Inleiding recht
Examen: 30 vragen: van elk college 3 vragen: kennis – inzicht – toepassing
Meerkeuzevragen, waar/onwaar, combineren (zie ook proefexamen)
1. Kenmerken en definitie van het recht
Recht = geheel van bindende regels
- Gebodsbepalingen (moeten)
- Verbodsbepalingen (niet mogen)
- Verlofbepalingen (mogen maar nt moeten)
Vereiste van gezag: uitvaardiging van het recht
- Dr democratisch verkozen regelgevende organen
- Normenhiërarchie
- Bevoegdheidsverdeling
- Procedureregels
Naleven van het recht afdwingbaarheid
- Rechterlijke macht
- Arbitrage
- Administratieve sancties (GAS-boetes)
Rationeel opgebouwd geheel van enerzijds precies afgelijnde begrippen en anderzijds
normen, waaraan van overheidswege opgelegde (erkende) sancties kleven, die langs
instellingen w afgedwongen en waarvan het de bedoeling is de orde i/d samenleving te
organiseren, te handhaven of te herstellen.
Normenstelsels
Rechtsregels
Sociale en etiquetteregels
o Gedragsregels
o Beleefdheid
Morele regels = ethiek
Godsdienstige regels
Waarom recht?
Regels die een zekere orde brengen
i/d samenleving en rust i/d onderlinge
verhoudingen tssn individuen en groepen
- Historisch gedetermineerd
- Bepaalde (tijdsgebonden) ideologie
1
, - Politiek, sociaal en economisch systeem
- Realisatie v/e beleid
- Doen naleven van bepaalde morele regels
Rechtsgeschiedenis
Romeins recht
o Trias politica = driemachtenleer
o Aansprakelijkheid > Aquila
o Bepaalde adagia
Code Napoleon
o Burgerlijk Wetboek
Kenmerken recht
Nemo censetur ignorare legem: iedereen wordt verondersteld de wet te kennen
Rechtsbedeling
o Beoordeling in concreto, zuiver individuele toepassing van het recht
o Specifieke normen en begrippen
Versus rechtvaardigheid
Structurele spanning tssn de regel en wat als een rechtvaardige oplossing w ervaren
o Bv. procedurefouten
Rechtspositivisme
o Formele bronnen
Natuurrechtsleer
o Algemene universele beginselen
2. Subjectieve rechten ingedeeld
= bevoegdheden om over middelen te beschikken
recht dat individu ontleent aan dat objectief recht
3. Objectief recht ingedeeld
= algemeen, los van concrete situatie, geheel van rechtsregels
3.1 Nationaal recht
Privaatrecht
Verhouding tssn burgers onderling
Gelijke verhouding
Regelen van private belangen van individuen of groepen
Doorgaans van aanvullend recht
2
,Omvat volgende rechtstakken:
- Burgerlijk recht
o Personen- en familierecht
o Verbintenissenrecht
o Bijzondere overeenkomsten
o Aansprakelijkheid
o Vermogensrecht/ erfrecht
- Handelsrecht: regelt statuut van handelaars en commerciële activiteiten
- Vennootschapsrecht
- Gerechtelijk recht: regelt organisatie en bevoegdheid van privaatrechtelijke
rechtscolleges
o Vs. strafprocesrecht
o Gerechtelijke organisatie
- Internationaal privaatrecht
Publiekrecht
(Ongelijke) verhouding overheid/staat – burger
Regels van openbare orde (je mag er nt van afwijken)
Omvat volgende rechtstakken:
- Grondwettelijk recht
- Bestuursrecht
o Uitvoerende macht en administratieve overheden
- Strafrecht
o Limitatieve lijst van strafbare gedragingen en hun sanctie
o Strafprocesrecht
- Fiscaal recht: bepaalt hoe de overheidsinkomsten w gevormd en geïnd
o Directe belastingen: op inkomen, winst en vermogen: w rechtstreeks betaald
o Indirecte belastingen: w via 3e partij betaald aan overheid bv BTW,
successierechten, milieutaksen,…
Gemengde rechtstakken
Economisch recht/ marktrecht (consumentenrecht)
