Een overzichtelijke samenvatting voor het vak bedrijfskunde, waarin je veel informatie kan vinden zonder je Toegepaste organisatiekunde boek (Peter Thuis) te gebruiken! De samenvatting gaat over hoofdstuk 1 t/m 5.
Deel 1 – Het begrijpen van organisatiekunde en management
Hoofdstuk 1: Een begrippenkader voor de organisatiekunde
1.1 Wat is een organisatie?
Belangrijke kenmerken van een organisatie
Onder een organisatie verstaan wij: een menselijke samenwerking die doelgericht en
blijvend is. Deze omschrijving omvat vier belangrijke kenmerken:
1. De menselijke factor;
2. Een samenwerkingsvorm;
3. Doelgerichtheid;
4. Continuïteit.
Ad 1/2: de menselijke samenwerking in een organisatie
De menselijke factor is belangrijk in de begripsomschrijving van een organisatie; zonder de
mens bestaat een organisatie namelijk niet. Het is juist de mens die de samenwerking tot
stand heeft gebracht.
Synergie-effect, wat wil zeggen dat het resultaat van het totale samenwerkingsverband
groter is dan een optelling van de resultaten van de individuele prestaties. (Autoproducent)
Ad 3: Doelgerichtheid binnen een organisatie
Een organisatie is altijd opgericht met een bepaald doel. Een belangrijk doel van bedrijven is
hun winstdoelstelling.
Ad 4: Continuïteit in een organisatie
Een vierde belangrijk kenmerk van een organisatie is het blijvende karakter ervan.
Bij de continuïteit speelt de going-concerngedachte een rol, bij het nemen van
managementbeslissingen gaat men uit van de going-concerngedachte, ze gaan van een
continuïteit binnen de organisatie uit. Als men niet meer uitgaat van de continuïteit van de
organisatie, bij faillissement, dan kan het (bedrijfseconomisch) zin hebben om machines te
verkopen of mensen te ontslaan.
Gemeenschappelijke kenmerken van een organisatie
Uit onderzoekingen bleek dat deze welvaart verhogende ondernemingen een aantal
essentiële gemeenschappelijke kenmerken hebben. Deze kenmerken zijn:
Geschoold personeel;
Formele communicatie, regelgeving en methoden;
Werkverdeling naar functie (bijvoorbeeld productie-, inkoop-, verkoop- en
boekhoudkundig personeel);
Omschreven doelstellingen
Organisatie: 3 begrippen
1. Functionele organisatiebegrip
Organiseren: het effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
Voorbeeld: het organiseren van een introductieweek door de medewerkers en
studenten van een hogeschool.
2. Institutionele organisatiebegrip
Organisatie als object met een naam en een vestiging
Voorbeeld: De organisatie Apple in Cupertino (USA)
De organisatie Philips in Eindhoven
De Hogeschool Arnhem Nijmegen in Arnhem
3. Instrumentele organisatiebegrip
Organisatie als middel waarmee we bepaalde doelstellingen kunnen verwezenlijken
Voorbeeld: De wijze waarop de onderneming (de HAN) is onderverdeeld in
faculteiten, instituten, opleidingen, adviesraden, (diverse) steden, etc.
De wijze waarop de onderneming (Philips) is onderverdeeld in afdelingen,
divisies, managementlagen, regio’s, etc.
De relaties tussen de begrippen organisatie, bedrijf en onderneming
Organisatie, bedrijf en onderneming
Organisatie = een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is
Bedrijf = een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze
op een afzetmarkt te verkopen.
Bedrijf met en zonder winstoogmerk
Zonder winstoogmerk = non-profit instellingen
Met winstoogmerk = profit (Bedrijven zoals Volvo, Unilever en Philips)
Onderneming = een bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst
Een onderneming is dus hetzelfde als een bedrijf, maar met winstoogmerk. (Audi)
Let op: Garbage in = Garbage out
Goede data => Foute informatie => Verkeerde beslissingen
Rechtsvormen
Er zijn twee verschillende soorten rechtsvormen. Hierbij wordt bedoeld dat men een
onderneming op verschillende manieren een juridische structuur kan geven.
Een natuurlijk persoon: hierbij zijn de eigenaren zowel met hun zakelijke vermogen, het
vermogen uit het bedrijf, als met hun privévermogen aansprakelijk. Eigenaren met een
rechtspersoon zijn alleen zakelijk aansprakelijk. Bedrijven met een natuurlijk persoon:
eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap.
Bedrijven met rechtspersoon: naamloze- en besloten vennootschap en coöperatieve
vereniging.
Rechtsvormen behorende bij natuurlijke personen
Het Nederlands recht kent de volgende rechtsvormen voor de ondernemingen van
natuurlijke personen:
1. De eenmanszaak;
2. De maatschap;
3. De vennootschap onder firma (vof);
4. De commanditaire vennootschap (cv).
Ad 1: Eenmanszaak
De eigenaar van de eenmanszaak is met zijn gehele private vermogen aansprakelijk voor de
schulden. Het inkomen van de eigenaar wordt gevormd door de winst van de eenmanszaak.
