100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
rechtshandhaving en politie hoorcollege $5.91   Add to cart

Class notes

rechtshandhaving en politie hoorcollege

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege van rechtshandhaving en politie

Preview 3 out of 25  pages

  • November 24, 2023
  • 25
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Den besten & de gier
  • All classes
avatar-seller
RECHTSHANDHAVING EN POLITIE > WEEK 1
Kennisclip week 1:
 Gezag = de macht hebben om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en
bepalen welke prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen > wat de politie moet
doen  Gezag gaat om de vraag hoe de politie ingezet gaat worden met de capaciteit die
vanuit het beheer toebedeeld is gekregen > concrete inzetting van de politiecapaciteit
o Politie treedt strafrechtelijk op  onder verantwoordelijkheid hoofdofficier van
justitie
o Politie treedt op ter handhaving van de openbare orde  onder
verantwoordelijkheid burgemeester
 Beheer = zeggenschap hebben over de organisatie en de instandhouding van het
politieapparaat en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen opdat de politie zo
doeltreffend mogelijk functioneert > wat de politie kan  beheer gaat het om de organisatie
en bedrijfsvoering van de politie > bijv. hoeveel agenten ergens voor worden ingezet > meer
organisatorische taken
o Korpschef heeft de leiding en die moet verantwoordelijkheid afleggen aan de
minister van veiligheid en justitie (hij heeft opperbeheer)
Hoorcollege week 1:
 Rechtshandhaving = het handhaven van de wetten en regels
 Uitganspunt  wetgevende macht kan regels en wetten voorschrijven maar je hebt wel een
instantie nodig die ervoor kan zorgen dat deze ook nageleefd worden
 Twee paradigma’s definitie van handhaven:
o Straffen > zijn wetten en regels en als deze gebroken worden moet je ze straffen
zodat ze de volgende keer het wel naleven > reactieve hoek > reageert op
overtredingen van wetten en regels  bij te hard rijden krijg je een boete en dat is
het enige wat je kan doen
o Doen naleven > je moet ook wel straffen maar je moet er ook proactief voor zorgen
dat mensen wetten en regels gaan naleven  kan op veel meer manieren bestrijden
bijvoorbeeld door herhalingsbordje snelheid
 Politie = rechtshandhavende overheidsinstantie met geweldsmonopolie
o Politie is primaire rechtshandhaver, maar niet de enige> boa’s, marechaussees en
bijzondere opsporingsdiensten
o Politie doet meer dan alleen rechtshandhaving
 Geschiedenis van de politie:
o Duaal stelsel (politiewet 1957) > territoriale splitsing  lokaal
 > 25.000 inwoners eigen gemeentepolitie > verantwoordelijk voor alle taken
binnen dat gebeid
 < 25.000 inwoners > rijkspolitie deed alle taken
o Regionaal stelsel (politiewet 1993) > functionele splitsing  decentraal tenzij
 25 autonome korpsen over de regio
 1 landelijk corps met specialistische taken ook binnen die regio’s
o Nationale politie (politiewet 2012) > 1 politiekorps met 10 regionale eenheden en 1
landelijke eenheid  centraal
 2 belangrijke veranderingen door Nationale politie:
o Indeling van de organisatie
o Verdeling van verantwoordelijkheden op bestuurlijk niveau

