Voeding en Dietetiek, Fysiotherapie, Logopedie, Ergotherapie
Dieetleer
All documents for this subject (53)
1
review
By: Kawtar1309 • 2 year ago
Seller
Follow
lottebrands
Reviews received
Content preview
Samenvatting dieetleer
Onder een dieet verstaan we een voeding die om medische redenen aan specifieke eisen moet voldoen
ten behoeve van een individu. Het dieetvoorschrif is het programma van eisen, dat aan het dieet ten
grondslag ligt. En het dieetadvies is een ‘vertaling’ van het dieetvoorschrift in voedingsmiddelen. De
dieetkenmerken geven informatie over de hoofdlijnen van de behandeling en het dieetvoorschrift. Een
voedingsadvies is de vertaling van de Richtlijn goede voeding in voedingsmiddelen.
Week 1: Nierinsufficiëntie
PowerPoint Predialyse chronisch nierfalen – les 1
Functie nieren: afvalstoffen uit bloed verwijderen, vocht en zout/mineraalbalans regelen, bloeddruk
regulatie, rode bloedcellen aanmaken, hormonen aanmaken, rol bij botstofwisseling.
Voedingsanalyse: eiwit, natrium, kalium, fosfaat, vocht, verzadigd vet, vezels, volwaardigheid voeding
Dieetadvies
EN : H&B X 1.3
Eiwit: 0,8 g eiwit x actueel gewicht Bij BMI <20 kg/m2 = 20
Bij BMI >27 kg/m2 = 27
overvulling: gewicht voorafgaand
Natrium: beperking bij hypertensie en/of albuminurie: 2000-2400 mg
Kalium: beperking op geleide van laboratoriumbepalen: bij serum kalium >5,0 mmol/L: 2000-3000 mg
afhankelijk van voedingsanamnese en/of gebruik kaliumveralgende medicatie
Fosfaat: beperking op geleide van laboratoriumbepalingen: bij serum fosfaat >normaal waarde of iPTH
>normaalwaarde: fosfaat 800-1000 mg, waarbij dit een adequate eiwitinname niet in de weg mag staan.
Indien fosfaatbindende medicatie geïndiceerd is, zal afstemming van fosfaatbindende medicatie op
fosfaatintake nodig zijn.
Calcium: <2000 mg elementair calcium, dit is incl. het calcium verkregen uit fosfaatbinders op basis van
calcium
Vocht: 1,5-2 liter per dag
Voeding samenstelling voor zover mogelijk volgens adviezen: richtlijnen Goede Voeding
Fosfaatbinders
- een verstoorde calcium- en fosfaathuishouding is een belangrijk gevolg van chronisch nierfalen. Dit kan
leiden tot ernstige complicaties, met name in de botten en bloedvaten. Naast calcium en fosfaat spelen
ook PTH en vitamine D een rol in dit proces.
-hyperfosfatemie moet behandeld worden door intensieve dieetbehandeling, fosfaatbinders en
afstemming van het dialyseregime
- fosfaatbinders: een fosfaatbinder bindt in het maag-darmkanaal fosfaat waardoor de resorptie van
fosfaat in het maag-darmkanaal vermindert. De meest gebruikte fosfaatbinders zijn op basis van
metaalionen, waaronder calcium.
Chronisch nierschade dieetrichtlijn
achtergrond informatie: algemeen: diagnose – mineraal & botstoornis - ijzermetabolisme
Dieet bij chronische nierschade
1.(Para) medische gegevens
1.1 ziektebeeld
Klachten: ten gevolge van metabole veranderingen zoals moeheid, jeuk, smaakveranderingen, anorexie en
misselijkheid
,Complicaties: cardiovasculaire problemen, infectie, gastro-intestinale klachten, overvulling, verslechtering
voedingstoestand.
Achtergrond informatie diagnose: nierschade wordt gedefinieerd als pathologische afwijkingen of
aanwezigheid van markers van nierschade, waaronder afwijkingen in bloed- of urinetests of
beeldvormende onderzoeken.
acuut nierfalen = wanneer de functies van de nieren binnen enkel uren of dagen utivallen spreekt men
van acute nierschade. De urineproductie loopt terug tot minder dan 400 ml of zelfs 0-100 ml per dag. In
principe is herstel mogelijk bij acute nierfalen wanneer de oorzaak bekend is.
chronische nierfalen = wordt gekenmerkt door een langdurig beloop, in ieder geval over een aantal jaren,
waarbij geleidelijk een steeds groter verlies van de nierfunctie optreedt. Doordat nieren een enorme
reservecapaciteit hebben, duurt het soms jaren voordat chornische nierschade opgemerkt wordt.
Oorzaken
- Pre renale: nier zelf is normaal, maar veroorzaakt een afwijking die voor de nier gelegen is voor
onvoldoende nierfunctie, doordat de nierdoorbloeding en daardoor de glomerulusfiltratie onvoldoende is.