Ad 2: Maatschap
De maatschap is een samenwerkingsovereenkomst tussen zelfstandige, natuurlijk personen
of rechtspersonen die zich verbinden om iets in een gemeenschap te brengen met het doel
het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen.
Ad 3: Vennootschap onder firma
De vennootschap onder firma (vof) is een samenwerkingsverband tussen twee of meer
personen onder een gemeenschappelijke naam. De inbreng van vennoten kan uit geld
bestaan, maar ook uit arbeid, goederen (gereedschap) of vergunningen.
Ad 4: Commanditaire vennootschap
De commanditaire vennootschap (cv) is vergelijkbaar met de firma, met dit verschil dat er
binnen de cv onderscheid wordt gemaakt tussen beherende vennoten en stille vennoten.
Rechtsvormen behorende bij rechtspersonen
Er zijn verschillende rechtsvormen mogelijk bij ondernemingen met rechtspersoonlijkheid.
We bespreken de belangrijkste drie rechtspersonen:
1. De naamloze vennootschap (nv);
2. De besloten vennootschap (bv);
3. De coöperatieve vereniging.
Ad 1: De naamloze vennootschap (nv) is een onderneming met rechtspersoonlijkheid; dit
betekent dat juridisch gezien haar bezittingen en schulden geheel onafhankelijk zijn van de
bezittingen en schulden van de vermogensverschaffers.
Ad 2: De besloten vennootschap (bv) is vergelijkbaar met de nv, met als grootste verschil
dat hier de aandelen niet ‘aan toonder’ zijn, maar op naam staan en dus niet vrij
verhandelbaar zijn.
Ad 3: De coöperatieve vereniging is een vereniging van personen die het behartigen van
de belangen van de leden als doel heeft.
Productiviteit, effectiviteit en efficiëntie
Om organisaties op zinnige wijze te kunnen onderzoeken, bijvoorbeeld als studieobject voor
de organisatiekunde, moeten we hun prestaties met elkaar kunnen vergelijken.
Hiervoor hebben we meetinstrumenten nodig (‘meten is weten’). Met productiviteit (P) van
een organisatie duiden we op de verhouding tussen het bereikte resultaat (R) en daarvoor
gebrachte (of verwachten) offers (O). Denken aan de kosten grondstoffen of arbeid.
Productiviteit = Resultaat/ Offers
Een productiviteitsgetal van 2,0 betekent dat het resultaat van de organisatie, bijvoorbeeld
uitgedrukt in euro’s, twee keer hoog is als wat ervoor aan offers gebracht is.
De maximale haalbare productiviteit is de productiviteit waarbij, gegeven de
productiemiddelen, met de laagste offers het maximale resultaat wordt gerealiseerd.
Productiviteit max = Resultaat max/ Offers min
Het niet bereiken van de maximale productiviteit kan aan twee factoren liggen:
Als de machines is uitgevallen, dat men niet de maximale productie kan behalen
Producten moeten afgekeurd worden, men moet dan opnieuw mankracht, energie en
grondstoffen gebruiken om de afgekeurde producten te vervangen.
De twee oorzaken van een productiviteit die lager is dan de maximaal haalbare, kan men
uitdrukken in verhoudingsgetallen, die we effectiviteit en efficiëntie noemen:
1. Effectiviteit: de verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het
normresultaat dat men eigenlijk had moeten halen
Effectiviteit = R werkelijk/ R norm
Waarin R = resultaat
2. Efficiëntie: de verhouding tussen normoffers die men eigenlijk had mogen brengen
en de werkelijk gebrachte offers.
Efficiëntie = O norm/ O werkelijk
Waarin O = offer
Kengetallen (prestatie-indicator) Gericht op:
Productiviteit: Output/ input BV. Resultaat vs. offers
Effectiviteit: Werkelijke output/ normoutput BV. Norm resultaat vs. werkelijk resultaat
Efficiëntie: Norminput/ werkelijke input BV. Offers norm vs. werkelijke
Effectiviteit versus efficiëntie
Effectief: Wordt het doel bereikt = doeltreffendheid ‘alle patiënten zijn vandaag geholpen’
Efficiëntie: Hoe wordt het doel bereikt = doelmatigheid
‘De helft van de patiënten is na officiële sluitingstijd geholpen’
Samenvattend kunnen we stellen dat het productiviteitscijfer dus aangeeft wat een
organisatie moet kunnen presteren; dat wil zeggen welk resultaat zij kan bereiken tegen
welke offers.
Waarom organisatietheorieën bestuderen?
De volgende redenen die zinvol is om organisatie- en managementtheorieën te bestuderen:
1. Theorieën zijn een leidraad bij beslissingen in de managementpraktijk
2. Theorieën vormen onze visies op organisaties
3. Theorieën maken ons bewust van de omgeving van het bedrijf
4. Theorieën zijn een bron van nieuwe ideeën.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bedrijfskundemerstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.