, Waarom was nationale politie nodig:
o Problemen met regionaal bestel:
 Aansturen landelijke prioriteit moeilijk > mochten allemaal op eigen manier
werken en prioriteiten stellen
 Grote kwaliteitsverschillen tussen politieregio’s
 Weinig onderlinge samenwerking
o Was toen problematisch > stijging gevoel onveiligheid > meer grensoverschrijdende
criminaliteit en terrorisme > willen dat politie daar effectief tegen optreedt > moeten
meer landelijk aansturen
o Van verzorgingsstaatparadigma (= nadruk burgers helpen en hulpverlening) naar
normatief-repressief paradigma(= nadruk op reactief handelen en strafrechtelijke
handhaving en repressie)
 Regionale bestel vs Nationale bestel:
o Nationale bestel wordt nationaal aangestuurd  zijn dus niet meer autonoom
o Taken hetzelfde gebleven = strafrechtelijke handhaving, openbare orde en
hulpverlening
o Gezag hetzelfde > OVJ en Bm
o Beheer wel veranderd > van korpsbeheerders (burgemeester grootste gemeente)
naar korpschef/minister  eerst regionaal nu nationaal
 Organisatiestructuur:
o Nationaal > korpsleiding en die hebben een staf
o Regionaal > regionale eenheid, landelijke eenheid en het politiedienstencentrum
o Lokaal > districten en daaronder de basisteams (vaak nog wel meerdere plaatsen)
 Nieuwe kaart van organisatiestructuur komt overeen met de arrondissementen
o Voor een efficiënte opsporing is het handig dat dit overeenkomt > coördinatie
opsporing is gemakkelijker geworden
o Sluiten niet meer aan bij de veiligheidsregio’s zoals vroeger > nadeel daarvan is dat
zelfs een basisteam verschillende veiligheidsrisico’s kan bedienen > overlap zorgt
ervoor dat het lastiger is om de openbare orde op lokaal niveau te coördineren
 Gezag = de macht hebben om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en
bepalen welke prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen > gaat om wat de
politie doet
o Hoe zetten we die middelen in > hoe zetten we agenten in
 Beheer = zeggenschap hebben over de organisatie en de instandhouding van het
politieapparaat en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen opdat de politie zo
doeltreffend mogelijk functioneert > wat de politie kan & hoe dit kan worden gerealiseerd >
verantwoordelijk voor de organisatie en de bedrijfsvoering
o Welke wapens, hoeveel mensen, welk uniform, hoe het verdeeld wordt
 Volgt beheer gezag of volgt gezag beheer?
o Officieel > de minister bepaalt wat de politie kan(beheer) en het gezag wat de politie
doet  beheer volgt het gezag. Beheer schept randvoorwaarden voor het gezag om
zijn of haar taken uit te voeren.
o Is aan het beheer om de politieorganisatie zo in te richten dat de wensen van het
gezag ook uitgevoerd kunnen worden > blijkt in de praktijk wat lastiger > staat niet in
de wet dus werkt nog wel eens anders  op lokaal niveau kan het politiewerk soms
niet uitgevoerd worden zoals het gezag het zou willen
o Formeel volgt beheer gezag, maar in de praktijk is het de vraag in hoeverre dat ook
gebeurt

, Gezag wie heeft het?
 Taken van de politie:
o Opsporing van strafbare feiten
o Handhaving van openbare orde en veiligheid
o Hulpverlening
 Is verschillend gezag voor verschillende taken
 Burgemeester  openbare orde en hulpverlening > gaat over het optreden van de politie in
een gemeente ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de
hulpverleningstaak > bestuurlijke politie
 Officier van justitie > de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde of de taken ten
dienste van justitie > justitiële politie
 In principe > ongedeelde politie > politie moet zowel bestuurlijke als justitiële taken
uitvoeren. Is geen functionele scheiding dat de ene gaat over openbare orde en de ander
over opsporing. Sturing van politie is complex > kan op verschillende momenten werken voor
verschillende bazen > moet op elkaar afgestemd zijn
o Openbare orde en veiligheid > is heel lokaal belang
o Justitiële taken > meer landelijk niveau > wil rechtseenheid
 Belangrijk dat ze goed overleggen > Lokaal driehoeksoverleg > politiechef, burgemeester
en officier van justitie komen samen > stemmen taakuitvoering politie met elkaar af
Het beheer, wie heeft het?
 Beheer is gecentraliseerd. Ligt op nationaal niveau bij de korpschef en die doet dat onder
verantwoordelijkheid van de minister van justitie en veiligheid
 Doel is hiervan om minder bestuurlijke drukte te krijgen
 Korpschef maakt het beheerspan, de begroting en het
meerjarenraming en de minister stelt die vast
 Verschil tussen burgemeester en minister van veiligheid en
justitie is heel groot > wat is de link tussen lokaal en landelijk en
wat is dus de link tussen gezag en beheer>
Verbindingen nationale politie:
 Regioburgemeester > namens een eenheid > bestuurlijke
aanspreekpunt van de regionale eenheden en is de schakel
tussen lokale en nationale belangen
 Zij hebben inspraak op het beheer
 Wordt aangewezen per eenheid voor 4 jaar op aanbeveling van burgemeesters uit de regio
o Praktijk vaak burgemeester grootste gemeente in de politieregio
 Regioburgemeester hakt ook knopen door bij het vaststellen van het regionale beleidsplan
en hij moet interveniëren bij onderlinge capaciteitsdiscussies tussen burgemeesters
 Doet de regioburgemeester voornamelijk op basis van
natuurlijk gezag
 Minister kan verzocht worden door burgemeesters om de
regioburgemeester uit zijn functie te plaatsen > legt in zekere
zin verantwoording af aan de overige burgemeesters uit de
eenheid
 Moet ook op regionaal niveau dingen worden afgestemd >
regionale driehoek > op het niveau van de eenheid komt de
regioburgemeester de hoofdofficier van justitie en de
politie(regiochef) bij elkaar  prioriteiten voor politie wordt
bepaald

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noanolte. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91
  • (0)
  Add to cart