Financieel recht (bv. bescherming van de privéspaarders)
Sociaal recht
o Arbeidsrecht
o Socialezekerheidsrecht
Intellectuele rechten (bv. eigendomsrecht auteur)
4. Bronnen van het recht
4.1 Internationaal en supranationaal
Verdragen: akkoord tssn landen
o Verenigde Naties
o Internationale Arbeidsorganisatie
3
, o Raad van Europa
Verordeningen (duidelijke tekst die onmiddellijk plaats heeft in nationale wetgeving)
en richtlijnen (moet w omgezet in nationale regelvorming)
o Europa
4.2 Belgische wetgeving
Formele wet (echt een wet) vs materiële wet (alle regelgeving die we hebben)
Staatsstructuur
4
, Gron
dwet
o
o
o
o
Inrichting van de Staat: tekent de grote structuur van de staat uit en legt de
fundamentele rechten v/d burgers vast
o Grondrechten en vrijheden burgers
Bijzondere meerderheidswetten
o Regelen staatshervorming: financiering fed. oveheid en gemeenschappen en
gewesten
o Wanneer 2/3 of meer vh parlement akkoord gaat dan pas treedt de wet in
werking
Gewone wet
o Goedgekeurd door Kamer; bekrachtiging dr Koning
Decreten en ordonnanties
o Uitgevaardigd dr gemeenschapsparlementen behalve Wallonië:
gewestparlement
o Hebben kracht van wet (decreten)
o Ordonnanties: zelfde als decreten, alleen geldig in Brusselse Hoofdstedelijke
Raad
Koninklijk besluit
o Uitgevaardigd dr Koning
o Bevat uitvoerende maatregelen die een of meer wetten uitvoeren of
preciseren
o Genummerd: bij crisis: koning krijgt bevoegdheid om zaken te regelen zodat
parlement zich kan bezighouden met andere zaken; daarna moet het wel
bekrachtigd w maar het heeft wel kracht van wet
Ministerieel besluit
o Verdere detaillering van regels uit een KB
Besluit van een gewest- of gemeenschapsregering
o Kunnen uitgevaardigd w door regeringen
5
, - Algemene (ongeschreven) rechtsbeginselen
o Behoorlijke wetgeving
o Niet- retroactiviteitsbeginsel
o Regelgevende akte w uitgevaardigd, werkt nt met terugwerkende kracht
o Rechtszekerheidsbeginsel
- Contract
o Niet in strijd met openbare orde en goede zeden
- Gewoonte (bv. handen schudden bij verkoop van iets)
- Pseudowetgeving (bv. rondzendbrieven: fiscus voegt soms bepaalde regels toe die nt
in de wet staan)
- Paralegale normen (bv. deontologische code: orde der artsen: treedt alleen op als er
klachten zn)
- Algemene en individuele bilijkheid
- Rechtspraak
o Toepassen van de rechtsregel
o In de concrete zaak (geen algemene en als regel geldende beschikking)
- Rechtsleer rechtsvinding
o Geen directe impact, onrechtstreeks wel
Taak van de rechter
Open normen (goede trouw, openbare orde, goede zeden evolutief)
Aanpassing regel aan gewijzigde omstandigheden
Nieuwe rechtsfiguren (rechtsmisbruik)
Vernietiging dr Grondwettelijk Hof/ Raad van State
Interpretatie van de wet
Passiviteit van de rechten i/h privaatrecht
o Partijen zn meester van het geding
o Rechter kan enkel antwoorden op conclusies partijen
o Rechter is nt gebonden dr de dr partijen voorgestelde kwalificatie
Rechter in strafzaken: vooronderzoek dr onderzoeksrechter
5. De gewone hoven en rechtbanken
Supranationaal: Europees Hof voor de Rechten van de mens
- Behandeling klachten tegen lidstaat
- Wegens schending van een fundamenteel recht zoals vervat in het EVRM en de
protocollen daarbij
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Interpretatie van de EU-wetgeving
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jk25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.