100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
IPR Hoorcollege samenvatting $6.95
Add to cart

Class notes

IPR Hoorcollege samenvatting

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van het hoorcollege van het vak IPR.

Preview 2 out of 7  pages

  • November 29, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Class notes
  • M. oderkerk
  • All classes
avatar-seller
Internationaal privaatrecht Hoorcollege
Hoorcollege 1.1

De centrale vraag van IPR is waar het recht kan worden toegepast, welke rechter kan dan
rechtspreken? Welk recht kan dan worden toegepast? Is het recht dan ook in het andere land
uitvoerbaar? Het gaat er om welk recht leidend is op het moment dat er sprake is van meerdere
rechten.

- De Nederlandse staat is in staat om dit toe te passen. De rechter is bereid om dit toe te passen
in gevallen dat hij acht dat dat nodig is.
- De rechter is ook daadwerkelijk in staat omdat toe te passen. Hij doet of zelfstandig onderzoek
en anders zijn er ook mogelijke hulpmiddelen.

Het gaat om privaatrechtelijke gevallen met grensoverschrijdende aspecten, dus niet voor 100%
verbonden met het eigen belang van de rechter. Bijvoorbeeld omdat partijen in verschillende
landen wonen, of omdat de contractuele verbintenis in het buitenland moet worden uitgeoefend.
Zodra de feiten een buitenlands element vertonen kan er sprake zijn va een IPR geval, dan moet
je er op alert zijn.

Vragen die je in een intern geval tegenkomt:
- Waar moet je procederen? In IPR gevallen kan het zo zijn dat een Nederlandse rechter niet
bevoegd is. Dit is de vraag naar internationale bevoegdheid
- Het is dan niet meer vanzelfsprekend dat het Nederlandse recht wordt toegepast, het kan ook
zo zijn dat het buitenlandse recht wordt toegepast. Con ictenrechtelijk keuzeprobleem.
- Het is ook zo dat je je bij een intern geval niet hoeft af te vragen of het vonnis ten uitvoer kan
worden gelegd in het buitenland. De erkenning van buitenlandse beslissingen
- Internationale samenwerkingen, bepaalde handelingen moeten worden verricht door personen
die geen uitvoerende rol hebben in andere landen. Denk bijvoorbeeld aan de deurwaarder, die
geen positie heeft in een ander land. Dit is meer van belang voor de praktijk, zal in deze cursus
niet veel aan bod komen.

Het IPR ontleent zijn bestaan aan het feit dat er tussen de verschillende landen verschillende
regels bestaan, anders was er geen belang om IPR toe te passen.

Voornamelijk wordt het IPR toegepast in het familierecht.
Het IPR is geen internationaal recht, ieder land heeft het recht om zijn eigen regels op te stellen,
dus er zijn heel veel verschillende IPR regels. Wij kijken alleen naar het perspectief van het
Nederlandse IPR, het is hoe een Nederlandse rechter naar zulke posities zal kijken. Een ander
land kan ander IPR hebben, het heeft er ook mee te maken of er sprake is van een verordening of
een verdrag, waardoor er wel sprake kan zijn van overlap tussen verschillende landen IPR, denk
aan EU-verordeningen.

Formeel IPR De internationale bevoegdheid.
Materieel IPR De vraag naar het con ictenrecht en de toepasselijkheid.
Het IPR geeft geen antwoord op de materiële casusvragen, maar we op de formele vragen.

Je moet leren om je weg te vinden in de bronnen en dan ook de bron vakkundig kunnen
toepassen. Het is wel echt van belang om achter te komen wat de juiste bron is en hoe je deze
kan vinden.

Bronnen van het IPR
De plaatsen waar wij op dit moment de geldende regels kunnen vinden. Bij het IPR is er een
veelheid aan bronnen, het is zo verscheiden dat dat een bepaalde vaardigheid vraagt. Op dit
moment zijn de belangrijkste bronnen:
1. Internationale verdragen en Europese verordeningen. Groot onderdeel van deze verdragen
komt van de Haagse Conferentie. Het doel van de Haagse Conferentie was de uni catie van
de IPR regels van de deelnemende staten. Het was de bedoeling om hier een eenheid van te
maken. Er zijn 80 staten lid van de Haagse Conferentie plus de gehele EU. Er zijn ook andere
organisaties, zoals bijvoorbeeld het CIEC.




fl fl fi

, Waarom de Europese verordeningen in een snelvaart ook onderdeel werden van het IPR recht,
heeft te maken met de doelstelling van de EU, namelijk het vrije verkeer van de personen. Dat
betekende dat de lidstaten een onderdeel van hun wetgevende macht hebben ingeleverd voor de
bevordering van het vrije verkeer van personen. Daardoor is het IPR ook een fundamenteel
onderdeel geworden van de regelgeving van de Europese Unie.
EU verordeningen worden uitgelegd door het Hof van Justitie, maar de andere verdragen hebben
geen bevoegde rechtelijke macht, dus dan is de hoogste nationale rechter bevoegd.

