Steden
Steden trekken jonge mensen aan die op zoek zijn naar: sfeer, uitgaan, opleiding, werk en winkels. Door de hoge
bevolkingsdichtheid is in en rondom de stad een grote variëteit aan hoogwaardige voorzieningen (scholen – winkels –
gezondheidszorg – cultuur) dicht bij elkaar. Gevolg > opeenhoping van mensen > luchtvervuiling – veel verkeer – hoge
hoeveelheid afval + co2 uitstoot
Landelijk gebied
Gebieden aan de randen van Nederland zien jongeren wegtrekken door het gebrek aan werk / opleidingsmogelijkheden. Deze
jongeren komen niet meer terug als ze een gezin hebben gesticht. Hierdoor daalt het geboortecijfer in het landelijk gebied,
vergrijst de bevolking en ontgroent de populatie > bevolkingskrimp / krimp
Steden moeten zich aanpassen en ontwikkelen tot een duurzame stad / sustainable city. Deze steden zijn energieneutraal,
recyclen het afval en stimuleren groene energie. Deze steden worden ook wel bestempeld als smart cities die maximaal gebruik
maken van digitale technologieën (internet / computers / databases etc).
§ 4.2 Steden zijn de motor vd economie
Nederland heeft een kenniseconomie. Wij bedenken het en de (semi)periferie landen voeren het uit. Wij bezitten voorlopig nog de
kennis én creativiteit. Hierdoor verdienen wij het meeste geld en behouden de macht.
Kenniseconomie = een economie waarbij de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op
de ontwikkeling , toepassing en het delen van nieuwe technologie
Zakelijke dienstverlening = die bedrijven in de tertiaire sector die allerlei diensten aan het bedrijfsleven en de overheid
bieden, bv: juristen en reclamemakers, marketingdeskundigen. Zij wisselen informatie en kennis uit.
De kenniseconomie bestaat uit 2 soorten kennis:
1:‘harde’ technologische kennis: Wordt in de industrie gebruikt en gaat vooral over het ontdekken
van nieuwe dingen (bijv. elektrische fiets, lesmateriaal voor tablet)
2:‘zachte’ sociale kennis: Vooral in de handel en dienstverlening gebruikt. Vooral over het
promoten van nieuwe dingen zodat ze daadwerkelijk worden
verkocht. (bijv. koopgedrag van mensen in supermarkten)
Creatieve stad = een stad met een hoog aandeel werkenden in creatieve beroepen
Duale arbeidsmarkt = de grote kloof tussen banen voor hoog- en laagopgeleiden
De creatieve stad is een motor achter de economische ontwikkeling. Waarom?
1. De creatieven wonen graag in steden en geven relatief veel geld uit aan stedelijke voorzieningen.
2. Veel (en vooral nieuwe) bedrijven vestigen zich graag in de buurt van de creatieven om een graantje mee te pikken
van hun succes.
Stadsbesturen willen om 2 redenen bedrijven aantrekken:
1. werkgelegenheid
2. belastingopbrengsten
Dit doen ze door :
, 1. Luxe appartementen te bouwen met goede (digitale) infrastructuur verbindingen vlakbij universiteiten (sciencepark).
2. Broedplaatsen te maken: op oude industrieterreinen en fabrieken mogen beginnende bedrijfjes gaan zitten.
In Nederland is er veel werk voor de hoogopgeleiden omdat:
• Werk voor laagopgeleiden is verplaatst naar het buitenland
• Er een grote vraag is naar goedopgeleide specialisten, hier zijn er niet veel van. Door dit tekort stijgen de salarissen en
ontstaat er een duale arbeidsmarkt
Door globalisering is veel eenvoudig werk verplaatst naar de periferie landen. Voor laagopgeleide mensen zijn er enkel
nog slecht betaalde banen overgebleven zoals bezorgen, schoonmaken en oppassen. Met deze lage inkomens zijn ze
aangewezen op goedkope woningen. Het verschil in levensomstandigheden is groot, er is sprake van sociale ongelijkheid.
§ 4.3 De noodzaak van samenwerking en het bestuur
Het openbaar bestuur van Nederland bestaat uit drie schaalniveau’s.
1. het rijk
2. de 12 provincies
3. de 388 gemeenten (anno 2017)
Bovenstaande schaalniveaus regelen de ruimtelijke ordering: regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte
Een gebied waarin een stad en de regio eromheen stevig met elkaar
verbonden zijn, door werk / gebruik voorzieningen, heet een
stadsgewest. Op de afbeelding rechts zie je stadsgewest “Haaglanden”
Nederland telt 22 stadsgewesten.
Regionale samenwerking = samenwerking tussen de 3 bestuurslagen:
gemeenten (stadsregio’s), provincies en Rijk. Die noodzakelijk is
omdat de aanspraken van bewoners en bedrijven op
de ruimte en voorzieningen vaak de gemeentegrens overschrijden.
Groeikernen zijn gebieden waar veel mensen naar toe trekken
(werk / cultuur / voorzieningen / etc)
Bestuurlijke netwerken = vrijwillige samenwerkingsverbanden tussen
besturen van overheden en maatschappelijke organisaties
Publiek-private samenwerking (pps) = de samenwerking tussen bedrijfsleven (private / gericht op winst) en overheid
(publieke / gericht het behartigen van de belangen van ons allemaal)
Op 2 manieren lossen zij stedelijke problemen op:
1. op basis van de wet gemeenschappelijke regeling: De 8 WGR regio’s worden ook wel netwerksteden genoemd, om
aan te geven dat de omgeving met die stad verbonden is. Die regio’s krijgen geld van het Rijk om stedelijke
problemen op te lossen.
2. bestuurlijke netwerken: vrijwillige samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, de stedennetwerken en de
provincie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DocentAK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.