Politiek: Het besturen van het land of een gebied.
Politicus: Een persoon die politieke keuzes maakt.
Bij het maken van keuzes hebben politici te maken met verschillende meningen en belangen
uit de samenleving.
Democratie: Een bestuursvorm waarbij alle burgers mogen meebeslissen en
Iedereen invloed kan hebben op het bestuur van een land.
• In een democratie hebben burgers inspraak in de politiek. Dat betekent dat burgers
morgen meepraten en hun mening mogen geven over kwesties in de samenleving.
• In een democratie worden beslissingen genomen door te stemmen. Alle stemmen
dellen daarbij even zwaar mee.
• Pas wanneer er meerderheid is in de stemmen wordt het voorstel aangenomen.
Dictatuur: Een bestuursvorm waarbij één persoon of een kleine groep
mensen alle macht in handen heeft.
Dictator: De persoon die de macht heeft in een dictatuur.
Aristocratie: Bestuursvorm waarbij de macht is in handen van een elite, een
bevoorrechte groep mensen. Bijv. Mensen met het meeste
geld.
Theocratie: Bestuursvorm waarbij een godheid als hoogste macht wordt
gezien. Religieuze leiders hebben veel te zeggen in een
theocratie, omdat zij de godheid vertegenwoordigen.
Hoofdstuk 2: Democratie in Nederland
Directe democratie: Een vorm van democratie waarbij inwoners van het land zelf
politieke beslissingen nemen.
Indirecte democratie: Een vorm van democratie waarbij inwoners via de verkiezingen
invloed hebben op politieke kwesties.
Referendum: Het voorleggen van een politieke keuze aan de bevolking.
Volksvertegenwoordiger: Een persoon die wordt gekozen tijdens de verkiezingen en
beslissingen neemt namens de bevolking.
, Het nemen van beslissingen is in een indirecte democratie eenvoudiger dan in een directe
democratie. Nederland is een indirecte democratie.
• Soms wordt er in Nederland wel een referendum gehouden. Als dat gebeurt, gaat het
meestal over een lokale kwestie bijvoorbeeld, over een aanleg van een
winkelcentrum.
• Een uitslag van een referendum is niet bindend.
• Niet de burgers maar de politici maken uiteindelijk de beslissing of een plan wel of
niet doorgaat.
Er worden verkiezingen gehouden voor de gemeentes, de provincies en voor het hele land.
Ø De gemeenteraad bestaat uit volksvertegenwoordigers van de gemeente. De
volksvertegenwoordigers zijn gekozen door de inwoners van die gemeente.
Ø De Provinciale Staten bestaan uit volksvertegenwoordigers van een provincie. De
volksvertegenwoordigers zijn gekozen door de inwoners van de provincie.
Ø In het parlement zitten de volksvertegenwoordigers van het land. Het parlement van
Nederland bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
à De Eerste Kamer heeft 75 leden die worden gekozen door de leden van de
provinciale staten. De leden van de Eerste Kamer worden dus niet direct, maar
indirect gekozen door de inwoners van Nederland.
à De Tweede Kamer heeft 150 leden. De Tweede Kamerleden worden direct
gekozen door de bevolking van Nederland. Dit gebeurt tijdens de landelijke
verkiezingen.
De Eerste Kamer en Tweede Kamer nemen politieke beslissingen over landelijke problemen
en kwesties. De Kamerleden beslissen door te stemmen.
Parlementaire Democratie: Een vorm van indirecte democratie waarbij burgers via
volksvertegenwoordigers in het parlement invloed hebben op
belangrijke politieke kwesties.
Hoofdstuk 3: Invloed op de politiek
Je hebt in Nederland invloed op de politiek door te stemmen bij de verkiezingen. Maar je
kunt ook op andere manieren invloed uitoefenen. Je kunt bijvoorbeeld zelf een probleem
aankaarten.
Je kunt met een politiek model laten zien hoe politieke beslissingen tot stand komen.
• Het systeemmodel bestaat uit politieke besluitvorming in 3 fases.
1. De inputfase à Fase waarin de wensen en ideeën van burgers en organisaties
worden geïntroduceerd.
2. Conversiefase à Wordt een aantal van die wensen en ideeën opgepakt door
politici. In deze fase worden de wensen en ideeën omgezet in politieke keuzes.
Politici vergaderen over de onderwerpen en proberen hierover een besluit te
nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannedenhollander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.