HvA HRM jaar 1 Blok 2 Werving & selectie Deeltentamen 2 In de samenvatting is de verplichte literatuur (zie hieronder, alle hoorcollege's en alle werkcollege's verwerkt.
- Workshop HvA
- Artikel op MijnHvA H4, 5 & 6
- Personeelsbeleid heden en morgen H4 94-110
- Leerboek HRM H4 138-147
- Bedrijfsk...
Thema 3 (WÉL tentamenstof)
Literatuur:
- Workshop HvA
- Artikel op MijnHvA H4, 5 & 6
Selecteren zonder vooroordelen
Thema 5 arbeidsmarktcommunicatie en wervingsinstrumenten
Literatuur:
- Personeelsbeleid heden en morgen H4 94-110
- Leerboek HRM H4 138-147
- Bedrijfskundige aspecten van HRM H8 237-247
- Bouwen aan het nieuwe employer brand H2, 3, 4, 5, 6 + ingrediënten
Inzicht in belang van employer branding in relatie tot werving & selectie
Diverse wervingskanalen en -instrumenten beschrijven, keuze beargumenteren en
effectiviteit benoemen
Verschillende stappen van arbeidsmarktcommunicatieplan beschrijven en effectief
toepassen
Thema 6 Selectieplan en -instrumenten en personal branding
Literatuur:
- Leerboek HRM H4 120-149
- Personeelsbeleid heden en morgen 110-128
- Handboek werving en Selectie
Selectieplan opstellen, keuze beargumenteren & effectiviteit benoemen
CV’s, LinkedIn pagina’s selecteren en beoordelen
Eenvoudige kostenberekening maken o.g.v. selectie
Thema 7 Onboarding
Literatuur:
- Artikel T. N. Bauer Onboarding 1-17
Je kunt een selectieplan opstellen en een beargumenteerde keuze maken uit selectie-
instrumenten en de effectiviteit daarvan benoemen en je houdt hierbij rekening met
diversiteit en MVO;
Je kunt CV’s en LinkedIn pagina’s selecteren en beoordelen op basis van eerder
opgestelde criteria;
Je kunt een eenvoudige kostenberekening maken op het gebied van selectie
,Thema 3 (WÉL tentamenstof)
Literatuur:
- Workshop HvA
- Artikel?? H4, 5 & 6
Selecteren zonder vooroordelen
Hoofdstuk 4 Theorie: het ontstaan van stereotypen
Nut Makkelijker om informatie verwerken
Minder informatie over een individu leidt dus tot meer stereotypering.
Noodzaak
Stereotypen verwijzen naar kenmerkende (typische) eigenschappen of gedragingen van sociale categorieën of
groepen. Met behulp van stereotypen geven mensen betekenis aan de vele, ongearticuleerde indrukken die zij van
buitenaf. Stereotypen in het langetermijngeheugen bewaard worden. Het feit dat stereotypen dienen als “heuristics
or shortcuts” bij het vormen van indrukken van mensen, heeft belangrijke consequenties.
Behoefte aan een sociale identiteit
- Stereotypen zijn cognitieve structuren die de categorisering van personen in groepen ondersteunen.
- Twee processen een beslissende rol bij de totstandkoming van stereotypen:
1. Sociale categorisatie waarbij mensen in groepen worden ingedeeld
2. Het onderscheid dat daarbij wordt gemaakt tussen groepen waartoe men zichzelf rekent (in-group ofwel
eigen groep) en andere groepen (out-group ofwel andere groep).
Out-group
Fiske beschrijven hoe stereotypen over andere (out)groepen in te delen zijn:.
1. Warmte-koude dimensie, bevat eigenschappen als sociaal, humorloos, betrouwbaar, vriendelijk, saai, tolerant
en hartelijk.
2. Competent - niet competent dimensie, bevat competentie gerelateerde eigenschappen die in te delen zijn op
een schaal (bijvoorbeeld intelligent, ambitieus, onhandig). De auteurs stellen dat mensen stereotypen “afleiden
uit coöperatieve dan wel competitieve structurele relaties tussen individuen of groepen”.
Dat wil zeggen dat groepen die samenwerken als warm en betrouwbaar overkomen, en groepen die competitief
zijn, als koud en onbetrouwbaar. In hun onderzoek laten Fiske zien hoe de combinatie van deze twee dimensies
interveniëren met categorieën als gender, etniciteit, handicap, leeftijd, seksuele gerichtheid en klasse.
In-group
1. In-group favoritisme voorkeur van de mens gaat hiernaar uit
Het verschijnsel bevoordeling van de eigen groep blijkt ook vaak op te treden bij:
- Een vergelijking van groepen die een gelijke status hebben
- Situaties waarin de eigen groep minder machtig is dan de andere groep.
2. Verband groepsidentificatie en positieve waardering van eigen groep
- Mensen behoren niet tot één sociale groep.
- De mate waarin men zich identificeert met de verschillende sociale groepen waartoe men behoort, is relevant.
