HOOFDSTUK 2: LEGITIMERING VAN
OPVOEDINGSONDERSTEUNING.
1. HISTORISCHE CONTEXT.
1.1. VROEGER.
LIBERALE NACHTWAKERSSTAAT.
- 19e eeuw.
- Moralistische periode: interveniëren in het gezin vanuit morele en religieuze beweegredenen.
- Norm: patriarchale, burgerlijke gezin.
- Feminisering van opvoedingstaken + verheerlijking van de moederrol.
- Filantropisch en caritatief geïnspireerd vrijwilligerswerk (focus op moeder- en kinderzorg)
Voorbeelden: zuigelingenraadplegingen, melkkeukens, bewaarscholen.
Decontextualisering en culpabilisering = moeders uit de arbeidsklassen werden met de vinger gewezen en ervan
beschuldigd hun opvoedkundige taken te verwaarlozen en op die manier kindersterfte en sociale onrust in de hand
te werken.
Nachtwakersstaat = de overheid moeit zich niet met de opvoeding en de burgers. De verantwoordelijkheid wordt bij
het gezin zelf gelegd. De overheid zorgt dan weer wel voor de veiligheid door krijgswacht en politie.
GERATIONALISEERDE OVERHEIDSINMENING.
- tweede helft 19e eeuw.
- Eugenetica en statistiek als legitimering voor preventie.
- Institutionalisering en pedagogisering (kinderwetten 1901).
- Kinderen als kapitaal, de toekomst.
- Ouders = verantwoordelijk: de toekomst van de maatschappij zou worden bepaald door de manier waarop
kinderen werden opgevoed. Ouders niet alleen verantwoordelijk voor het welzijn van hun kind, maar ook
dat van de samenleving als geheel.
Eugenetica = onderzoek naar het verbeteren van de genetische samenstelling van een populatie, vaak de menselijke
bevolking.
Institutionalisering = het proces om iets te plaatsen (in deze context: scholen), binnen een sociaal systeem of de
samenleving.
1
,SOCIAAL-DEMOCRATISCHE WELVAARTSTAAT.
- Periode na de oorlog.
- Wederopbouw van economische leven, gepaard met geleidelijke uitbouw van sociale zekerheid.
- Welvaart wordt welzijn: van algemeen niveau naar individueel niveau.
- Sociale welvaartsstaat ➔ interventiestaat.
- Detraditionalisering van het dagelijkse leven, grotere morele vrijheid en nadruk op individuele
ontplooiingsmogelijkheden.
- Geloof in maakbaarheid: levenshoge verantwoordelijkheid en herculpabilisering van de ouders.
OPKOMST VAN HET NEO LIBERALISME.
- 1980: economische crisis.
- Verzorgingsstaat ➔ sociale investeringsstaat: strakke budgettaire kader verplichtte de overheid om te
evolueren.
Maximale sociale bescherming van burgers werd ingeruild voor een activerend discours en een sterkere
nadruk op preventie.
Activerend discours = ouders worden geactiveerd om de opvoeding in eigen handen te nemen, omdat er niet
genoeg geld is van de staat om in te zetten op ondersteuning.
Sociale investeringsstaat = een staat wil investeren op sociaal vlak, maar niet iedereen kan ondersteund worden,
dus ze gaan voor preventie.
1.2. EN NU?
• Ouders (voornamelijk moeders) worden steeds als unieke en centrale opvoedingsverantwoordelijken gezien.
• Individualisering van sociale problemen en de daarmee samenhangende responsabilisering en normalisering van
opvoeders zijn blijvend aanwezig.
• Veel aandacht voor opvoedingsondersteuning.
2. AANDACHT VOOR OPVOEDINGSONZEKERHEID.
2.1. TENDENSEN.
• Verdwijning of verdunning van informele sociale netwerken.
Toegenomen mobiliteit van individuen.
• Detraditionalisering: vervagen van dominante denkkaders en hiërarchische opvoedingspatronen.
• Groeiend bewustzijn van ouders bij hun opvoedingstaak.
• Doorbreken taboes maakt het mogelijk om naar buiten te treden met hun opvoedingsvragen en onzekerheden.
2.2. OPVOEDINGSONZEKERHEID, EEN PROBLEEM?
• Onzekerheid van opvoeders bij hun opvoedingstaken is van alle tijden.
Uiting van hun intentie om een zo goed mogelijke opvoeding van hun kinderen te verzekeren.
Afzwakking van problematisering van opvoedingsonzekerheid als nieuw en risicovol fenomeen.
• Ouders verdienen wel degelijk steun bij hun opvoedingstaak. Opvoeding is immers een socialisatieproces dat
niet alleen plaatsgrijpt in de wisselwerking tussen ouders en kinderen, maar zich ook buiten de context van het
gezin afspeelt.
2
,3. HET SPANNINGSVELD TUSSEN OPVOEDINGSONDERSTEUNING EN PREVENTIE.
Vandemeulebroecke: twee groepen van argumenten ter legitimering van opvoedingsondersteuning.
1. Opvoedingsondersteuning als antwoord op de vragen en noden van ouders (empowerment).
Structurele inbedding in maatschappelijke dienstverlening.
2. Opvoedingsondersteuning ter preventie van gedragsproblemen bij kinderen en jongeren (preventie).
Stijgende instoom in bijzondere jeugdzorg (decreet opvoedingsondersteuning).
Belang: optimaliseren van de context en het socialisatiemilieu.
3
, 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaooghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.