Inhoudsopgave
Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers ......................................................................... 4
5.1: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van
een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. ......................................................... 4
5.2: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid. ................ 4
5.3: Het begin van de Europese expansie overzee. ................................................. 5
5.4: De protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-
Europa tot gevolg. .................................................................................................... 5
5.5: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat. ................................................................................................... 6
Tijdvak 6: Regenten en vorsten ................................................................................... 8
6.1: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie. ...................................................................................................... 8
6.2: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en
cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek...................................................... 9
6.3: Het streven van vorst naar absolute macht. .................................................... 10
6.4: De wetenschappelijke revolutie. ...................................................................... 10
Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties: .............................................................................. 11
7.1: Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van
de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen. ............ 11
7.2: Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)............................. 11
7.3: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over
grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. ................................................ 12
7.4: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de
opkomst van het abolitionisme. .............................................................................. 13
Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines ...................................................................... 14
8.1: De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een
industriële samenleving. ......................................................................................... 14
8.2: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme,
nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. .................................... 15
8.3: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en
vrouwen aan het politieke proces. .......................................................................... 16
Kenmerkende Aspecten Tijdvak 5 t/m 10
,Pagina 3 van 32
8.4: De opkomst van emancipatiebewegingen. ...................................................... 17
8.5: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. 17
Tijdvak 9: Wereldoorlogen ......................................................................................... 19
9.1: Het voeren van twee wereldoorlogen. ............................................................. 19
9.2: De crisis van het wereldkapitalisme. ............................................................... 20
9.3: Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme,
fascisme en nationaal-socialisme. .......................................................................... 21
9.4: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie. .................................................................................................. 22
9.5: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme. ........................... 23
9.6: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder van de
Joden. .................................................................................................................... 24
Tijdvak 10: Televisie en Computer ............................................................................ 26
10.1: De dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld.
............................................................................................................................... 26
10.2: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog. ........ 27
10.3: De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20 e eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. ................ 30
10.5: De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. ................. 32
Kenmerkende Aspecten Tijdvak 5 t/m 10
, Pagina 4 van 32
Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
5.1: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van
een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Grote verandering tijdens de Renaissance:
- Wereldbeeld:
Het wereldbeeld veranderde van Momemto Mori (gedenk te sterven) in Carpe
diem (pluk de dag).
Humanisme:
- Idealen:
De mens staat centraal. Er is aandacht voor vrije, autonome persoonlijkheid
van de mens.
Niet alleen luisteren naar de kerk, ook zelf nadenken.
Erasmus:
- Lof der Zotheid (1511)
Stelt misverstanden van de kerk aan de kaak.
Wetenschap:
- Beïnvloed
Mensen gaan meer onderzoeken en experimenteren, ze nemen niet meer
alles wat de kerk zegt gelijk aan.
5.2: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
Nieuwe belangstelling voor klassiek erfgoed:
- Architectuur:
De architectuur van de klassieke oudheid werd overgenomen.
- Literatuur:
Thema’s en vormen uit de Oudheid werden gebruikt in Renaissanceteksten.
- Kunst:
In de kunst werden nu technieken als perspectief en anatomie gebruikt.
Kenmerkende Aspecten Tijdvak 5 t/m 10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabellethooo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.30. You're not tied to anything after your purchase.