(shock belangrijkste oorzaak)
- Post renale: hierbij is de oorzaak gelegen achter de nieren, in de afvoerende urinewegen waardoor een
obstructie van de urineafvloed ontstaat. De meest voorkomende oorzaken zijn nierstenen, prostaatkanker
en blaaskanker.
- Renale oorzaken: in de nier gelegen, schade aan tubuli, interstitium of de glomeruli
Diagnose auto-immuunziekten, systeemziekten, erfelijke nierziekten, nierbekkenontsteking,
hypertensie, vasculaire aandoeningen, DM1/2, niertumoren
Stadiëring: de nierfunctie wordt uitgedrukt in eGFR (estimated glomerular filtration rate). Bij patiënten
met chronische nierinsufficiëntie moet het stadium van de ziekte worden vastgesteld op grond van het
niveau van eGFR en de eventuele aanwezigheid van proteïnurie, onafhankelijk van de diagnose.
De kleurcodering is gebaseerd op het relatieve risico op
overlijden, cardio-vasculaire eindpunten en het optreden
van actuur nierfalen en eind-stadium nierfalen.
-klachten treden meestal pas op bij eGFR 30 ml/min of
minder. Anders dan bij acute nierschade blijft de
urineproductie meestal ong. normaal tot de nierfunctie
bijna terminaal is geworden.
Er wordt overgegaan op nierfunctievervangende therapie
als de restfunctie slechts 3-5%, als er sprake is van DM of in
een eerder stadium bij het bestaan van uremische
klachten.
,Normaal- en streefwaarden:
Een aantal aspecten zijn van invloed op de referentiewaarden: leeftijd, geslacht, zwangerschap,
voedingspatronen, medicatie, moment van bepaling, analysemethode in het laboratorium, eenheid
waarin iets is gemeten (% of in metrische eenheid) zie schema’s in richtlijnen.
Vitaminesuppletie:
Er wordt verondersteld dat bij dialyse, zowel HD als PD, water-oplosbare vitamines deels worden
uitgefilterd. Om die reden wordt standaard suppletie geadviseerd ongeacht de samenstelling van voeding.
(vaak vitamine K deficiënte bij dialysepatiënten, antistolling spelen rol)
1. Vitaminesuppletie bij dialyse (algemeen):
- naast intake van voeding B12 suppleren, intake onder behoefte bij dialysepatiënten, overdosis niet
toxisch
- Biotine VB8, door verminderde intestinale absorptie en <eiwit intake gepaard met lage B8
- hogere pyridoxine VB6 intake
3. Vitaminesuppletie bij chronische nierschade: gebruik van bruistabletten moeten vanwege
natriumbelasting worden ontraden. Om intoxicatie bij verminderde nierfunctie te voorkomen, is het
raadzaam een supplement te kiezen dat per dagdosis 50% tot max. 100% ADH levert.
4. Vitamine d3: uit onderzoek blijkt dat meer dan 70% een vitamine D3 tekort heeft. Er is mogelijk een
beschermende rol van VD3 in het ontstaan van hart- en vaatziekten, betrokken bij immuunziekten,
ontstekingsremmende en antimicrobiële stoffen, remt product en ontwikkeling van ontsteking
stimulerende cellen en cytokines.
5. Vitamine K: hemodialysepatiënten hebben een functionele vitamine K deficiëntie. Vitamine K vervult
een sleutelrol bij het behoud van sterke botten en gezonde bloedvaten, effect van suppletie is onv.
IJzermetabolisme en anemie: Bij chronisch nierfalen kan renale anemie ontstaan doordat de nieren bij
verdere beschadiging onvoldoende EPO aan kunnen maken. Behandeling bestaat uit toediening van EPO,
veelal aangevuld met een ijzerpreperaat. Een juiste inname van oraal ijzer is essentieel voor een adequaat
effect. Gelijktijdig innemen met calcium uit zuivel of calciumhoudende fosfaatbinders moet worden
voorkomen.
1.IJzermetabolisme IJzer is een belangrijk element, een van de micronutriënten die we in kleine
hoeveelheden nodig hebben voor: zuurstoftransport, vrijmaken van energie in mitochondrieën. Het
bevindt zich vooral in de rode bloedcellen Hb en een klein deel in de spieren. De rest is opgeslagen in de
vorm van ferritine in macrofagen, milt, beenmerg en darmmucosa. Transport via -> bloedplasma via
transferrine.
2.IJzerkringloop wanneer het lichaam ijzer nodig heeft, wordt dit vrijgemaakt uit de macrofagen en
hepatocyten. Via de ferroportine poort verlaat ijzer de cel. Ijzer bindt aan transferrine en wordt op die
manier getransporteerd naar het beenmerg of ander weefsel.
Gem. wordt er 25 mg/dag vrijgegeven en opgenomen door de macrofagen en lever.
