100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen Europees recht $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen Europees recht

7 reviews
 329 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

D.m.v. deze leerdoelen (en leerdoelen verbintenissenrecht I) heb ik een 7.9 gehaald voor het tentamen Europees recht en Verbintenissenrecht I.

Preview 4 out of 35  pages

  • January 24, 2018
  • 35
  • 2017/2018
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: barbarajohanna23 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: fayvanbekhoven • 4 year ago

review-writer-avatar

By: timmulderftw • 5 year ago

review-writer-avatar

By: lucianostam • 5 year ago

review-writer-avatar

By: monialadu • 5 year ago

review-writer-avatar

By: annavandenende • 6 year ago

review-writer-avatar

By: studenttls • 6 year ago

avatar-seller
Leerdoelen Europeesrecht week 1
Literatuur: H1 m.u.v. par. 2.4 en par.5 t/m 8 geheel en H2 m.u.v. par. 8

Je kunt (aan de hand van een casus of stelling):



 aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en meer in
het bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en ‘supranationaal’
toelichten.



De EU is een zowel een intergouvernementele als een supranationale organisatie (hogere rang
dan het Nederlandse recht).


Intergouvernementele organisatie:
Op basis van een verdrag kunnen volkenrechtelijke organisaties in het leven worden geroepen die
een zekere samenwerking stimuleren tussen de lidstaten door het ontwikkelen van een
gezamenlijk beleid en het opstellen van verdragen. Het belang van de aangesloten landen staat
voorop. Het gaat om besluiten die uitsluitend door nationale regeringen samen worde genomen en
dus niet door een instelling die boven die lidstaten staat.

Supranationale organisatie:
Een ander type volkenrechtelijke organisatie is die waarbij lidstaten ieder een deel van hun
soevereiniteit overdragen aan die organisatie. Hierbij gaat het om het gemeenschappelijk belang
boven het landsbelang. Een aantal landen sluiten zich aan bij een verdrag om een
volkenrechtelijke organisatie te vormen waaraan zelfstandige bevoegdheden tot wetgeving,
bestuur en/of rechtspraak worden opgedragen. Oftewel: supranationaal is een internationaal
orgaan met een zekere autonomie en eigen bindende bevoegdheden over de lidstaten.

In de Europese unie zijn er zowel supranationale als intergouvernementele EU-instellingen. Zo is
de Commissie en het HvJ supranationaal, zij staan los van de lidstaten en handelen vanuit
zichzelf. Zij staan tegenover de meer intergouvernementele instellingen zoals de Raad en de
Europese Raad. Dan heeft bijv. de minister nog wat te zeggen over de besluiten.

In de praktijk van de unie is de dagelijkse interactie van alle instellingen, supranationaal en
intergouvernementeel, nodig en normaal.


 aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun
onderlinge rechtsverhouding is.

De EU heeft twee oprichtingsverdragen: het VEU en het VWEU.

- VEU: Het VEU bevat de doelstellingen, rechtsbeginselen en de EU-instellingen van
de Europese Unie. Het geeft dus de beginselen en structuur van de EU weer.
- VWEU: Het VWEU bevat bepalingen over hoe het in de praktijk te werk gaat. Het is
een nadere uitwerking van de VEU.

De VEU en de VWEU hebben dezelfde juridische waarde. Dit komt naar voren in art. 1 VEU.

Juridische basis EU:
1. VEU
2. VWEU
3. Handvest grondrechten EU (week 6)

, de doelstellingen en de rechtsbeginselen van de EU benoemen en toelichten.

De doelstellingen van de EU zijn vastgelegd in art. 3 VEU:
- bevordering welzijn en welvaar EU-burgers (lid 1)
- Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (lid 2) (week 3)
- Interne markt (lid 3) (week 3-4-5)
- Economische en monetaire unie (lid 4) (komt verder niet aan bod)

Er liggen 4 beginselen ten grondslag aan de doelstelling (altijd één in de toets!)
Dit zijn de rechtsbeginselen van de EU.

