1. Registreren potentiaalverschillen
e werking van zenuwcellen (neuronen) gaat samen met het ontstaan van zeer kleine elektrische
D
spanningen, potentialen. Het is niet mogelijk om een individueel neuron te meten maar wel het
gedrag van groepen, op afstand door de huid, schedel en hersenvliezen heen. Dit varieert
voortdurend in tijd. De elektrische activiteit wordt gemeten als spanningsverschillen of
potentiaalverschillen/veranderingen(weergegevenintijdenplaats).Erwordtgemetenhoedezeover
de schedel verdeeld zijn en waar zich het maximum bevindt.
Meetbare eigenschappen (parameters) van een potentiaalverandering
Een potentiaal wordt in maat en getal uitgedrukt met behulp van de volgende parameters:
- Moment en duur van optreden
Eenpotentiaalverschilverandertindetijd,potentiaalvariatie.Opeenbepaaldmomenttreedt
het op en een bepaalde tijd verstrijkt tussen het begin en het einde van de
potentiaalverandering). In het voorbeeld zie je het volgende:
→Degolftreedopbinnenhettijdsverloopt2-t4,opmomentt2begintdegolf,opmomentt3
bereikt de golf zijn maximum en op moment t4 eindigt de golf.
- Grootte van de amplitude
Deze wordt gemeten op het moment dat de golf zijn maximum heeft en dus de grootste
amplitude. (In het voorbeeld is het t3)
- Polariteit van de golf
Eengrafischeweergavevanafdenullijngeefteenpotentiaalveranderingweer.Dezeisnaar
bovengericht,negatief,ofnaarbenedengericht,positief. Demeestepotentialenzijnnegatief
van aard, daarom is de afspraak gemaakt om de negatieve potentiaalveranderingen naar
boven weer te geven. We noemen de potentiaal naar de flank waarmee de
potentiaalverandering begint (t2-t3). Inhetvoorbeeldbeginthetmeteenopgaandeflanken
geeft dus een negatieve polariteit weer.
egistreren van elektrische potentiaalverschillen
R
PotentiaalverschillenvaneenEEGvaneenvolwassenentijdenswaakliggentussende10en100µV.
Deze zijn te klein om direct weer te geven, dus worden daarom versterkt.
e versterker
D
Het is gebruikelijk een bepaalde spanning te meten ten opzichte van de aarde. De aardpotentiaal
wordtalsreferentiegebruikt.Hierbijwordtereen“gewone”versterkergebruikt(directamplifier).Deze
heeft1ingangsspanningen1uitgangsspanning.Eenvoordeelisdatdeaardehetreferentiepuntisen
de aarde is het nulpunt. Dit betekent dat je schijnbaar absolute waarden meet.
1
, et is niet mogelijk om de hersenpotentialen te registreren met een gewone versterker. We zien
H
namelijkgeenEEG-curve,maarvoornamelijkstoring.Tweebelangrijkestoringenzijn“deelektrische
vervuiling van het lichtnet”en de elektrische activiteit van het hart.Het lichtnet veroorzaakt in elke
ruimte een elektrische vervuiling van 50Hz (de wisselspanning), ook wel brom (groter dan de
hersenpotentialen).
Hersenpotentialen horen totdezogenaamdenearfield-potentialen.Ditzijnpotentialendiealleenop
korteafstandenvandeplaatsvanoorspronggeregistreerdkunnenworden.Potentiaalverschillendie
verder weg worden gegenereerd, worden far-field-potentialen (bijvoorbeeld ECG).
Doordefectaandeapparatuurkaneengrotestroomlopenvandeapparatuurviadepatiëntnaarde
aarde, wat de veiligheid van patiënt in gevaar brengt.
e verschilversterker
D
De verschilversterker heeft twee spanning ingangen enéénspanningsuitgang.Deze“berekent”het
verschil tussen de twee spanningsingangen en versterkt het verschil. Het resultaatiseenrelatieve
waarde. In tegenstelling tot een gewoneversterkergeeftdeverschilversterkergeeninformatieover
de absolute waarde van de spanning aan de ingangen.
ij een spanningsverschil tussen de ingangen voor de far field-potentialen die nul zijn, wordt het
B
stoorsignaalopgeheven.Doorhetverdwijnenvandestoorsignalenkunnenweveelgevoeligergaan
meten. We meten in de praktijk alleen die spanningen die hun oorsprong vinden in de cerebrale
cortex.
