Hoofdstuk 9 Bloedsomloop
9.1 Hart en bloedsomloop
Je kunt je hartspier trainen door het hart regelmatig sneller en harder te laten werken. Bij
cardiotraining wisselt de frequentie af tussen 50-60% en 80-90%. Hierdoor neemt je hartspier toe in
dikte en kracht. Dit geldt voor alle spieren die je regelmatig harder laat werken.
Het menselijk hart bestaat uit een linker en rechter
helft. Elke helft bestaat uit een boezem en een
kamer. Hartkleppen = kleppen tussen boezems en
kamers. Slagaderkleppen = kleppen tussen kamers
en slagaders. Een hartslag bestaat uit 3 fasen: vullen
van kamers, leegpersen van kamers, korte pauze. De
fasen herhalen zich en vormen de hartcyclus.
Diastole = Kamers en boezems zijn ontspannen aan
het begin van de vul-fase. Het bloed stroomt door de
boezems via de hartkleppen de kamers in. Dan
trekken de boezems samen = boezemsystole. De boezems persen hun bloed de kamer in. Daarna
volgt de kamersystole. De slagaderkleppen gaan open en het bloed stroomt de longslagaders, grote
lichaamsslagader en de aorta in.
Kleine bloedsomloop. Linker en rechterhelft vormen 2 aparte pompen. Rechterhelft pompt O2 -arm
bloed door de longslagaders. Het rijke 02 -rijk bloed komt door longaders door de longen, en gaat
daarna naar de linkerboezem van het hart.
Grote bloedsomloop. Linker helft pompt O2 – rijke bloed via aorta en slagaders naar organen. Een
deel van de O2 gaat naar cellen. Het O2 – arme bloed gaat via aders en holle aders terug naar de
rechterboezem.
Grote en kleine bloedsomloop samen vormen een dubbele bloedsomloop.
Slagaders = bloed stroomt van hart af naar organen. Spier naar het hart is de kransslagader. Aders =
bloed stroomt vanaf organen naar het hart. Aders die bloed afvoeren uit het hartspierweefsel heten
kransaders. In weefsels stroomt het bloed door haarvaten. Je rode bloedcellen zitten altijd in een
bloedvat: gesloten bloedsomloop.
Dieren hebben een enkelvoudige of open bloedsomploop, hierdoor verloopt de toevoer van O2
trager.
Voor de geboorte krijgt een baby O2 van zijn moeder via de navelstreng uit de placenta. Dit bloed
mengt zich in de holle ader van de baby met bloed dat O2 – arm is. In de rechter kamer van het
embryo komt daardoor half O2 -rijk bloed. Na de geboorte vinden 5 veranderingen in de
bloedsomloop plaats:
- Baby huilt: zijn longen vullen zich met lucht.
- Druk in linker harthelft wordt hoger dan in de rechter. Het foramen ovale sluit, dit vergroeit
in een tussenschot.
- Verbinding tussen aorta, longslagader en de holle ader sluit een paar dagen na de geboorte.
, - Het bloedvat tussen de navelstrengader en de holle ader sluit na het afbinden van de
navelstreng.
- De bloedvaten van de navelstreng verschrompelen.
9.2 Bloeddruk
Zwaartekracht drukt ons bloed naar beneden. Tijdens loopings ontstaat er extra zwaartekracht, g-
kracht. Deze g-kracht trekt extra bloed naar benen en buik. De maximale g-kracht is ongeveer 2g.
Getrainde mensen zoals piloten trainen in een centrifuge. Anders kun je last krijgen van slechter zicht
of volgt een g-LOC. Bij een hogere g-kracht dan normaal stroomt meer bloed naar benen, dus minder
naar hart en hoofd. De bloeddruk daalt. Als reactie daarop vernauwen de slagaders in de benen.
Daardoor is er weer meer bloed beschikbaar voor de rest van het lichaam. Ook de hartslagfrequentie
gaat omhoog. Door spieren aan te spannen kun je zelf bloed uit ledematen naar de romp persen.
Bij elke systole van het hart persen beide kamers per halve seconde zo’n 70 cm3 bloed de slagaders
in. De pompdruk van het hart veroorzaakt tijdelijk een verhoging van de bloeddruk in de slagaders,
de systolische druk of bovendruk. De elasticiteit van de slagaders dempt de drukverhoging enigszins
en verhoogt de druk na het sluiten van de hartkleppen. Het uitrekken van de slagaderwanden voel je
als polsslag. Ontspannen de kamers tijdens een diastole, dan neemt de bloeddruk weer af:
diastolische druk of onderdruk.
In de loop der jaren ontstaan er kleine littekentjes en kunnen vetachtige stoffen blijven kleven. Dit
leidt tot atherosclerose, een vernauwing en verstijving van de bloedvaten. Cholesterol is nodig voor
het stabiliseren van celmembranen en als grondstof voor het maken van geslachtshormonen.
Bloeddrukmeting. Manchet rond bovenarm. Door druk wordt de armslagader dichtgedrukt, er
stroomt geen bloed meer door. De druk van het manchet wordt langzaam afgenomen. Op gegeven
moment is de druk in de manchet net iets lager dan tijdens de systole van de linkerkamer. Op
bloeddrukmeter komt de bovendruk te staan. Wanneer de druk volledig weg is, wordt de onderdruk
afgemeten.
De bovenarm is geschikt om de bloeddruk te meten, omdat de arm op de zelfde hoogte zit als het
hart, dus de invloed van de zwaartekracht is gelijk. Hoe verder het bloed van het hart verwijdert
raakt, hoe lager de bloeddruk is. Vlak bij het hart is de bovendruk vaak 16 kPa en de onderdruk 10
kPa.
9.3 Regeling hartwerking
Bij een hartfilmpje begint de elektrische activiteit in een gebied
met gespecialiseerde spiercellen in de wand van de rechter
boezem, de sinusknoop. Zenuwen die zijn aangesloten op de
sinusknoop kunnen het tempo verhogen of verlagen. Door het
elektrische stroompje van de sinusknoop trekken de spiervezels in
de buurt samen. Het gevolg is dat de beide boezems
samentrekken. De elektrische activiteit gaat via elektroden op de
huid naar een computer, dit levert het eerste del van een ecg. De
stroom bereikt de AV-knoop in het tussenschot tussen de
kamers. Hier treed vertraging op in de stroomgeleiding, hierdoor
trekken de kamers iets later samen dan de boezems. Van de AV-
knoop naar het hartpunt loopt de bundel van His (geleidingscellen). Vanuit de bundel verspreiden de
signalen zich in Purkinjevezels over de wand van beide kamers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannemeijerink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.