Een volledige en goede samenvatting van probleem 2: “Bipolaire stoornis” voor het vak “Depressie en psychose” voor derdejaarsstudenten van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De samenvatting bevat alle verplichte literatuur en is met afbeeldingen bijgevuld om de stof wat duidelijker te ma...
Samenvatting ‘Depressie & psychose’ probleem 2: Bipolaire
stoornis
Boek: Kupka & Nolen
Introductie
Bipolaire stoornis is een ernstige, recidiverende stemmingsstoornis die wordt gekenmerkt
door het afwisselend optreden van depressieve, manische, hypomanische en gemengde
episoden, met daartussen relatief symptoomvrije intervallen van kortere of langere duur
● Stond vroeger bekend als manisch-depressief
● Bipolair-I-stoornis: depressieve en manische episoden (meest bekend)
● Bipolair-II-stoornis: depressieve en hypomanische (minder heftige) episoden
● Cyclothyme stoornis: depressieve en hypomanische symptomen (minder ernstige
variant met frequente afwisselingen)
● De bipolaire stoornis ontstaat vaak in de jonge volwassenheid en duurt voort tot in de
ouderdom → vroegtijdige diagnose en behandeling zijn van groot belang!
Syndromen
Manie = er is sprake van een eufore of prikkelbare stemming. Meest kenmerkend is de
toegenomen activiteit, waarbij de patiënt overmatig energiek is en een verminderde behoefte
aan slaap heeft
- Bij normale manie zijn acties vaak roekeloos, ongeremd en chaotisch (kan leiden tot
relatie-, financiële-, en arbeidsproblemen)
● Manie kan gepaard gaan met psychotische kenmerken in de vorm van
grootheidswanen en met ernstige oordeelsstoornissen
● Door een afwezig ziektebesef is de manisch ontremde patiënt niet meer voor
rede vatbaar en kan hij zichzelf en de mensen in zijn naaste omgeving grote
schade toebrengen
- Bij hypomanie kunnen acties doelmatig zijn. Hypomanische episoden leiden per
definitie niet tot grote moeilijkheden en worden vaak juist als positief ervaren,
vanwege een toegenomen activiteit en creativiteit
- Rapid-cycling subtype: wanneer (hypo)manie en depressie elkaar zeer snel
afwisselen
Criteria voor manische episode (DSM-IV)
A) Een duidelijk herkenbare periode met een abnormale en voortdurend verhoogde of
prikkelbare stemming met expansief gedrag, die ten minste 1 week duurt
B) Tijdens de stemmingsstoornis zijn drie of meer van de volgende symptomen
aanwezig:
1. Grootheidsideeën
2. Verminderde behoefte aan slaap
3. Spraakzaamheid
4. Verhoogde afleidbaarheid
5. Toeneming van doelgerichte activiteit
6. Zich overmatig bezighouden met aangename activiteiten waarbij een grote kans
bestaat op pijnlijke gevolgen
C) De stemmingsstoornis veroorzaakt duidelijke beperkingen in werk, in normale
sociale activiteiten, in relaties met anderen, maakt opname in een ziekenhuis
noodzakelijk om schade voor zichzelf of anderen te voorkomen of er zijn psychotische
kenmerken
,Criteria voor hypomanische episode (DSM-IV)
A) Een duidelijk herkenbare periode met voortdurende verhoogde of prikkelbare
stemming met expansief gedrag die ten minste 4 dagen duurt en die duidelijk
verschilt van de gebruikelijke niet-depressieve stemming
B) Tijdens de periode van de stemmingsstoornis zijn drie of meer van de volgende
symptomen aanwezig:
1. Grootheidsideeën
2. Afgenomen behoefte aan slaap
3. Spraakzaamheid
4. Verhoogde afleidbaarheid
5. Toeneming van doelgerichte activiteit
6. Zich overmatig bezighouden met aangename activiteiten waarbij een grote kans
bestaat op pijnlijke gevolgen
C) De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in het sociaal of
beroepsmatig functioneren te veroorzaken of een opname in een ziekenhuis
noodzakelijk te maken en er zijn geen psychotische symptomen
Depressieve episoden = er is sprake van depressieve episoden die wezenlijk niet anders
zijn dan unipolaire depressies
● Veel vaker en langer last van depressies dan van (hypo)manische episoden
● Gemengde episode: manische en depressieve symptomen lopen door elkaar. Vaak
gaat het om een depressieve stemming met versnelde en niet te stoppen gedachten en
toegenomen activiteit
○ Lastig te diagnosticeren
Diagnostiek
Berust geheel op de anamnese en het psychiatrisch onderzoek, waarbij de reconstructie van
