Dit document bestaat uit een samenvatting van module 1 t/m 8 van Economie voor 4 en 5 HAVO. Met dit document heb ik mijn economie examen ruim gehaald. Er zitten voorbeelden in van berekeningen en een ezelsbruggetje. Een echte aanrader!
Behoeften: zaken die je nodig hebt of wilt hebben
Primaire behoeften: je eerste levensbehoeften. deze dingen heb je nodig om in leven te blijven.
vb: eten, drinken
Secundaire behoeften: zaken die je wilt hebben maar niet noodzakelijk zijn. vb: auto, mobiel
Middelen: dit heb je nodig om in je behoeften te voorzien. Je middelen zijn beperkt.
Middelen zijn: vrije tijd, geld, bezittingen
Alternatief aanwendbaar: op welke manier kun je iets gebruiken?
Aanwendingsrichting: op welke manier kun je iets gebruiken en welke levert het meeste op?
Budgetlijn: op deze lijn kun je alle combinaties van producten zien die je voor jouw (beperkt)
budget kunt kopen
Beschikbaar budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)
, Hoofdstuk 2
Ruil: komt tot stand wanneer beide partijen er voordeel bij hebben
Directe ruil: je ruilt goederen en/of diensten tegen andere goederen en/of diensten
Indirecte ruil: je ruilt goederen en/of diensten tegen elke vorm van geld (creditcard, cheque,
bankpas, gewoon geld)
Economie in autarkie: mensen ruilen NIET! puur zelfvoorzienend.
Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid productie
Van 1 medewerker
In een bepaalde periode
Verhoging van APT (arbeidsproductiviteit)
Betere arbeidsomstandigheden
Bonus geven op het moment dat iemand meer maakt en/of diensten levert dan het gemiddelde
Scholing
Specialisatie
Mechanisatie en automatisering
Tegenkomen transactiekosten
Advertentiekosten
Tijd
Opstellen van een contract
Gespecialiseerde kennis
Benzine
Waarom wil iemand weten hoe groot de arbeidsproductiviteit is?
De investering van buitenstaanders
Je wilt weten hoeveel mensen je in dienst moet hebben
Om de loonkosten per product onder controle te kunnen houden (het liefst verlagen)
Wat kan ik nu doen met mijn 90 cent voordeel?
Als de verkoopprijs hetzelfde blijft heb ik meer winst
Uitbreiden: machines kopen
Verkoopprijs verlagen
Marktaandeel gaat omhoog
Combinatie van de bovenste opties
, Hoofdstuk 3
Chartaal geld: munten en biljetten
Giraal geld: de tegoeden op de betaalrekening (LET OP!! de tegoeden op een spaarrekening
horen hier niet bij!)
3 functies van geld:
Ruilmiddel (indirecte ruil)
Oppotmiddel (spaarmiddel)
Rekenmiddel: je gaat producten vergelijken NIET op basis van de eigenschappen van het
product maar aan de hand van de waarde (het prijskaartje)
4 technische vereisten van geld:
Als wij een nieuw soort geld gaan verzinnen moet het aan 4 eisen voldoen
Het moet handzaam zijn (je moet het makkelijk mee kunnen nemen)
Deelbaar zijn (bijv. 1 euro of 5 cent etc.)
Duurzaam zijn (lang mee kunnen gaan)
Het moet niet makkelijk na te maken zijn
Finuciair geld: wij hebben vertrouwen in onze vorm van geld
Intrinsieke waarde van geld: de waarde van de materialen in de munt
Extrinsieke waarde van geld: de waarde die op de munt staat
Interne waarde van geld: geeft de koopkracht aan van de munt of het bankbiljet
Wet van Gresham: het materiaal moet minder waard zijn dat de waarde die op de munt staat. (m.a.w.
de intrinsieke waarde van het geld moet minder zijn dan de extrinsieke waarde)
Indexcijfers: gebruik je om een verandering over een langere periode in 1 opslag te kunnen
zien
Het basisjaar is altijd 100 en kan willekeurig gekozen worden
Bij elke verandering is altijd ten opzichte van het allereerste jaar (basisjaar)
Indexcijfers kun je voor alles gebruiken
Te veel geld in omloop
Prijsverandering (grondstoffen worden duurder, de lonen stijgen)
Deflatie: Geld wordt meer waard + de prijzen gaan omlaag
De overheid wil liever inflatie dan deflatie omdat mensen anders gaan wachten met geld uitgeven.
, Module 2
Hoofdstuk 1
Individuele vraag → Verband tussen de prijs v een product en het aantal eenheden dat je voor
die prijs wilt kopen.
De individuele vraag geeft de betalingsbereidheid voor een product weer.
Betalingsbereidheid → Maximale prijs die een consument wil betalen per producteenheid bij
een gegeven aantal eenheden v het product.
Welbevinden → Mate waarin een consument zijn behoeften bevredigt door de inzet v
schaarse middelen.
Gevraagde hoeveelheid → Hoeveelheid die gevraagd wordt bij een bepaalde prijs
Consumentensurplus → Verschil tussen prijs en betalingsbereidheid voor alle eenheden die
een consument v een product koopt.
Y-as = prijs = p
X-as = hoeveelheid = q
Je individuele vraag naar producten wordt beïnvloed door:
1. Individuele voorkeuren
2. Beschikbare budget
3. Aanwezigheid van substitueerbare producten → kunnen andere producten vervangen
4. Aanwezigheid van complementaire producten → 2 producten nodig om in een
behoefte te voorzien
5. Exogene factoren → omstandigheden waar je geen invloed op hebt, zoals het weer of
e verkeersdrukte.
Individuele vraaglijn → Geeft bij verschillende prijzen aan hoeveel eenheden een individuele
consument v het product wil kopen.
Afzetgebied → Gebied waar de producent iets verkoopt
Collectieve vraag is de optelsom v alle individuele vraaglijnen.
Collectieve betalingsbereidheid
Maximaal aantal eenheden dat bij een gegeven prijs door een groep consumenten als geheel
wordt afgenomen.
Collectieve vraaglijnen
Geeft bij verschillende prijzen aan hoeveel eenheden een groep consumenten v het product
wil kopen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janinecorneliatroost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.