Zeer uitgebreide samenvatting voor de Biomedisch kennistoets van Blok B jaar 1. Alle leerdoelen zijn erin uitgewerkt aan de hand van alle colleges, de boeken Fysiologie, Dynamiek van het menselijk bindweefsel en Leerboek Orthopedie. Verder is ook informatie uit de oefentoets toegevoegd en voor de v...
Learning outcomes
Weten
1.1 De student beschrijft de bouw en functie van hart en bloedsomloop, transport van zuurstof en kooldioxide en
energiebronnen.
1.2 De student beschrijft de bouw en functie van sensoren van het bewegingsapparaat en de verbindingen voor de
somatosensoriek met en in het zenuwstelsel.
1.3 De student benoemt de bouw en functies van samenstellende weefsels en compartimenten van gewrichten.
1.4 De student beschrijft bouw en functies van huid en onderhuid en het losmazig bindweefselcontinuüm van het
lichaam.
1.5 De student benoemt oorzaken en ontstaansmechanismen van schade, herstel en aanpassingen op cel-, weefsel-
en systeemniveau (pathogenese).
Begrijpen
1.6 De student legt de functie en dynamiek van bloedsomloop, gaswisseling of energieverbruik uit tijdens rust en
tijdens inspanning en onder bijzondere omstandigheden zoals op hoogte en bij toepassing van warmte en koude
behandelingen.
1.7 De student koppelt vitale verstoringen van de homeostase van de bloedsomloop aan kenmerken, klachten en
verschijnselen (symptomen) van (hart)patiënten.
1.8 De student legt uit hoe (elektrische) prikkelvorming, prikkelgeleiding en prikkeloverdracht plaats vindt en hoe dit
van invloed is op het functioneren van skeletspieren, hart en ander organen.
1.9 De student legt de betekenis van somatosensoriek bij het besturen van het menselijk bewegen uit.
1.10 De student koppelt bouw, functies en verschijnselen van mensen met klachten van het bewegingsapparaat aan
de pathogenese.
1.11 De student legt uit welke factoren van invloed zijn op de belastbaarheid van gewrichten, inclusief de rol van
groei en normale veroudering, en op welke manier aanpassings-en herstelprocessen in gewrichten optreden bij
regressie en schade.
1.12 De student brengt de rol en verschijnselen van inflammatoire en non-inflammatoire ontstekingsreacties in
verband met pathogenese, belastbaarheid en herstel van gewrichten.
1.13 De student beschrijft de basale epidemiologische maten en bronnen en past deze toe bij het klinisch denken.
1.14 De student verklaart het ontstaan en weer verdwijnen van verschijnselen die optreden tijdens en na
kortdurende inspanning m.b.t. temperatuurregulatie, circulatie en ademhaling.
1.15 De student legt uit welke lange termijn effecten ontstaan in hart/vaatstelsel, ademhalingsstelsel en spieren door
aërobe en anaërobe training.
1.16 De student verklaart de werking en energievoorziening van dwarsgestreepte spieren tijdens verschillende
soorten inspanning.
Opbouw vaten
Arteriën: vooral elastisch bindweefsel dat kan uitrekken onder druk, bevat ook gladspierweefsel.
Arteriolen: Zowel bindweefsel als glad spierweefsel, zo kunnen ze samentrekken en bepalen hoe het bloed verdeeld
wordt. De holte is klein waardoor ze veel weerstand bieden aan de bloedstroom (weerstandsvaten).
Capillairen: Een enkele laag endotheel, zodat stoffen makkelijk uitgewisseld kunnen worden.
Venulen: Minder dikke wand, grote holte. Depotfunctie: bloed opslaan.
Venen: Minder dikke wand, grote holte. Depotfunctie: bloed opslaan.
De structuur van de longvaten wijkt een beetje af, hier is een lagere druk en vandaar zijn de wanden dunner. Ook
bevatten ze minder gladde spiercellen, ze hebben ook geen verdeelfunctie.
Tunica externa: Bestaat vooral uit collageen bindweefsel en in arteriën ook veel elastische vezels.
Tunica media: Bestaat uit gladde spiercellen en elastische vezels.
Tunica interna/intima: Bestaat uit elastisch weefsel.
Arteriën Capillairen Venen
Waar Van hart naar weefsels In de weefsels Van weefsels naar hart
Druk Hoge druk Gemiddelde druk Lage druk
Zuurstofgehalte* O2 rijk O2 arm
Kleppen Nee Nee Ja
Doorsnede Redelijk Zeer smal Groot
, Stroomsnelheid Hoog Heel laag Laag
Oppervlakte Klein Groot klein
*Bij de arteria pulmonalis & vena pulmonalis is het omgedraaid!
