: hidden
population waarover geen uitspraak gedaan kan worden.
A. aselecte/toevalssteekproef:
ieder individu heeft evenveel kans om geselecteerd te worden bij de steekproef
B. niet-aselecte steekproef:
niet ieder individu heeft evenveel kans om geselecteerd te worden bij een steekproef. Dit kan zijn
omwille van zekere capaciteiten, voorwaarden, enz.
Populatie:
Alle individuen waar een onderzoek uitspraken over wilt doen. Elk element van de populatie (en dus
ook van de steekproef) noemen we een onderzoekseenheid of case. Alle elementen die in aanmerking
zouden komen voor de steekproef. Een populatie heeft afbakening nodig (wie zit wél en niét in de
populatie) en is gebonden aan tijd en ruimte.
Populatiebevraging:
OZ gevoerd over gans de populatie, dus zonder steekproef (komt weinig voor).
Variabele:
Kenmerk van een element dat varieert, dit moet meetbaar zijn. We kunnen het meetbaar maken door
het te operationaliseren, dan hebben we een waarde/score. De analyses die uit OZ komen kunnen
univariaat (betrekking op 1 variabele vb.: mediaan), bivariaat (betrekking op 2 variabelen vb.:
correlatie) of multivariaat (betrekking op meerdere variabelen) zijn. Er bestaan 2 types variabelen:
- Afhankelijke variabele (outcome variable): de te verklaren variabele, het centrale kenmerk in
de analyse. Zien als ‘gevolg’. De waarde hangt af van de waarde van andere variabele(n) (vb.:
onveiligheidsgevoelens)
- Onafhankelijke variabele (predictor variable): het verklarende kenmerk. Zien als ‘oorzaak’. De
waarde hangt niet af van andere variabele(n) (vb.: geslacht)
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Linewillems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.