Samenvatting KVL bij mensen met een beperking
Hoofdstuk 2: Personen met een verstandelijke beperking
2.1 Basisvisies en concepten
1. Terminologie
• Uitgangspunt
o Terminologie weerspiegeld de kijk op mensen
• Vlaanderen en Nederlands (vroeger en nu)
o Vroeger: personen met een mentale handicap
o Nu: personen met een verstandelijke beperking → ALTIJD ZO VERWOORDEN
• Omringende landen
o Fr: Handicap mental, Déficience intellectuele
o UK: Learning disabilities
o VS & Canada: People with intellectual and developmental disabilities
2. Etiologie en classificatie
• Etiologie = oorzaken
o In 40% van de gevallen is de oorzaak niet gekend
• Verstandelijke beperking is multifactorieel bepaald
o Samengesteld uit 4 categorieën van risicofactoren:
▪ Biomedische factoren
▪ Sociale factoren
▪ Gedragsfactoren
▪ Opvoedingsfactoren
→ staan permanent met elkaar in interactie
o Risicofactoren zijn ingedeeld in een ordening
▪ Prenataal = voor de geboorte
▪ Perinataal = tijdens de geboorte
▪ Postnataal = na de geboorte
o Zie kader hieronder, kennen! (p.47)
Prenataal Perinataal Postnataal
Biomedische factoren Leeftijd van de ouders Geboortetrauma’s Hersentrauma’s
Sociale factoren Armoede Tekort aan toegang tot Familiale armoede
zorg bij de geboorte
Gedragsfactoren Alcohol- en Ouders verlaten het Kindermisbruik en
druggebruik door kind verwaarlozing
ouders
Opvoedingsfactoren Tekort aan Ontbreken van Uitgestelde diagnose
voorbereiding op het doorverwijzing naar
ouderschap ondersteunende
diensten bij het
verlaten van het
ziekenhuis
1
,• Classificatie = lijst van syndromen (3 tal kennen)
o Down syndroom
o Prader-Willi syndroom
o Klinefelter syndroom
o Rett syndroom
o Williams syndroom
3. Prevalentie
• 1 tot 3% van de wereldbevolking
• Hogere prevalentie in lageloonlanden
o Armoede
o Gebrek of eenzijdige voeding
o Gebrek aan gezondheidszorg
• Moeilijk te meten? Waarom?
4. Definitie van verstandelijke beperking
• Al veel pogingen ondernomen om een ‘verstandelijke beperking’ te definiëren, o.a. door:
o APA: American Psychiatric Association
o AAIDD = American Association on Intellectual and Developmental Disabilities
→ Groep mensen die elk jaar samenkomt en kijkt of er iets veranderd moet
worden aan de definitie
• Belangrijk om niet enkel naar de verstandelijke beperking te kijken, maar ook naast wat de
persoon graag doet, met wie hij/zij een goede band heeft, drempels… → klemtoon op wat hij
wel kan
• Voorgaande modellen
o Vroeger: verstandelijke beperking is een beperking in het intellectueel functioneren
(= defect staat centraal)
▪ Licht IQ lager dan 70 (85%)
▪ Matig IQ lager dan 55
▪ Ernstig IQ lager dan 40
▪ Diep IQ lager dan 20
o Deze indeling is nu voorbij gestreefd, hoewel er nog vaak gebruik wordt van gemaakt
in de praktijk
• Vandaag hanteren we de definitie van de AAIDD met 4 elementen
o Beperking in het individueel functioneren binnen een context met verwachtingen
o De persoon functioneert beneden het gemiddeld op cognitief vlak (IQ <70)
o De persoon functioneert beneden het gemiddeld op adaptief gedrag
o Het is een ontwikkelingsproblematiek (niet verworven) met een vertraagde of
geblokkeerde ontwikkeling tot 22 jaar. Wanneer de beperking optreedt na 22 jaar (=
verworven) spreken we over mensen met NAH (=niet aangeboren hersenletsel).
2
,5. Beeldvorming
Verstandelijke mogelijkheden Redeneren, plannen, een probleem oplossen, abstract
denken, snelheid van leren
Participatie, interactie en Neemt de persoon deel aan het familiegebeuren, aan het
sociale rollen buurtleven, aan de maatschappij en hoe?
Context Micro: aanvaardt hij zichzelf? de naaste omgeving? Hoe
is zijn karakter en zijn achtergrond? Wat heeft hij
meegemaakt (levensgeschiedenis)?
Meso: aanvaardt de buurt/ de school/de scouts de
persoon?
Macro: geeft de samenleving kansen aan de persoon?
Wat doet de overheid voor deze doelgroep?
3
, • De vragen die we ons als opvoeder/begeleider steeds moeten stellen:
o Is er sprake van ‘goodness of fit’?
o OF: In welke mate zijn de verwachtingen en eisen van de omgeving aangepast aan de
mogelijkheden en beperkingen van de persoon?
o Wat kunnen wij doen om te komen tot een goodness of fit? → ondersteningsplan!
6. Paradigmashift
• Doorheen de jaren is de kijk/ visie op personen met een verstandelijke beperking
geëvolueerd van defectmodel naar burgerschapsparadigma
• Gevolgen
o Als de visie verandert, zie je dit ook in de soort ondersteuning die men geeft.
o Als de visie verandert weerspiegelt zich dat ook in een nieuw vakjargon.
Defect model Ontwikkelingsmodel Burgerschapsmodel
Persoon met beperking Persoon met mogelijkheden Persoon met rechten en
plichten
Verzorging Training, ontwikkeling Ondersteuning bij Kwaliteit
van Leven/ bestaan QOL
Segregatie Normalisatie en Integratie Inclusie
• Inclusie
o Inclusief wonen
o Inclusief onderwijs
o Inclusief werken (= supported employment)
o Inclusieve vrijetijdsbesteding
7. Concept ‘ondersteuning
• Ondersteuning = support
• Mismatch tussen persoon en de omgevingseisen → ondersteuning wil deze kloof zoveel
mogelijk dichten en op die manier de KVL vergroten → ‘de goodness-of-fit’
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisevandurme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.