100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Algemene Fysiologie $11.39   Add to cart

Summary

Samenvatting - Algemene Fysiologie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide samenvatting van alle basisprincipes die je moet kennen voor fysiologie

Preview 3 out of 25  pages

  • November 30, 2023
  • 25
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING FYSIOLOGIE BOEK
HOOFDSTUK 4 MEMBRAANPOTENTIAAL

§4.1
- De membraanpotentiaal ontstaat ten gevolge van een concentratieverschil voor
ionen over de membraan en een verschillende permeabiliteit voor die ionen
- Wanneer de membraan doorgankelijk is voor slechts een ionsoort, ontstaat een
rustpotentiaal die gelijk is aan de evenwichtspotentiaal van het betreffende ion
- Wanneer de membraan doorgankelijk is voor meer dan een ionsoort, is actief
transport nodig om een concentratieverschil te handhaven
- Een concentratieverschil over de membraan kan ook door een potentiaalverschil
worden gehandhaafd.
- Een verhoging van het geleidingsvermogen van de membraan voor Na- en Ca-ionen
werkt depolariserend; een verhoging van het geleidingsvermogen voor K-ionen werkt
hyperpolariserend
- De permeabiliteit van de membraan van een ion wordt bepaald door enerzijds de
dichtheid, en anderzijds de duur en frequentie van de open toestand van de als
kanaal fungerende membraaneiwitten
- Er zijn ligandgevoelige kanalen die langs chemische weg geopend worden,
spanningsafhankelijke kanalen die geopend worden door een potentiaal verandering,
en kanalen die via beide wegen worden beïnvloed.

§4.2
- Een actiepotentiaal is een voorgeleide snelle depolarisatie, soms zelfs tot een
omkering van de membraanpotentiaal, die optreedt in reactie op een sterke prikkel.
Het directe effect van die prikkel is een depolarisatie van de membraan tot voorbij de
drempelpotentiaal
- Men onderscheidt achtereenvolgend de depolarisatiefase waarin de membraan van
de negatieve rustpotentiaal depolariseert tot of voorbij 0 mV, en een
repolarisatiefase waarin de oorspronkelijke potentiaal wordt hersteld
- De depolarisatiefase berust op een toename van de permeabiliteit van de membraan
voor Na- en/of Ca-ionen. Dit is universeel in alle prikkelbare weefsels. De
repolarisatie komt primair tot stand door een spontane daling (tijdsafhankelijke
inactivering) van de permeabiliteit voor Na en Ca-ionen. In de meeste weefsels treedt
daarbij ook een vergroting van de permeabiliteit van Ca-ionen op, veroorzaakt door
de depolarisatiefase
- De opening van de Na- en/of Ca-kanalen is een regeneratief proces. Indien dit proces
is begonnen door het overschrijden van de drempel, verlopen door de
permeabiliteitsverhoging en de daarop aansluitende verlaging zonder ingrijpen van
buitenaf. Dit wordt aangegeven met de alles of niets wet, die bepaalt dat de grootte
van het effect onafhankelijk is van de sterkte of duur van de prikkel.

§4.3
- Van de ligandgestuurde potentiaal veranderingen is de sterkte van de verandering
gerelateerd aan de hoeveelheid werkzaam ligand. Deze potentialen verandering die
optreden bij indirecte impulsoverdracht, volgen de alles of niets wet.

, - Ditzelfde geldt voor de in zintuigcellen optredende sensorpotentiaal en de spontane
depolarisaties die optreden in pacemakercellen in het zenuwstelsel, hart en gladde
spier, de pacemakerpotentiaal.
- Een sensorpotentiaal ontstaat door omvorming (transductie) van de prikkel uit de
omgeving in een elektrisch signaal. Dit kan worden opgeroepen door verschillende
soorten prikkels, maar er is in een zintuig een groot verschil, in de hoogte van de
sensorpotentiaal die bij verschillende prikkels optreedt. Deze is het hoogst indien
geprikkeld wordt met de adequate prikkel, dat wil zeggen: met de energievorm die
behoort bij de functie van het zintuig.
- Bij aanhoudende prikkeling van het zintuig neemt de amplitude van de
sensorpotentiaal vaak af: adaptatie. Bij snel adapterende sensoren gebeurt dat reeds
kort na het begin van de stimulus, bij langzaam adapterende (vrijwel) niet.
- Een pacemakerpotentiaal (spontane potentiaaldaling) treedt op zonder stimulus van
buitenaf als gevolg van instabiliteit van een combinatie van ionenkanalen die tot een
oscillerend membraanpotentiaal voert. Een actiepotentiaal treedt op als de oscillatie
de drempelpotentiaal overschrijdt

