Deze samenvattingen heb ik gemaakt van de VWO 4,5,6 boeken van de Systematische Natuurkunde. Ik heb ze zelf gebruikt voor mijn schoolexamens, alles staat er in.
- Een eigenschap die je kunt meten is een grootheid
- Een grootheid druk je uit in een getal en een eenheid
- Een eenheid is de maat waarmee je de gemeten grootheid vergelijkt
- Afgeleide grootheden zijn geen basis grootheden maar een combinatie van eenheden
- Afgeleide eenheid kun je uitdrukken in grondeenheden
- Binas tabel 4 staan alle grootheden, symbolen en eenheden
- De orde van grootte noteer je alleen als er geen nauwkeurigheid is. De orde van
grootte noteer je in machten van 10.
- Bij rekenen met machten van 10 gelden dezelfde rekenregels als bij wiskunde.
- In Binas tabel 2 staat een overzicht van vermenigvuldigingsfactoren.
- De rekenregels bij machten met 10 gelden ook bij eenheden.
- Oppervlakte cirkel: A = x r2 of A = ¼ x x d2
- Formule voor de dichtheid: = m/V
- Volume van een bol: V = 4/3 x x r3
- Omtrek van een cirkel: O = 2 x x r
- Het aantal cijfers achter de komma voor de nauwkeurigheid noemen we significante
cijfers. Nullen aan het begin van een getal tel je niet mee maar aan het einde wel.
- Bij vermenigvuldigen en delen wint het getal met het kleinste aantal significante
cijfers.
- Bij optellen en aftrekken wint het getal met het kleinste aantal cijfers achter de
komma.
- Als de grafiek een rechte lijn is, is het een lineair verband met de formule y = ax+ b.
- Een recht evenredig verband is als je de ene grootheid n keer zo groot maakt de
andere groot ook n keer zo groot maakt.
- Bij een kwadratisch evenredig verband wordt als je de ene grootheid n keer zo groot
maakt de andere grootheid n2 keer zo groot.
- Bij een omgekeerd evenredig verband wordt de ene grootheid n keer zo groot wordt
1
de andere grootheid keer zo groot (n keer zo klein dus).
n
- Bij een omgekeerd kwadratisch evenredig verband wordt de ene grootheid n keer zo
1
groot wordt de andere grootheid 2 keer zo groot ( n2 keer zo klein dus).
n
- Wortelverband is als de x-waarde 2 keer zo groot wordt als de y-waarde. De formule
hiervoor is y=a∙ √ x .
- Als er in een vraag staat: bereken dan geef je als antwoord een berekening met alle
stappen en formules die je gedaan hebt.
- Bij bepaal voer je met de gegevens die je krijgt een berekening uit.
- Bij construeer moet je de vraag beantwoorden door een tekening of een diagram te
maken. Je moet laten zien hoe je aan dit antwoord bent gekomen.
- Bij teken doe je hetzelfde alleen hoef je niet te laten zien hoe je aan het antwoord
kwam.
- Als je moet schetsen doe je ook hetzelfde maar dan is nauwkeurigheid ook minder
van belang.
- Bij beredeneer of leg uit moet je het beantwoorden met daarin hoe je aan het
antwoord bent gekomen en formules/stappen/gegevens noemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukboogaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.