Bevoegdheidsverdeling EU en lidstaten (art. 4 en 5 VEU):
- Attributiebeginsel:
Ook wel het beginsel van bevoegdheidstoedeling genoemd. Te vinden in art. 4 lid 1 jo. 5 lid
1 VEU. Dit beginsel bepaalt dat zij enkel die bevoegdheden heeft tot het nemen van
bindende besluiten, welke haar zijn overgedragen bij verdrag. Hieruit volgt dat elk bindend
besluit een geldige rechtsbasis of rechtsgrondslag moet hebben in een specifieke bepaling
van de verdragen.
- Subsidiariteitsbeginsel:
Dit beginsel is te vinden in art. 5 lid 3 VEU. Dit beginsel bepaalt dat de bevoegdheid in
principe bij lidstaten ligt, tenzij het beter op EU niveau geregeld kan worden (bijv. de regeling
betreffende plastic tasjes).
- Evenredigheidsbeginsel:
Dit beginsel moet gezien worden in het verlengde van het subsidiariteitsbeginsel. Als de
subsidiariteit van een optreden is verzekerd, dan moet het vervolgens zowel qua vorm als
qua inhoud, niet verder gaan dan noodzakelijk is om de doelstelling te behalen. Dit
‘evenredigheidsbeginsel’ is te vinden in artikel 5 lid 4 Unieverdrag. Het gaat hier dus om de
proportionaliteit.
- Loyale samenwerking:
Dit beginsel wordt ook wel Unietrouw genoemd. Het is opgenomen in art. 4 lid 3 van de
VEU. Lidstaten (en instellingen) moeten loyaal met elkaar samenwerken om de
doelstellingen te bereiken.

Interne markt (week 3+4):
- Non-discriminatie (art. 18 VWEU):
Discriminatie op grond van nationaliteit
- Wederzijdse erkenning:
Wanneer je in NL je diploma haalt voor jurist, moet dit diploma ook in België geldig zijn.

 uitleggen welke afzonderlijke taken en bevoegdheden de EU-instellingen hebben
(met uitzondering van de ECB en de Rekenkamer).



In art. 13 VEU zijn de EU-instellingen opgesomd.
De EU- instellingen zijn vastgelegd in art. 13 e.v. VEU.
Dit zijn:
1. De Europese Raad, art. 15 VEU
2. Raad, art. 16 VEU
3. Europees Parlement, art. 14 VEU
4. Europese commissie, art. 17 VEU
5. Hof van Jusititie, art. 19 VEU
6. Europese Centrale bank, art. 282 e.v. VWEU (geen tentamenstof)
7. Rekenkamer, art. 285 e.v. VWEU (geen tentamenstof)

Kijk voor taken en bevoegdheden bij extra info.

1

, Leerdoelen Europeesrecht week 2
Literatuur: H1.3, 1.7 en 1.8 – H2.8 – H3.9.1 – H8 m.u.v. par 3, 4 en 5 – H10 m.u.v. par 2 en 3
Jurisprudentie: Van Gend & Loos – Costa/Enel

De student kan (aan de hand van een casus of stelling):

 uitleggen wat de betekenis is van de EU als ‘autonome rechtsorde’.

Een autonome rechtsorde is een gebied waar alle onderdanen moeten gehoorzamen aan
één rechtsorde. De Europese Unie is daar een voorbeeld van. Het belangrijkste kenmerk is dat (in
dit geval) lidstaten van de Europese Unie tegen hun wil kunnen worden gebonden. De Europese
Unie heeft gekozen voor deze structuur om te voorkomen dat buitenlands- en justitiebeleid zouden
worden besmet met de supranationale trekken van een communautaire rechtsorde.
In twee belangrijke arresten van het Europees Hof van Justitie is de communautaire rechtsorde
van de Europese Gemeenschap bestempeld als autonome rechtsorde:

 (1963) Van Gend en Loos-arrest

 (1964) Costa/ENEL.
Nederland heeft een autonome rechtsorde maar deze wordt steeds vaker gederogeerd door de
Europese autonome rechtsorde. Dat wil zeggen dat Europese rechtsregels belangrijker zijn dan
Nederlandse rechtsregels, ofwel lex superior derogat legi inferiori (vrij vertaald: het hogere recht
gaat voor het lagere recht).

 de bronnen van Europees recht benoemen en toelichten.