2. Nederlandse wetgeving RV en boek 10 BW
3. Nederlands ongeschreven recht

Hier moet je dus goed letten op de hiërarchie van de bronnen, als bedoeld in art 93 en 94 van de
Grondwet. De verdragen gaan boven de nationale wetgeving. Europese verordeningen hebben
ook voorrang boven de nationale wetgeving, aangezien dat is besloten in de Europese wetgeving.
De vraag of Europese wetgeving of internationale voorrang heeft, blijft onbeantwoord, dus er
moet van worden uitgegaan dat zij gelijk aan elkaar zijn.

Indien er sprake is van samenloop, dan moet er worden gekeken welke regels er in dat geval
moeten worden toegepast. Voordat je kan vaststellen dat er sprake is van samenloop, moet je ook
kijken of een bepaling door een of meer verdragen worden bestreken. En dat is nog een best
ingewikkeld iets om vast te kunnen stellen.
Daarom dient er te worden gekeken naar het toepassingsgebied.
Hoe bepaal je of een regeling daar onder valt of niet. 3 verschillende aspecten van het
toepassingsgebied:
1. Materieel Het helpt om naar de titel van het verdrag of de verordening te kijken. Je maakt
onderscheid tussen het materieel onderwerp en de IPR onderwerp. Je vindt dit vaak aan het
begin van de verordening.
2. Formeel Je ziet het eigenlijk niet staan in de regelingen. Het komt vanuit de Nederlandse
doctrine, het gaat erom dat je kijkt naar het ruimtelijk werkingsbereik van de regeling. Het is
dus niet zo dat de gene die het beleid maken ook rekening houden met wat het formeel
toepassingsgebied is. Je moet het dus a eiden uit een aantal bepalingen, of uit een bepaling.
Er kan sprake zijn van beperkt en universeel formeel toepassingsbereik hebben.
3. Temporeel Op welke gevallen is de regeling van toepassing, dit staat meestal achterin de
regeling. Je kijkt meestal naar het peilmoment. Daar moet je op letten in de regeling.
Je gaat kijken wat de hoogste bron is op een bepaald terrein, dan ga je de bron aan deze drie
toepassingsonderdelen toetsen. Als hij niet aan alledrie de onderdelen voldoet, dan is er geen
sprake van een toepasbare regeling en dan kun je weer een stap naar beneden gaan in de
hiërarchie om daar een toepasbare regeling te zoeken. Het is ook van belang omdat je in de
praktijk vastloopt met het idee dat er sprake is van samenloop, maar dan valt het in de
werkelijkheid wel mee, als je het aan deze toetsen toetst.

Con ictenrecht, ook wel toepasselijk recht genoemd. Dit heeft tot gevolg dat de rechter af en toe
buitenlands recht moet toepassen. 2 methoden:
1. Statutenleer zoekt het antwoord op het con ictenrechtelijk keuzeprobleem in het ruimtelijk
werkingsbereik van de twee regels. Strekt het recht zich ook daadwerkelijk uit over het
toepassingsgebied van de regels? Het zoekt het antwoord in het ruimtelijk werkingsgebied
tussen de twee con icterende landen. Het uitgangspunt is is de rechtsregel. Valt de casus
onder het werkingsbereik van de regel?

Techniek:
- Wat is de ‘scope’/ werkingssfeer van de regel?
- Valt de casus in de werkingssfeer?
- Zo ja, dan is de regel van toepassing
2. Verwijzingsmethode Uitgangspunt van de rechtsverhouding Von Sauvigny. Hij was ontevreden
met de statutenleer en ging daar radicaal anders naar kijken, met als uitgangspunt de
rechtsverhouding. Het ging niet om de inhoud van de regel, maar het ging om de feiten van de
regel. De casus die hoort thuis in een bepaald rechtsstelsel, je moet de casus lokaliseren naar een





fl fl fl fl

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller notarieelstudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added