§ 4.4
- De actiepotentiaal voor langs een zenuw- of spiervezel voorgeleid door een
combinatie van passieve en actieve geleiding, waardoor er tussen het reeds
geëxciteerde en het nog rustende deel van de vezel een potentiaalverschil ontstaat.
De kringstroom die tussen deze twee gebieden gaat lopen, depolariseert het
rustende deel van de membraanpotentiaal. Waar deze over de drempel komt,
ontstaat een actiepotentiaal.
- Voor de passieve geleiding fungeert het cytoplasma van de vezel als geleider en de
membraan als isolerende mantel (=kabel). Het spanningsverlies tijdens de
voortgeleiding over de kabel is afhankelijk van de lengteconstante (labda), die te
berekenen is uit de verhouding van de membraanweerstand. De weerstand van de
cytoplasma en de extracellulair vloeistof
- De actieve geleiding betreft de depolarisatiefase van de actiepotentiaal. Hoe sneller
deze depolarisatie is en hoe groter de amplitude, des te eerder komt het volgende
deel van de vezel over de drempel. De snelheid en amplitude worden
bepaald door de dichtheid van de geactiveerde Na-kanalen en het verschil tussen de
intra- en extracellulaire concentratie. De amplitude van de actiepotentiaal neemt niet
af tijdens de voorgeleiding

, HOOFDSTUK 6 NEURONALE IMPULSOVERDRACHT
§6.1
- De functie van een neuron omvatten:
o Receptie: door binding aan receptormoleculen in de membraan van
dendrieten en cellichaam kunnen liganden de membraanpotentiaal verlagen
of verhogen
o Integratie: in dendrieten en soma wordt de membraanpotentiaal van talloze
synapsen bij elkaar opgeteld
o Conductie: in gemyeliniseerde zenuwvezels vindt de voortgeleiding
sprongsgewijs plaats, van knoop naar knoop. Daardoor is de voort
geleidingssnelheid tot honderdmaal hoger dan in ongemyeliniseerde vezels
o Transmissie: door exocytose wordt de neurotransmitter in de synapsspleet
afgegeven. Daarna bereikt deze door diffusie de postsynaptische membraan
waar zich de bijpassende receptoren en ionkanalen bevinden.
- Naast de elektrische voortgeleiding is er in het axon ook chemisch transport. De
axonale stroming vanaf het soma (anterograad) omvat een snel transport van
voornamelijk transmitters en een traag transport van structuurelementen. Het
reterograde transport vervoert voor hergebruik restanten van synapsblaasjes en
geresorbeerde neurotransmitters en groeifactoren terug naar het cellichaam van het
neuron

§6.2
- Er bestaat een groot aantal neurotransmitters die verspreid over het zenuwstelsel de
interneuronale interactie tot stand brengen. Ze kunnen worden onderverdeeld in:
o Esters, met als enige representant acetylcholine dat onwerkzaam wordt
gemaakt door splitsing via acetylcholinesterase
o Biogene aminen, waaronder de monoaminen noradrenaline en dopamine,
serotonine en histamine. Deze transmitters worden voornamelijk
onwerkzaam gemaakt door reabsorptie in het presynaptische neuron;
sommige ook door enzymatische splitsing
o Aminozuren, met als belangrijkste exciterende transmitter glutaminezuur en
inhiberende transmitters gamma-aminoboterzuur (GABA) en glycine. Ze
worden onwerkzaam door resorptie of enzymatische splitsing
o Peptiden, met meestal relatief weinig aminozuren om snelle diffusie mogelijk
te maken. Er zijn tientallen verschillende peptide transmitters; sommige zijn
ook als hormoon bekend
- Behalve de transmitters die specifiek via synapsen worden overgedragen, zijn er
signaalstoffen die buiten de synapsspleet worden afgegeven en de activiteit van
aangrenzende cellen beïnvloeden. De belangrijkste zijn de purinen waaronder ATP en
adenosine, en stiksofmonoxide (NO)
- Het aantal receptortypen is nog groter dan het aantal neurotransmitters, zodat er
voor sommige transmitters een aantal verschillende receptoren is met een
verschillend effect. Voorbeelden zijn acetylcholine met de nicotine- (N-) en muscarine
(M-)receptoren en noradrenaline met de alfa en beta-receptoren die men nog verder
onderverdeelt in subtypen. Er bestaan per receptortype specifieke blokkerende
stoffen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller forozan-hosseini. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.39
  • (0)
  Add to cart