Bloedsomloop
Transport van:
-Voedingsstoffen, O2
-Afvalstoffen CO2
-Hormonen
-Warmte
Kortom, handhaven homeostase.
Wij mensen hebben een gesloten dubbele bloedsomloop. De kleine bloedsomloop is in serie geschakeld met de
grote bloedsomloop. De kleine bloedsomloop loopt van de rechterharthelft via de longen naar de linkerharthelft. De
grote bloedsomloop loopt van de linkerharthelft naar de rest van het lichaam en komt terug in de rechterharthelft.
Let op: Beide omlopen bevatten hetzelfde bloedvolume!
Je hebt 4 longaderen! Van elke long 2.
Longcirculatie
Functie: O2 opname uit en CO2 afgifte aan milieu exterieur
In serie geschakeld met de lichaamscirculatie
Lagere druk (dan lichaamscirculatie): mm Hg
Lichaamscirculatie
Hartminuutvolume = Hartfrequentie x slagvolume
In rust is deze 5l/m kan toenemen tot 25l/m oiv. orthosympatisch zenuwstelsel.
slagvolume in rust bijv. 80 ml. (hoeveel bloed er wordt weggepompt in 1 slag)
Eind-diastolisch volume 120 ml. (hoeveel bloed er in het hart kan)
Dan ejectiefractie = 80/120= 67 %
De kracht waarmee het hart contraheert, is afhankelijk van de spiervezellengte, is het hart meer gevuld dan kan hij
harder contraheren. Een groter einddiastolisch volume leidt tot een groter slagvolume. Deze verhoging van de
contractiliteit heet positieve inotropie
Meeste organen zijn parallel geschakeld: verdeling HMV over verschillende organen
Handhaven voldoende hoge bloeddruk:
- Filtratiedruk – uitwisseling stoffen met de organen o.a.
- nieren ultrafiltratie
- hersenen (liggen hoger dan je hart, hierdoor een lagere bloeddruk
Hydrostatische druk lager door zwaartekracht
Baroreceptorenreflex bewaakt hersencirculatie
- Receptoren zijn rekgevoelig, in sinus caroticus (naar hoofd) en aortaboog (hele lichaam)
- Daling bloeddruk zorgt voor reflex: vaatvernauwing en toename hartactiviteit (negat. terugk.)
, Ligging van het hart
Het hart ligt in de thoraxholte, achter het borstbeen ter hoogte van de 2 e tot 5e intercostaalruimte (tussenribruimte)
en steunt op het middenrif. Het wijst met zijn punt naar links. Het hart is een holle spier is zo groot als een vuist en
weegt ong. 300 g.
Anatomie van het hart
Hartwand
Het hart is een grote spier, hij bestaat uit hartspierweefsel (myocard) dit is dwarsgestreept, bevat veel mitochondriën
waardoor hij nooit uitgeput raakt en verder is hij autonoom aangestuurd.
Het hart bestaat uit 2 helften; een linker en een rechterhelft. Deze zijn gescheiden door een tussenschot, het septum.
Die twee helften bestaan ook weer uit twee delen een boezem (atrium) en een kamer (ventrikel). In de boezem komt
het bloed binnen, vervolgens stroomt het door naar de kamer die het met kracht naar buiten pompt.
De linkerventrikel heeft de dikste wand, dat is logisch deze moet immers de meeste druk leveren. Bijna de gehele
wand bestaat uit myocard (hartspierweefsel), ook het septum. Tussen de atria en kamers zit een scheiding de
analulus fibrose, deze is van stevig bindweefsel en geleid geen elektrische prikkels.
Kleppen
In het hart zitten vier kleppen. Tussen de atria en de ventrikels zitten de AV-kleppen. Rechts is dit de
tricuspedalisklep, een 3-slippige klep. Links zit de mitralisklep, een 2-slippige klep.
Tussen de ventrikels en de arteriën zitten de semilunaire kleppen de aortaklep en de pulmonalisklep.
De kleppen gaan maar naar 1 kant open door druk. De zijn via dunne bindweefseldraden (chordae tendinae)
verbonden met spiervezels aan de binnenzijde van het ventrikel, de papillairspieren. Deze zorgen dat de kleppen niet
kunnen omklappen. Zo wordt het eenrichtingsverkeer bewerkstelligd.
Hartzakje
Endocard: In het hart en ook op de kleppen.
Epicard: Binnenste vlies hartzakje
Pericard: Buitenste vlies van het hartzakje
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yaravandenbrink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.