het voorgaande ziektebeloop essentieel is. Tijdens een manische episode is het vaststellen
van de diagnose relatief eenvoudig doordat de kernsymptomen duidelijk herkenbaar zijn
- Lastiger bij psychotische symptomen, een gemengde episode of hypomanie (kan
alleen onderscheid worden van normaal functioneren door iemand die patiënt goed
kent)
Differentiële diagnose
De belangrijkste differentiële diagnose is tussen bipolaire stoornis en (unipolaire) depressie
- Soms ook lastig om onderscheid te maken met schizofrenie (door psychotische
symptomen). Een episodisch beloop met tussenliggend herstel en met name het
verdwijnen van psychotische stemmen als de stemming normaliseert, pleiten voor
een bipolaire stoornis
● Schizoaffectieve stoornis: kenmerken van zowel schizofrenie als van een
bipolaire stoornis
- Ultra-rapid cycling is moeilijk te onderscheiden van borderline
persoonlijkheidsstoornis. Borderline is minder episodisch en meer continu
Soms is er manie a.g.v. een somatische aandoening. Dit is vaak het geval als er bij iemand
een stemmingsepisode voorkomt op latere leeftijd. Vaak is er sprake van een cerebrale,
cerebrovasculaire of endocriene aandoening. De behandeling van de somatische aandoening
wordt hierbij geoptimaliseerd. Vaak verdwijnen of verbeteren dan de stemmingsklachten
De behandeling van een stemmingsstoornis door een middel bestaat uit het afbouwen en zo
mogelijk staken van het middel (alcohol/drugs, geneesmiddelen). Vaak zullen de symptomen
hierna redelijk snel afnemen
, Epidemiologie
Prevalentie: lifetime 3,9%, jaarprevalentie 2,6% voor bipolair I- en II-stoornis
- Ongeveer een kwart van de patiënten die in eerst instantie voor een depressie werden
behandeld, blijken later een bipolaire stoornis te hebben
- Prevalentie is bij mannen en vrouwen gelijk
- Begint vaak tussen 15-25 jaar
Etiopathogenese
Neurobiologische factoren
Erfelijkheid is 85% → gaat om polygenetische overerving
- Nog niet helemaal duidelijk welke genen betrokken zijn. Zouden mogelijk overlappen
met genen voor andere stoornissen als schizofrenie en unipolaire depressie
- Verschillende systemen zijn betrokken; neuronale circuits in het limbische systeem
en subcorticale hersendelen, waarbij verschillende neurotransmitters (serotonine,
noradrenaline, dopamine) een rol spelen
- HPA-as is waarschijnlijk kwetsbaarder voor ontregeling bij stemmingsstoornissen
- Immuunsysteem mogelijk ook anders bij stemmingsstoornissen (speelt een rol bij
stressresponse)
- Ook witte- en grijze stofafwijkingen gevonden → soms al in vroeg stadium van ziekte
Psychologische factoren
Episoden worden vaak voorafgegaan door emotionele stressfactoren. Deze factoren zouden
leiden tot een veranderingen van het normale leefpatroon (vb. slaap), waardoor een
stemmingsepisode wordt geluxeerd
- Positieve levensgebeurtenissen leiden vaker tot een manie dan negatieve (vb. nieuwe
relatie, nieuwe baan etc.)
→ Deze gebeurtenissen triggeren het behavioral activation system →
overmatige reactie op prikkels wat leidt tot hypomanie of manie
→ Lijkt er dus op dat uitlokkende factoren (vb. slaapgebrek) de patiënt als het ware
doet doorschieten in ‘te veel van hetzelfde’ (afgenomen slaapbehoefte) doen
Preventie
Vroegtijdig stellen van juiste diagnose en het overwegen van een onderhoudsbehandeling
zijn belangrijk. Daarnaast kan het aanpassen van je leefstijl, het onder controle krijgen van
alcohol- en druggebruik en het beter hanteren van stressfactoren bijdragen aan grotere
stabiliteit
- Patiënt en naastbetrokkenen moeten goed op de hoogte zijn van de aard van de
stoornis en de behandeling en gemotiveerd blijven om het contact met de
behandelaar voort te zetten
Behandeling
Doel = verminderen van frequentie en ernst van de stemmingsepisoden en het optimaliseren
van het interepisodisch functioneren
- Acute behandeling: acute behandeling van manische/depressieve episoden. Deze
behandeling is het meest intensief
- Vervolgbehandeling: voorkomen van terugval
- Onderhoudsbehandeling: voorkomen van nieuwe episoden of frequentie en ernst van
toekomstige episoden te beperken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eeefjewentelteefje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.