Samenvatting: groepsdynamica.
Deel 1: groepen en teams.
1.Groepen en teams.
1.1. Wat is een groep?
De kenmerken van een groep:
Doel: gezamenlijk doel bereiken.
Vb. Een groep vrijwilligers die instaat voor de maaltijdbedeling bij kansarmen ervaart dagelijks dat het niet
haalbaar zou zijn indien elk lid deze taak als individu op zich zou nemen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel,
namelijk mensen in kansarmoede voedsel geven.
Onderlinge afhankelijkheid.
Vb. Een groep voetballers is afhankelijk van elkaar om te scoren. Wanneer een groepslid een rode kaart
krijgt, lokt dat vaak ook een reactie uit bij de andere spelers.
Interactie: directe contacten met elkaar.
Vb. De groepsleden kunnen iedereen aanspreken in een klasgroep. Ze hebben direct contact met elkaar. Ze
reageren op elkaar en interageren met elkaar.
Sociale eenheid: twee of meer personen, die zichzelf als lid v/d groep beschouwen.
Vb. Een aantal studenten die jaarlijks naar Hongarije trekken om daar te gaan werken met personen met een
VB, zie je in de luchthaven in groep verzamelen en ze dragen ook allemaal hetzelfde T-shirt, waardoor je in
een oogopslag ziet wie al dan niet tot de groep behoort.
Wederzijdse beïnvloeding.
Vb. In de studentenclub bereiden de leden van het presidium samen de studentendoop voor. De ene vindt
dat het vooral leuk moet zijn. De andere vindt dat er vooral veel bier gedronken moet worden. De
groepsleden van het presidium beïnvloeden elkaar tijdens de voorbereidende vergaderingen.
Normen en rollen: interacties worden door een aantal normen en rollen gestructureerd
(schriftelijk/mondeling).
Vb. In de Chirogroep van Emil vinden ze het belangrijk dat je stoer bent. In de wintermaanden gaat Emil met
korte broek naar de Chiro. Wanneer zijn vriendje, die niet naar de Chiro gaat, vraagt of het niet te koud is,
zegt Emil: “Dat is gewoon zo bij ons, mietjes zijn niet toegelaten in de Chiro.”
Remmelswaal: “Normen vergemakkelijken het samenwerken en de omgang met elkaar in de groep omdat iedereen
weet wat men van de andere groepsleden mag verwachten en wat er van hen verwacht wordt.”
Groepsnormen = doorgaans onuitgesproken gedragsregels die voor ieder individu in de groep gelden.
Conformiteit =de mate waarin groepsleden zich aanpassen aan de geldende groepsnormen.
Uniformiteit = het met elkaar in overeenstemming zijn, de eenheid of samenhang.
1
,1.2. Wat is een team?
Een team = twee of meer individuen waartussen er sociale interactie is en die een of meer gemeenschappelijke
doelen hebben. De personen zijn afhankelijk van elkaar en iedereen heeft een eigen, toegewezen, specifieke rol of
functie.
(Hier wordt niet ingegaan op wederzijdse beïnvloeding en sociale eenheid.)
Grote verschil met een groep: Een team heeft geleerd zicht te ‘verbinden’ (= samenwerken aan een bepaald doel).
Binnen een team is bij de leden het besef aanwezig dat ze door samen te werken in staat zijn een doel te bereiken
dat groter is dan ieders individuele kracht.
De kenmerken van een team:
Twee of meer leden met onderlinge afhankelijkheid.
Vb. Een team in de welzijnssector kan hulpverlening van cliënten niet realiseren zonder met elkaar samen te
werken. Het individueel vervullen van de taak is niet mogelijk omdat niemand 24/7 cliënten kan/wil
begeleiden.
Taak vervullen: taakafhankelijkheid.
