Zorgen voor goede psychologische tests is essentieel. Zonder goede tests is psychologie
nauwelijks wetenschap en kan de psychologie weinig bijdragen aan de maatschappij. Er is
een heel vakgebied binnen psychologie gewijd aan de vraag hoe we de kwaliteit van tests
kunnen onderzoeken en verbeteren, namelijk Testtheorie (ook wel psychometrie genoemd).
Vrijwel alle psychologische theorieën zijn tot stand gekomen dankzij testtheorie (bijvoorbeeld
de Big Five).
Voor het meten bij individuen gebruik je meestal een test met veel items. Je gebruikt deze
items als indicatoren voor een construct. Je gebruikt hierbij de volgende stappen:
1. Aan antwoorden worden scores toegekend (itemscores).
2. Itemscores worden verwerkt tot testscore (meestal door optellen).
3. Testscores worden geïnterpreteerd.
Wat kun je zeggen over een construct op basis van de testscores? Vragen die je kunt stellen:
• Zijn de testscores zinvol te interpreteren?
• Meet de test wel perfectionisme? Hoe kom je daar achter?
• Zijn de vragen/opdrachten wel van goede kwaliteit?
• Zijn er wel genoeg vragen in de test?
• Iemand heeft een score 14 en een ander heeft een score 15. Is dit verschil groot
genoeg om te concluderen dat ze verschillen in het construct?
Tests worden veel gebruikt om te meten in de psychologie, het is meestal de handigste
manier om aan gegevens te komen. Als je goed en nauwkeurig wilt meten heb je een goede
test nodig, anders doe je aan sloppy science. Voor het maken van een goede test zijn
helaas geen kant-en-klare regels. Het vereist voortdurend nadenken, goede kennis van de te
meten eigenschap en goed gebruik van statistische methoden. Er zijn wel handvatten: die
worden behandeld in testtheorie. De drie mogelijke posities die je in kunt nemen over
psychologisch testen zijn te zien in de afbeelding hieronder.
Kennis van testtheorie is cruciaal voor je latere carrière, want psychologisch testen speelt
overal een belangrijke rol. Zowel voor een wetenschappelijke als niet-wetenschappelijke
carrière is het één van de meest relevante vakken uit je studie.
,In de wetenschap gaat psychologisch onderzoek vaak over niet direct observeerbare
eigenschappen en zijn er dus tests nodig om deze eigenschappen te kunnen meten. Vrijwel
alle psychologische theorieën zijn tot stand gekomen dankzij testtheorie (Big Five,
intelligentie).
In de praktijk maken de meeste beroepen in sociale wetenschappen gebruik van
testresultaten en neemt men vaak beslissingen aan de hand van psychologische tests. Aan
het einde van deze cursus moet je dus in staat zijn om:
• Een test zelf op waarde in kunnen schatten.
• Zelf-ontwikkelde tests kritisch kunnen evalueren en verbeteren.
• Kennis hebben van mogelijkheden en beperkingen van psychologische tests.
Statistische basiskennis
Voorbeeld met scores van 5 respondenten op 3 tests
Bij elkaar zijn de deviatiescores altijd 0,
omdat gemiddeld gezien, mensen niet
afwijken van het gemiddelde.
Variantie = de mate van spreiding: mate waarin mensen afwijken van het gemiddelde. Bij de
variantie deel de sum of squares (SS) door de N.
Sum of squares = optelsom van alle kwadraten; optelsom van variantie.
Standaarddeviatie = gemiddelde afwijking van het gemiddelde. Als je een random persoon
pakt is de kans gemiddeld zo groot dat diegene afwijkt van het gemiddelde. De SD bereken
je door de variantie in de wortel te zetten.
, → In deze cursus gebruiken we alleen steekproeven; we gebruiken alleen N en niet n-1
Z-score = een gestandaardiseerde standaarddeviaties. Het is het aantal SD van het
gemiddelde af. De som is net als de deviaties wederom 0 bij elkaar opgeteld. Je berekent de
z-score door x min het gemiddelde te doen en vervolgens te delen door de SD.
Covariantie = toe in hoeverre zijn de variabelen covariërend? Tot in hoeverre hangen ze
samen? De covariantie bereken je door de som van xy te delen door de N. Bij xy doe je de
waarde van x maal de waarde van y.
Correlatie = de gestandaardiseerde covariantie. Dit reken je uit de covariantie te delen door
de standaarddeviaties.
, De covarianties worden weergegeven in de variantie-covariantiematrix. De varianties staan
op de diagonale elementen, de covarianties op de buitendiagonale elementen. Wanneer alle
getallen positief zijn heet dat een positive manifold. De correlaties worden weergegeven in
de correlatiematrix.
HC 2: Eigenschappen van tests en items
Wat is een psychologische test?
• Volgens Cronbach is een psychologie test (1960): ‘a systematic procedure for
comparing the behavior of two or more people’
Zo’n ‘procedure’ kan vele vormen aannemen:
• Multiple choice vaardigheidstest
• Open-ended persoonlijkheidsvragenlijst
• Systematische gedragsobservatie
• Rorschach inktvlekkentest
Een psychologische test heeft drie cruciale eigenschappen:
• Gericht op gedragsmeting (observeerbaar)
• Systematisch (objectief)
• Vergelijken van verschillende personen of personen over tijd
Type tests
Tests voor prestatieniveau vs. gedragswijze
Maximum performance versus typical performance
Maximum performance is een test voor prestatieniveaus, iedereen die de test voor zich
krijgt probeert maximaal te scoren en deze prestatie zegt iets over wat je maximaal kunt in
een bepaalde vaardigheid. Typical performance is een test voor gedragswijze en is alles
wat geen maximum performance test is. Hierbij wil je een beeld krijgen van wat een persoon
typeert, bijvoorbeeld attitudes en persoonlijkheidseigenschappen.
Er zijn grote verschillen voor de aanpak bij de testontwikkeling voor deze twee testen, maar
er zijn nauwelijks verschillen voor de statistische analyse van testscores.
Twee type tests voor prestatieniveau
‘Power’ en ‘speed’ tests
Power tests meten vaardigheid zonder tijdsdruk: meer vaardige personen maken
meer vragen goed. Deze komen het meest voor. Speed tests meten prestaties onder
zware tijdsdruk, de vragen zijn vrij makkelijk. Hierbij beantwoorden meer vaardige
personen meer vragen. Een voorbeeld is de Bourdon dot concentration test. Hierbij
moeten personen de sets van stipjes omcirkelen die vier stipjes bevatten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller terraarends. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.