Biologie Hoofdstuk 4 Mens en milieu Amber van Burk 4D
1 De mens en het milieu
Organismen worden door hun milieu beïnvloed en ze beïnvloeden het milieu ook. Het milieu levert
de mens voedsel, water, zuurstof en energie. Ook grondstoffen waar de mens producten van maakt
en recreatie (kamperen, zwemmen ect.)
Milieuproblemen
Mensen onttrekken stoffen aan het milieu en voegen stoffen toe. Mensen veranderen het milieu ook,
door aanleg van steden, wegen ect. Milieuproblemen zijn:
- Vervuiling (als mensen te veel stoffen toevoegen)
- Uitputting (als mensen te veel stoffen gebruiken)
- Aantasting (als mensen te veel verandering brengen in het milieu, zoals regenwouden
kappen)
Oorzaken zijn bevolkingstoename en manier van leven. Door verandering van manier van leven
gebruiken we nu meer grondstoffen dan vroeger. De energie komt vrij bij verbranding van
brandstoffen. De afvalstoffen en productie van allerlei producten zorgen voor milieuproblemen.
Afname van biodiversiteit
Door toename van bevolking is er van alles veel meer nodig. Dieren en plantensoorten dreigen op
uitsterven. De verschillen in ecosystemen neemt ook af. De variatie in natuur heet biodiversiteit. De
natuur wordt veel eentoniger.
In Nederland zijn er bijna geen natuurlijke ecosystemen meer en er zit altijd een weg doorheen bij op
de horizon zie je fabrieken, gebouwen of elektriciteitscentrales staan. Dit wordt soms
horizonvervuiling genoemd.
2 voedselproductie
Er zijn 3 landbouw vormen: akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. In akkerbouw en tuinbouw worden
planten geteeld genaamd voedingsgewassen. De dieren in de veeteelt heten landbouwhuisdieren.
Voedingsgewassen kan de opbrengst hoger worden door:
- Bemesting
Planten nemen mineralen (voedingszouten) uit de bodem op om organische stoffen te
vormen. Door oogsten van de gewassen verdwijnen de mineralen. Door bemesting komen er
weer mineralen in de grond (kunst- of stalmest). Met kunstmest kunnen boeren zelf bepalen
hoeveel en wat voor mineralen de grond nodig heeft. Stalmest kan vast (uitwerpselen) of
vloeibaar (plas, drijfmest) aangebracht worden. Drijfmest kan ook direct in de grond worden
gebracht (mestinjectie) Vaste mest verbetert ook de bodemstructuur (het wordt luchtiger).
- Bodembewerking
Door ploegen en eggen wordt de bodemstructuur verbetert. Er komt meer zuurstof in de
bodem en planten kunnen beter doordringen met de wortels. Reducenten en planten wortels
hebben die zuurstof nodig.
- Bescherming tegen ziekten en plagen
, Biologie Hoofdstuk 4 Mens en milieu Amber van Burk 4D
Bacteriën en schimmels kunnen de planten aantasten. Veel dieren die de gewassen aantasten
heet een plaag. Je kunt ze chemisch of biologisch bestrijden. Chemische bestrijdingsmiddelen
(gifstoffen) heten biociden (bio=doden,ciden=leven) of pesticiden. Chemische middelen
hebben nadelen:
Ze bestrijden ook de ‘goede’ soorten. Dit zijn niet-selectieve biociden. Biociden die
maar 1 soort bestrijden zijn selectief.
Bij het soort wat bestreden wordt, ontstaat resistentie. Dieren worden ongevoelig
voor het middel. Ze zijn resistent. Wat erfelijk is dus hun nakomelingen zijn ook
resistent. Er moet zo steeds mee bestrijdingsmiddel worden gebruikt of een ander
soort.
De middelen worden heel langzaam biologisch afgebroken. De middelen worden
opgeslagen in het vet weefsel van reducenten en worden gegeten door consumenten
van de eerste orde die het dus ook opslaan. Zo gaat het door de hele voedselketen.
Dit heet accumulatie.
Biologische bestrijding
Plagen kunnen ook bestrijdt worden met manieren die goed zijn voor het milieu en de gewassen,
zoals:
- Natuurlijke vijanden
Insectenplagen kunnen worden bestrijdt door hun natuurlijke vijanden te betrekken bij de
gewassen. De natuurlijke vijanden doden de insecten van de plaag.
Planten ziekten kunnen worden voorkomen door vruchtwisseling of wisselteelt. Een boer verbouwt
nooit 2 jaar hetzelfde gewas. Als je een paar jaar achter elkaar aardappels teelt, ontstaat er
aardappelmoeheid. Wormpjes (aardappelcysteaaltjes) tasten de wortels van de aardappelplant aan.
Betere opbrengst van Landbouwhuisdieren
Dit kan door:
- Krachtvoer
Voer dat is samengesteld uit verschillende grondstoffen. Het bevat veel energierijke stoffen
en mineralen (o.a. stikstofhoudende mineralen en fosfaat).
- Verandering van erfelijke eigenschappen
Dit kan bij dieren en planten door bijv. kunstmatige selectie. Voor kruisingen worden alleen
de individuen gebruikt met de meest gunstige eigenschappen. Zo probeert hij de beste
combinatie te maken voor de beste nakomelingen. Dit heet veredeling.
De erfelijke eigenschappen kunnen hierdoor verandert (genetische modificatie). Organisme
die dit heeft heet transgeen organisme of gm-organisme.
- Kunstmatige inseminatie (ki)
Men vangt sperma van een organisme met gunstige eigenschappen en breng dit in de
baarmoeder van het andere organisme of het wordt ingevroren.
- In-vitrofertilisatie (ivf)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanburk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.