Vb. Wanneer de psychomotorische therapeut in de kinderpsychiatrie een sessie met een jongere begeleidt
waarbij bepaalde emoties worden losgemaakt, dan is hij nadien afhankelijk van de leefgroep-begeleider die
de jongere zal ondersteunen. Iedereen heeft een specifieke taak in het begeleiden van deze jongere naar
een gezamenlijk doel.
taakafhankelijkheid = mate waarin een teamlid, informatie, materialen en ondersteuning nodig heeft en daarvoor
afhankelijk is van andere teamleden om zijn effectief te kunnen uitvoeren.
Organisatorische verband: team is deel van een groter verband, de organisatie. Ze beïnvloeden elkaar.
o Team dat zich aan die invloed probeert te onttrekken, pleegt vluchtmisdrijf en zal zichzelf buitenspel
zetten. Elk team heeft een eigen gezicht omdat het een eigen doel nastreeft. Maar dat eigen gezicht
en doel moet kunnen afgestemd worden op het eigen gezicht en de globale doelstellingen van de
voorziening.
o Organisatie die niet openstaat voor de eigenheid van elk team, snijdt de pas af voor creativiteit en
persoonlijkheid bij het realiseren van de uiteindelijke doelen. Op die manier plegen ze een aanslag
op zichzelf.
Gedeelde waarden en normen.
Vb. Een team in een jongerenadviescentrum draagt diversiteit hoog in het vaandel. Zij gaan elke vorm van
uitsluiting tegen. In hun begeleiding staat het recht op menswaardig leven voor elke jongere centraal.
Een groep wordt een team als:
Het teambelang voorgaat op het eigenbelang.
Er cohesie is.
Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijk doel.
Er een goede samenwerking is.
Iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Iedereen elkaar waardeert.
De communicatie op een goede manier verloopt.
Successen een gezamenlijk resultaat zijn.
2
, 2.De ontwikkelingsfases van Tuckman.
2.1. Bespreking van het model.
Zowel bruikbaar in groepen, als in teams.
Initieel 4-fasenmodel, later aangevuld met het afscheid van de groep: adjouring.
Tuckman stelt dat groepen zich in elke fase met andere thema’s bezighouden en dat dat het gedrag van de groep
beïnvloedt.
In elk stadium heeft de groep een licht verschillend doel. Tuckman is ervan overtuigd dat dat een team/groep
verschillende stadia moet doorlopen om uiteindelijk effectief te kunnen samenwerken of functioneren.
1. Forming/vormfase. 2. Storming/stormfase.
Het team wordt gevormd. Team wordt hechter en vertrouwen wordt gewonnen.
Centrale persoon: groeps- of teambegeleider. Individuele persoonlijkheid van teamleden komt naar
boven.
Teamleider: begeleidende rol, hij stimuleert de
teamleden om vrijuit te spreken en open te staan voor
elkaar.
Einde aan de vormfase wanneer de leden de afwachtende
houding loslaten en spontaner op elkaar reageren. De Einde aan de stormfase wanneer er structuur en/of hiërarchie
leden zien zichzelf meer als een deel van de groep. ontstaat.
Kenmerken: Kenmerken:
De teamleden kennen elkaar nog niet. De rollen worden duidelijk bepaald en afgebakend.
De teamleden zijn onwennig, onzeker en angstig. Er ontstaan onderlinge irritaties en conflicten.
Ze zijn sterk afhankelijk van een teamleider. De leden komen op voor hun eigen belangen.
De teamleden nemen weinig/geen initiatief. Het ‘ik-gevoel’ is meer aanwezig als ‘wij-gevoel’.
Ze communiceren beleefd. De teambegeleider wordt bekritiseerd.
Ze voeren de opdrachten netjes uit. Grenzen worden uitgetest.
Ze houden hun eigen mening vaak nog achter. Er worden coalities gevormd om de eigen belangen te
Ze relativeren latente (=onzichtbare) conflicten. verdedigen.
Er groeit verzet tegen het uitvoeren van taken of tegen
het leiderschap.
Er worden onderlinge kritieken geuit.
Gebeurtenissen worden in kleine groepjes besproken.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaooghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.