De bronnen van het EU-recht:

- Primair EU-recht:
o VEU en VWEU
o Handvest grondrechten Eu
- Secundair EU-recht (art. 288 VWEU)
o Verordeningen
o Richtlijnen
o Besluiten
o (aanbevelingen en adviezen)
- Rechtsbronnen ‘in-between’
o Jurisprudentie HvJ en GEA
o Algemene rechtsbeginselen
- Tertiair EU-recht (Soft-law)
o Groenboeken
o Witboeken

2

, o Bekendmakingen
o Richtsnoeren
Deze vormen tezamen het EU-beleid

 aangeven welke EU-instellingen betrokken (kunnen) zijn bij de EU-wetgevingsprocedure.

De betrokken EU-instellingen zijn:
- De Europese Commissie: recht van initiatief, art. 17 lid 2 VEU
- De Raad: wetgevende taak, art. 16 VEU
- Het Europese Parlement: wetgevende taak, art. 14 VEU


 kan de gewone van de bijzondere EU-wetgevingsprocedures onderscheiden.

Gewoon: art. 289 lid 1 jo. 294 VEU (=medebeslissingprocedure  co-decisie)
Bijzonder: art. 289 lid 2 VWEU jo. toepasselijke verdragsbepaling

Gewone wetgevingsprocedure
Voor veruit de meeste beleidsterreinen en onderwerpen schrijft het verdrag de toepassing van de
gewone wetgevingsprocedure voor.
Dit hoeft niet telkens opnieuw worden uitgewerkt. In plaats daarvan is er een enkele bepaling, art.
294 VWEU waarin dit wordt gedaan.

Aan de gewone wetgevingsprocedure doen drie instellingen (raad, parlement en commissie) mee
en dit kan leiden dat drie ronde – ‘lezingen’ geheten – worden doorlopen. Indien de instellingen al
bij de eerste lezing met elkaar eens zijn, dan kan de wetgevingshandeling in dat stadium al worden
aangenomen.
Kernelementen van de procedure zijn dat het parlement het voorstel tot een wetgevingshandeling
kan amenderen en ook een vetorecht heeft, aan de andere kant kan het parlement geen
wetgeving afdwingen tegen de wil van de raad.

Lezing 1:
De procedure begint met het voorstel van de Commissie bij de raad en het parlement. Het
parlement stlet dan zijn standpunt vast en communiceert dit aan de raad. Indien de raad het niet
eens is met het standpunt van de raad, stelt hij een afwijkend standpunt vast, zogeheten
‘standpunt in eerste lezing’. Dit luidt de tweede lezing in.

Lezing 2:
Het parlement oordeel vervolgens over het standpunt van de raad. Zij kunnen dit standpunt
overnemen, waarmee de wetgevingshandeling wordt aangenomen conform het standpunt van de
raad. Wanneer het parlement het standpunt van de raad verwerpt, eindigt daarmdee de procedure
en komt er dus geen wetgeving tot stand.

Bemiddeling:
De derde optie voor het parlement is het amenderen van het standpunt van de raad. Wanneer de
amendementen die voorgestelt worden niet aanvaardbaar zijn voor de raad, komt er een
bemiddelingscomité. Dit besaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de raad en het
parlement. Het standpunt in de eerste lezing van de raad en de voorgestelde amendementen zijn
uitgangspunt voor de beraadslagingen van het comité. Het doel is om binnen een termijn van zes
weken door onderhandleing overeenstemming te bereiken voer een gemeenschappelijke
ontwerptekst. Dat gebeurt bij gekwalificeerde meerderheid van de leden die de raad en bij
meerderheid van de leden die het parlement vertegenwoordiging. Bij instelling van het comité
vervalt dus de regel dat de raad alleen bij unanimiteit van het voorstel van de commissie kan
afwijken. De grotere rol voor het parlement gaat aldus ten koste van die van de commissie.


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtenstudentJHSRU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  9x  sold
  • (7)
  Add to cart