3. IJzerterkort absoluut: ontstaan door veel bloedverlies
functioneel: ontstaat doordat ijzer niet kan worden vrijgemaakt uit de cellen. Er is genoeg ijzer in het
lichaam, maar komt niet op de plaats van bestemming.
Hepcidine: blokkeert de ferroportine poorten, waardoor de ijzerafgifte aan bloedplasma geremd
wordt en daarmee ook de beschikbaarheid van ijzer voor de erytropoëse afneemt.
Bloedwaarden:
-Hb: concentratie hemoglobine in het bloed
- ferritine: maat voor opgeslagen ijzer in de cellen
- transferrine saturatie: maat voor het circulerend ijzer, de verzadiging in het bloed
, Wanneer er sprake is van functioneel ijzertekort, kan het ferritine als maat voor de ijzerstatus
onbetrouwbaar zijn. Reden is dat ferritine een acuut fase eiwit is dat verhoogd is bij ontsteking, evenals
het hepcidine. Er is dan waarschijnlijk voldoende ijzer opgeslagen, maar dit ijzer kan de cel niet uit. Er kan
dus sprake zijn van ijzertekort terwijl de ferritine-waarde normaal of verhoogd is. Zoals hierboven
beschreven kan de reden een ontsteking zijn, daarom is het raadzaam om bij bloedonderzoek ook CRP te
meten. Een verhoogd CRP geeft aan dat er sprake is van een ontsteking. Wanneer het CRP verhoogd is, is
ferritine onbetrouwbaar. Het is dan belangrijk om de TSAT te meten of er voldoende ijzer beschikbaar is
voor de weefsels. Een te lage TSAT geeft aan dat er onvoldoende ijzer beschikbaar is voor de weefsels, er is
weinig ijzer gebonden aan transferrine.
IJzerdeficiëntie anemie
- ijzerdepletie: de hoeveelheid opgeslagen ijzer is verlaagd en TSAT is licht verlaagd. Er is voldoende ijzer
voor de erytropoëse
- ijzerdeficiëntie erytropoiëse: de hoeveelheid opgeslagen ijzer is verder verlaagd. TSAT is te laag, lager dan
15%. Verstoorde erytropoiëse!
- ijzerdeficiëntie anemie: er is geen opgeslagen ijzer meer, TSAT is te laag, lager dan 10% en het Hb is te
laag.
Symptomen: kortademigheid, vermoeidheid, verminderde fysieke prestaties, verminderde concentratie,
verhoogde vatbaarheid voor infectie, bleke huidskleur, haartuival, brokkelige nagels.
EPO: vanwege de beperkte levensduur van rode bloedcellen is continu aanmaak van nieuwe rode
bloedcellen nodig. Deze aanmaak vindt in het beenmerg plaats. Hiervoor is naast ijzer ook het door de
nieren geproduceerde hormoon erytropoëtine EPO nodig. De nieren maken EPO zodra er in het lichaam
een zuurstoftekort wordt gesignaleerd. Bij nierinsufficiëntie kan de aanmaak van EPO tekort schieten en
kan renale anemie ontstaan
Aandachtspunten bij gebruik oraal ijzer:
- op nuchtere maag (15-30 min voor de maaltijd) meest effectief
- inname tijdens maaltijd verminderd klachten, maar opname is dan slechter
- opname is pH afhankelijk -> wordt alleen in ferro vorm opgenomen. Bij een hogere pH wordt ferro
omgezet in ferri waardoor de opname slechter wordt
- opname bevordert door vit C., preparaat innemen met sinaasappelsap
- opname geremd door calcium en cafeïne
- ijzerpreperaten niet gelijktijdig innemen met calciumhoudende fosfaatbinders.
IJzerrijke voeding: roosvicee fruitkracht ferro: 10 ml siroop 10 mg ijzer
Diëtistische gegevens & Behandelplan
Nutritional assessment: BMI, gewichtsverloop, eiwitinname, screening ondervoeding
Doel & behandel progressiefactoren:
- bijdrage leveren aan vertraging achteruitgang nierfunctie
- ondersteunen bloeddrukregulatie
- bijdrage leveren aan verminderde proteïnurie
- indien van toepassing: bijdragen leveren aan goede diabetusregulatie
- bijdrage leveren aan normalisering van serum urine zuur
Behandeling complicaties:
- bijdrage leveren aan behandeling anemie
- bijdrage leveren aan goede calcium- en fosfaathuishouding; streven naar normaalwaarde serum fosfaat =
0,7 – 1,5 mmol/L en serum calcium 2,1 – 2,55 mmol/L
- bijdrage leveren aan de behandeling van metabole acidose, streven naar serum totaal bicarbonaat >22
mmol/l
- regulering van e elektrolytenbalans; streven naar serum kalium <5,0 mmol/l
- uitstellen uremische klachten
- bewaken voedingstoestand, voorkomen ondervoeding, verminderen vochtretentie.
Kenmerken:
1.energie: basaalmetabolisme inschatten H&B x 1,3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebrands. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.