Een samenvatting van het vak Maatschappijleer. Het boek heet Thema's Maatschappijleer en is van het jaar 2017/2018. Het onderwerp is Pluriforme samenleving en bevat de hoofdstukken H1 t/m H7. Ook bevat het wat figuren.
Thema’s Maatschappijleer 5 havo schooljaar 2017/2018
Pluriforme samenleving
H1 Pluriformiteit in Nederland
Nederland is een pluriforme samenleving (= Een land waarin mensen naast elkaar leven met
uiteenlopende godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van verdraagzaamheid
heerst).
Wanneer mensen veel en langdurig met elkaar te maken hebben, ontwikkelen ze een eigen cultuur (=
Alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar
delen).
Zo is de vrijheid van meningsuiting een kernwaarde in de meeste Westerse landen, net zoals de norm
om mensen gelijk te behandelen.
- De overheersende cultuur in een land of samenleving noemen we de dominante cultuur (=
Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt).
Bv. Het spreken van de Nederlandse taal, gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, het
vieren van koningsdag.
- Naast de dominante cultuur bestaan er talloze subculturen (= Wanneer binnen een groep
sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante
cultuur).
- Een subcultuur hoeft niet strijdig te zijn met de dominante cultuur. Dat is wel zo bij een
tegencultuur (= Die verzetten zich tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een
bedreiging voor vormen).
Leven in een pluriforme samenleving betekent dat je om je heen een grote culturele diversiteit ziet,
dat wilt zeggen dat er veel verschillenden subculturen en levensstijlen bestaan.
Die culturele verschillen hebben met de volgende factoren te maken:
- Stad en platteland: In de stad zijn mensen gewend aan drukte en anonimiteit, terwijl er in
dorpen juist veel onderlinge betrokkenheid en sociale cohesie bestaat. Zo voelen jongeren
zich in een stad vaak vrijer.
- Jong en oud: Soms leiden generatieverschillen tot een generatieconflict (= Wanneer ouders
en kinderen tegenover elkaar staan en elkaars visie en leefstijl totaal niet begrijpen).
- Beroep en maatschappelijke positie: Als je ergens werkt moet je je aanpassen aan de
bedrijfscultuur (= Alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden). Niet
iedereen verdient evenveel geld: de een heeft een hoger salaris dan de ander. Je
maatschappelijke positie en je inkomen hebben invloed op je leefstijl.
- Mannen en vrouwen: Hoe mannen en vrouwen zich gedragen, wordt sterk bepaald door de
cultuur. Dit heeft niet alleen te maken met de persoonlijke keuzes maar ook met rolpatronen
(= Algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich moet gedragen).
- Etniciteit: Door migratie leven er in Nederland veel mensen met verschillende etnische
achtergronden samen. Vooral in de grote steden. Het CBS beschouwd iemand als allochtoon
wanneer hij of zij zelf, of ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren.
Autochtoon is iedereen die in Nederland is geboren en van wie de (groot) ouders ook hier
zijn geboren en opgegroeid.
- Godsdienst: Bij alle geloven zie je mensen die de voorschriften streng volgen en mensen die
er losser en op een meer persoonlijke manier mee omgaan. Ook dat zijn allemaal
cultuurverschillen.
Cultuur is dynamisch en verschilt in de loop van de tijd, maar ook per plaats en per groep.
, H2 Cultuur en identiteit
Wordt gedrag bepaald door je aangeboren of aangeleerde eigenschappen?
- Nature-aanhangers denken dat gedrag vooral wordt bepaald door aangeboren
eigenschappen zoals lichaamsbouw, ritmegevoel of seksuele voorkeur.
- Nurture-aanhangers zeggen dat juist gedrag vooral aangeleerd is en dat je omgeving en de
cultuur waarin je opgroeit, bepalend zijn.
Cultuuroverdracht noemen we ook wel socialisatie (= Het proces waarbij iemand de waarden,
normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of
groep aanleert).
Hierdoor raak je als individu aangepast aan je omgeving en
begrijp je anderen beter. Daarnaast zorgt de overdracht van
waarden, normen en gewoonten ervoor dat een cultuur blijft
voortbestaan.
In elke samenleving bestaan verschillende socialiserende
instituties (= Dit zijn groepen, organisaties en collectieve
gedragspatronen die specifieke waarden, normen en gewoonten
overdragen).
Vb. Je gezin, je school, je vriendenkring, je geloof, je
maatschappelijke groepen als sportclubs of actiegroepen. De
overheid en de media zijn ook belangrijke socialiserende
instituties.
De manieren waarop cultuurkenmerken worden overgedragen
zijn vooral gebaseerd op:
Imitatie: Anderen nadoen. Dit vindt veelal bij kleine kinderen plaats.
Informatie: Het overbrengen van informatie door bijvoorbeeld ouders, school en de media.
Sociale controle (= De manieren waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de
geldende normen te houden): Anderen die je gedrag bijsturen.
Je omgeving stuurt jouw gedrag bij met sancties.
Formele sanctie: Sanctie die ergens is vastgelegd. Bv. een boete (negatief) of een diploma
(positief).
Informele sanctie: Sanctie die niet is vastgelegd. Bv. een compliment (positief) of een straf
van je ouders (negatief).
Het proces van socialisatie is
bereikt wanneer er internalisatie
(= Mensen maken waarden en
normen en gewoonten eigen, en
gaan zich automatisch gedragen
zoals hun omgeving van hen
verwacht) van cultuur
plaatsvindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GPMEXAMENS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.