Verder meet een verschilversterker niet ten opzichte van de aarde en niet direct verbonden is
hiermee. Dit is een voordeel van de veiligheid van de patiënt.
erschilmeting
V
Een EEG is het resultaat van een verschilmeting.
elatieve meting
R
Bij relatieve meting wordt hetverschilin(bijvoorbeeld)lichaamslengtegemeten.Indeeersteplaats
kan de grootte van het lengteverschil gemeten worden. In de tweede plaats welke persoon de
grootste is van de twee. Het verschil kan op twee manieren worden gemeten:
- Van A ten opzichte van B: A → B
- Van B ten opzichte van A: B→ A
2
, epijlgeefthierbijderichtingaanwaaringemetenwordt.HetverschilA→B=+40cmpositief,datwil
D
zeggen dat A groter is dan B. B→A=-40cm negatief, dat wil zeggendatBkleinerisdanA,datwil
zeggen dat B kleiner is dan A.
In het voorbeeld éénzijnbeidewaardenpositief,maarAismeerpositiefdanB.Hethoogteverschil
tussen punten A en B kan op twee manieren gemeten worden: A→B= +40m ofB→A=-40m.Naar
benedengekekenishetverschilpositief,omhooggekekennegatief.WatdoejewanneerjegeenNAP
hebt? Hier kun je geen absolutewaardenmetenenmoetjegeholpenwordenmethetbepalenvan
hetverschiltussendetweeniveaus.Voorbeeldtwee,waardeAispositiefenwaardeBisnegatief.En
voorbeeld drie zijn beide waarden negatief, maar B is meer negatief dan A.
Belangrijkisverderomoptemerkendat“minderhoog”hetzelfdebetekentals“lager”enomgekeerd
etekent “minder laag” hetzelfde als “hoger”.
b
Verschilmeting van elektrische spanning
- De amplitude geeft ons de grootte van het potentiaalverschil
- Depolariteitheeftonshetpotentiaalverschil.InhetvoorbeeldhieronderblijktdatelektrodeA
tussent2ent3meernegatiefwordtdanelektrodeB.ZoisookelektrodeBmeerpositiefdan
elektrode A, het komt op hetzelfde neer. A-B wil dus zeggendatjedespanningvanAten
opzicht van B meet.
In het voorbeeld is A 50µV negatiever dan B(t2-t3).Wanneerjeinomgekeerderichtingmeet,dan
ou het teken van de potentiaal omgekeerd worden, dus B-A=+50µV
z
et op:
L
Bij de opname wordt met de referentie-elektrode de elektrode bedoeld ten opzicht van welke alle
overige elektroden worden geregistreerd: de opnamereferentie-elektrode. Hierbij wordt bedoeld,de
elektrode ten opzichte van de andere (de afleidelektrode).
Hetisvanbelangtewetenwatdeopnamereferentieis.Dithelptbijhetherkennenenverhelpenvan
storingen die optreden ter hoogte van de opnamereferentie.
Depotentiaaldieoptreedtterhoogtevandeopnamereferentieheeftgeeninvloedopdeweergavenin
erschillende afleidingen!
v
2. Afleidingen
Met de term afleidingen bij digitale toestellen worden de wijze en volgorde waarop een signaal
eergegeven wordt, bedoelt. Vaak wordt de Engelse term “display-montage” gebruikt.
w
ijdens de opname worden alle elektroden geregistreerd ten opzichte van dezelfde
T
opnamereferentie-elektrode. De ideale referentie-elektrode is elektrisch inactief, watzoubetekenen
datdereferentieeenabsoluutnulpuntis.Erisaltijdeenverschilmetingenkunnenwehierdoorweinig
tot niets zeggen over de absolute waarde van een potentiaalverandering. Er kan wel iets gezegd
worden over potentiaalverschillen tussen de opnamereferentie-elektroden en de andere elektroden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotte58. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.