3. Homogeniseringseffect
- wij versus zij’-denken
- Neiging om de verschillen tussen groepen te overschatten (heterogeen) en de verschillen binnen groepen te
onderschatten (homogeen). ‘wij zijn onderling verschillend en zij zijn allemaal hetzelfde’
Roltheorie
Veronderstelt dat stereotypen over groepen niet alleen veroorzaakt worden door de behoefte aan een positieve
sociale identiteit van de eigen groep. Bij niet gedragen naar behoren → rolconflict
Soorten
Handicap (bevoorrechte of benadeelde groep)
Leeftijd (ouderen/jongeren)
De behoefte aan een positief zelfbeeld wordt ook als een verklaring gezien voor het bestaan van negatieve
stereotypen over ouderen. “Leeftijdsgenoten begrijpen elkaar”.
Geslacht
Ambivalent sexisme ons leert dat er twee typen vrouwen zijn.
1. Niet-traditionele vrouwen (vrouwelijke professionals, lesbische vrouwen en feministen) worden
gestereotypeerd als ‘goed doch niet aardig’
2. Traditionele vrouwen (huisvrouwen, secretaresses en dergelijke) worden als ‘aardig maar dom’ beschouwd.
Etniciteit
“Autochtonen zijn ‘eigen’, die kennen we het best.
, Hoofdstuk 5 De werking van stereotypen
Automatische activering van stereotypen
De activering is een onbedoeld en onbewust proces
Bij het zien van een persoon uit een bepaalde groep of categorie, die kenmerken worden geactiveerd die
worden geassocieerd met die bewuste categorie of groep.
“hoe sterker de associatie tussen een groep en een kenmerk, hoe groter de kans is dat het zien van een groepslid
leidt tot activering van dat kenmerk”
Onderzoek van Macrae laat zien dat stereotypen automatisch geactiveerd worden in omstandigheden waarin men
is gericht op het waarnemen van personen. VOORBEELD een sollicitatie- of intakegesprek.
Hier treden dan de negatieve effecten van stereotypen op
Stereotypen verdelen
Descriptief beschrijvend/ typische gedragingen > Vrouwen houden van shoppen OF mannen willen grote auto’s
Prescriptief voorschrijvend > Mannen mogen niet huilen OF > Vrouwen behoren met de benen gekruist te zitten
Negatief > oudere werknemers zijn langzaam
Positief > oudere mensen hebben veel ervaring
Expliciet bewust
Impliciet onbewust
Onbewust negatieve stereotypen activeren een aantal factoren van belang:
- Hoe vaak de stereotypering wordt gebruikt
- De beschikbare informatie
- De specifieke context
- De centrale tendentie
- De variabiliteit.
Wanneer stereotypen veel gebruikt worden, zijn ze sneller toegankelijk. hoge distinctiviteit.
Twee factoren van belang bij de bepaling hoe sterk een bepaald stereotype is: centrale tendentie en variabiliteit
Bij een hoge centrale tendentie en een lage variabiliteit zal een stereotype sneller geactiveerd worden.
Gevolg van activering: assimilatie en contrast
Assimilatie
= het effect dat informatie zo wordt waargenomen dat de waarneming overeenkomt met stereotype.
Dit gebeurt ook bij informatie over een persoon die afwijkt van het algemene stereotype.
Contrast-effect
Treedt op wanneer de informatie over een persoon inconsistent is met stereotype, dat assimilatie niet mogelijk
Gevolg = dat gedrag in de waarneming alsnog extremer wordt waargenomen.
VOORBEELD Zeer assertieve vrouwen, die niet voldoen aan het stereotype dat vrouwen bescheiden zijn.
De waarneming van dergelijke vrouwen zal niet geassimileerd worden met dit stereotype, maar juist als
extreem gedrag worden geclassificeerd.
Hoofdstuk 6 Theorie: voortbestaan, bevestiging en versterking van stereotypen
Self-fulfilling prophecy
Wanneer je denkt dat het niet lukt, dat dit ook het resultaat is
Bevestigen van stereotype
VOORBEELD die te maken heeft met een klas ‘andere sociale achtergrond’ vervolgens past deze de stof aan →
makkelijker. Studenten maken de algemene toets + halen de toets niet doordat de stof te moeilijk is.
Stereotype threat
Puur feit van aanwezige stereotype resulteert in gedragingen van deze groep
VOORBEELD: vrouwen kunnen geen wiskunde → prestaties zullen door deze uitspraak minder zijn
ONDERZOEK: verpleegkundigen moesten medicijnen berekenen
Groep 1 geen hoop groep 2 onderdeel opleiding
Groep 2 deed het goed groep 1 niet
Gebrekkige/ irrelevante informatie
Te weinig informatie (van belang) → zelf invullen
Subtypering
Manier van dealen met mensen die niet tot stereotype behoort
VOORBEELD Grote groep = vrouwen, Vrouw die carrière maakt → Subcategorie = vrouw met carriere
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelcp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.