1. De student kan de belangrijkste fysieke ontwikkeling van de babytijd benoemen.
5.2.1 onze aangeboren fysieke vaardigheden
Reflexen
Baby’s worden geboren met tientallen reflexen.
Reflex: niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt in
de aanwezigheid van bepaalde stimuli.
Reflexen dienen vaak om te overleven en het welzijn van het kind te verzekeren. Sommige
reflexen zijn levens lang (knipperreflex) en sommige maar voor even (zwemreflex). Het
verdwijnen van reflexen komt doordat baby’s steeds meer controle krijgen over hun gedrag.
Belangrijk: tabel 5-2 -> fundamentele reflexen bij baby’s
Reflex Leeftijd van Omschrijving Mogelijke functie
verdwijnen
Zoekreflex 3 weken Neiging om hoofd in richting te Inname van voedsel
draaien van dingen die de wang raken
Stapreflex 2 maanden Beweging van benen wanneer baby Voorbereiding
rechtop wordt gehouden en zijn onafhankelijk
voeten grond raken voortbewegen
Zwemreflex 4-6 maanden Neiging zwembewegingen maken als Vermijding van gevaar
baby met gezicht in water ligt
Moro-reflex 6 maanden Wordt geactiveerd als ondersteuning Bescherming tegen vallen
nek en hals verdwijnt. Armen
spreiden zich en willen zich
vastklampen
Babinski reflex 8-12 maanden Spreiden van tenen als reactie Onbekend
aanraking voet
Schrikreflex Blijft in andere Als reactie op geluid worden armen Bescherming
vorm en vingers gespreid en de rug
overtrekt
Knipper reflex Blijft Snel sluiten en openen van de ogen bij Bescherming van netvlies
blootstelling aan licht
Zuig reflex Blijft Neiging om te zuigen aan dingen die Inname van voedsel
de lippen raken
Kokhals reflex Blijft De keel vrijmaken Voorkomen van stikken
,Ethische en culturele variaties en overeenkomsten bij reflexen
Reflexen zijn per definitie genetisch bepaald en bij alle kinderen aanwezig. Toch bestaan er
culturele variaties in de manier waarop ze zich manifesteren.
Daarnaast zijn reflexen erg handig voor kinderartsen. Omdat reflexen op vaste tijdstippen
verschijnen en verdwijnen, kan hun aan-of afwezigheid op een bepaald moment in de
babytijd erop wijzen dat er iets mis is met de ontwikkeling van het kind.
Volgens sommige ontwikkelingsonderzoekers kunnen bepaalde reflexen volwassenen in de
buurt van het kind ertoe stimuleren het te verzorgen en te voeden.
5.2.2 motorische ontwikkeling: fysieke mijlpalen
Er bestaan waarschijnlijk geen duidelijkere fysieke veranderingen dan het groeiende scala
aan motorische vaardigheden dat baby’s de 1e 2 jaar van hun leven aanleren.
Grove motoriek
De motorische vaardigheden van pasgeboren baby’s zijn niet vreselijk complex in vergelijking
met de prestaties die ze niet veel later zullen verrichten.
Figuur 5-7 geeft een overzicht van een aantal mijlpalen in de motorische ontwikkeling. Rond
de leeftijd van negen maanden kunnen baby’s lopen door zich vast te houden aan meubels.
Tabel 5-7-> mijlpalen grove motoriek
50% van de kinderen is in staat deze activiteiten uit te voeren. Het specifieke moment kan
echter aanzienlijk variëren.
3,2 maanden: 3,3 maanden: een 5,9 maanden: zitten 7,2 maanden: staan
omrollen rammelaar zonder met houvast
vastpakken ondersteuning
8,2 maanden: 11,5 maanden: goed 12,3 maanden: 14,8 maanden: een
grijpen met duim en zelfstandig staan los lopen toren bouwen van
wijsvinger twee blokken
16 maanden: 16,6 maanden: 23,8 maanden: 33,0 maanden:
plaatst stokjes in traplopen springen op de een cirkel natekenen
gaatjes plaats
Fijne motoriek
Tijdens het perfectioneren van hun grove motorische vaardigheden maken baby’s ook
vorderingen op het gebied van fijne motoriek.
Tabel 5-3-> mijlpalen fijne motoriek
Gemiddelde leeftijd (in maanden) Vaardigheid
3 Opent hand duidelijk
3,5 Grijpt rammelaar
8,5 Grijpt met duim en wijsvinger
11 Houdt potlood op juiste manier vast
14 Bouwt toren van 2 blokken
16 Plaatst stokjes in gaatjes
24 Imiteert lijnen op papier
33 Kopieert cirkel
, De fijne motoriek wordt steeds geraffineerder. Grijpen volt net als andere motorische
activiteiten een hiërarchisch ontwikkelingspatroon, waarbij verschillende eenvoudige
vaardigheden gecombineerd worden tot complexere vaardigheden. Baby’s beginnen bijv.
eerst dingen te pakken met hun hele hand en als ze ouder worden gebruiken ze alleen duim
en wijsvinger.
5.3 de ontwikkeling van de zintuigen
De processen die ten grondslag liggen aan de manier waarop ene baby de wereld om zich
heen interpreteert, zijn sensatie en perceptie.
Sensatie: de fysieke stimulatie van de zintuigen (de zintuigen reageren)
Perceptie: het met behulp van zintuigen en de hersenen, ordenen, interpreteren, analyseren
en integreren van de stimuli.
5.3.1 visuele perceptie: de wereld zien
Anatomisch gezien is het oog van een baby nog niet helemaal klaar om te functioneren en
ook de myelinisering van de gezichtszenuw laat wat te wensen over. De baby reageert wel op
licht en er is ook beperkte kleurperceptie. Door een flexibele accommodatie kan een baby
niet scherp zien. Met drie maanden ziet een baby scherp.
De visuele vermogens ontwikkelen zich snel. Het binoculaire gezichtsvermogen, waarmee we
diepte en beweging kunnen onderscheiden, ontstaat rond de 14e week.
Baby’s hebben meteen na hun geboorte een duidelijke visuele voorkeur. Ze kijken liever naar
patronen dan naar eenvoudige stimuli.
De genen zijn niet de enige factor die bepalend is voor de visuele voorkeuren van baby’s. Al
een paar uur na de geboorte hebben baby’s geleerd een voorkeur te hebben voor het gezicht
van hun moeder. Tussen de 6e en 9e maand zijn baby’s steeds beter in het onderscheiden van
mensengezichten.
5.3.2 auditieve perceptie: de wereld van geluid
In de baarmoeder reageert een baby al op bepaalde geluiden buiten zijn moeder. Bovendien
worden kinderen geboren met een voorkeur voor bepaalde geluidscombinaties.
Voor bepaalde zeer hoge en zeer lage frequenties zijn baby’s gevoeliger dan volwassenen en
die gevoeligheid lijkt in de eerste twee jaar toe te nemen. Aan de andere kant zijn baby’s
minder gevoelig voor middenfrequenties. Gevoeligheid neemt langzaam toe
Naast het vermogen om geluiden te onderscheiden hebben baby’s verschillende andere
vermogens nodig om effectief betekenis te kunnen geven aan geluid. Met behulp van
geluidslokalisatie kunnen ze bijv. bepalen uit welke richting het geluid komt. Omdat een
babyhoofd kleiner is hebben ze moeite met lokaliseren uit welke richting het geluid komt.
Baby’s kunnen ook patronen en andere akoestische eigenschappen van groepen geluiden vrij
goed onderscheiden. Met zes maanden kunnen ze verandering in 1 noot van een melodie
waarnemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximewielink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.