Hier in een samenvatting van de jurisprudentie van Bijzonder Strafrecht. Het geeft telkens een korte weergave van de feiten en de belangrijkste regels. Door omstandigheden zijn enkele zaken niet opgenomen in deze samenvatting, namelijk: O'Halloran & Francis t. VK, Overzichtsarrest ne bis in idem en...
Week 1: Fiscaal straf- en boeterecht....................................................4
LJN-nummer: ZD249: Strekkingsvereiste (27 juni 2001).....................................4
Rb. Breda 4 maar 2009 (Medeplegen fiscaal delict)............................................4
NJ 2010,199 (Inkeer II)........................................................................................ 5
NJ 2010, 285 (Autonomie fiscaal strafrecht)........................................................6
Hof Amsterdam 7 juli 2011 (Opzet in fiscalibus).................................................6
HR 6 maart 2012 (regisserende adviseur – medeplegen & pleitbaar standpunt) 7
HR 19 april 2013 (Kosten criminele activiteiten niet-aftrekbaar)........................8
Hof Den Bosch 23 september 2014 (Pleitbaar standpunt)..................................9
Week 3 – Bijzonder strafrecht II: WED, beurs- en effectenstrafrecht, deel
II......................................................................................................10
HvJ EU 23 december 2009 (Spector).................................................................10
HvJ EU 11 maar 2015 (Lafonta).........................................................................11
Rb. Amsterdam 31 maart 2010 (Post-Spector)..................................................12
HR 5 juli 2011 (VPV).......................................................................................... 13
HR 8 juli 2014 (Parcom)..................................................................................... 14
Rb. Amsterdam 18 februari 2015 (Vrijspraak voorwetenschap)........................14
Week 4 – De relatie tussen bijzonder en commuun strafrecht; bestuurlijk
boeterecht........................................................................................16
HR 24 april 2007 (Kleurloos opzet)....................................................................16
HR 24 april 2007 (Overtreding wordt misdrijf)..................................................17
HR 12 mei 2009 (‘Pleitbaar standpunt’ voor varkenshouders)..........................17
HR 27 maart 2012 (Vuurwerk)...........................................................................18
HR 3 september 2013 (Kennis van beursregels)...............................................19
HR 8 april 2014 (Wetenschap van IBC-tanks)....................................................20
HR 2 september 2014 (Varkensrechten)...........................................................20
Week 5 – De onderzoeksfase (I): opsporing in het bijzonder strafrecht. 22
HR 9 maart 1993 (Opsporing in WED)...............................................................22
EHRM 17 december 1996 (Saunders)................................................................22
HR 21 oktober 1997 (Art.19 WED en nemo tenetur).........................................23
HR 29 oktober 1997 (Nemo tenetur en art. 81 Awr)..........................................24
HR 21 december 2010 (Tripod).........................................................................25
Hof Den Haag 5 December 2014 (Tripod-vevolg)..............................................25
HR 24 april 2015 (Criterium van de wil onafhankelijk materiaal)......................26
Week 6 – De onderzoeksfase (II): samenloop van toezicht en opsporing
........................................................................................................27
HR 26 april 1988 (FIOD).................................................................................... 27
EHRM 21 april 2009 (Marttinen t. Finland)........................................................28
Rb. Rotterdam 5 september 2012 (Inlichtingenvordering AFM)........................29
HR 12 juli 2013 (Sfeercumulatie)......................................................................29
HR 20 maart 2015 (Strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs).................30
, HR 1 november 2016 (Dynamische verkeerscontrole)......................................31
Week 7: Vervolging en berechting: samenloop van straf- en beboetbare
feiten; samenloop van sancties..........................................................32
HR 20 juni 1990 (Vereenzelviging I)..................................................................32
HR 19 maart 2002 (Vereenzelviging II)..............................................................33
HR 13 oktober 2006 (Inlichtingenplicht KB Lux)................................................33
HR 30 september 2008 (Zelfde feit bij una via?)...............................................34
HR 23 maart 2012 (Wijziging tenlastelegging)..................................................35
HvJ EU 26 februari 2013 (Aklagaren/ Hans Akerberg Fransson)........................36
HR 14 februari 2017 (Toepasselijkheid art. 50 EU Handvest)............................37
, Week 1: Fiscaal straf en boeterecht
LJNnummer: ZD249: Strekkingsvereiste (27 juni 2001)
Feiten
De verdachte wordt er van verdacht opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte,
als bedoeld in de AWR, te weten een aangifte, voor de inkomstenbelasting over het jaar
1997, niet of niet binnen de door de Belastingdienst/Ondernemingen te Emmen gestelde
termijn heeft gedaan, terwijl dat feit ertoe strekte, dat te weinig belasting werd geheven. Het
gerechtshof heeft de verdachte vrijgesproken, hiertegen heeft de AG zijn bezwaren
uiteengezet.
Overwegingen
De politierechter heeft verdachte vrijgesproken met de volgende motivering: de verdachte
dient van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de politierechter dit niet wettig
en overtuigend bewezen acht. De politierechter acht met name niet bewezen dat verdachte
de in de tenlastelegging genoemde aangifte niet of niet tijdig heeft gedaan, terwijl dat ertoe
strekte, dat te weinig belasting werd geheven. Het gerechtshof heeft op het door de OVJ
ingesteld hoger beroep die vrijspraak bevestigd en de gronden waarop deze vrijspraak
berust als volgt aangevuld: de bestendige praktijk tussen verdachte en de fiscus was aldus,
dat de inkomstenbronnen van verdachte bij de belastingdienst bekend waren, dat jaarlijks
voorlopige aanslagen werden opgelegd en dat bij het niet –tijdig doen van aangifte tot
reactie aanzettende ambtshalve aanslagen werden opgelegd. Daarom is naar het oordeel
van het hof in het voorliggende geval niet voldaan aan de door de wet gestelde eis, dat de
gedraging van verdachte de strekking had te weinig belasting te betalen. Nu het een
vrijspraak betreft dient de vraag te worden beantwoord of het hof is uitgegaan van een juiste
uitleg van de tenlastelegging voor zover inhoudende ‘terwijl dat feit ertoe strekte, dat te
weinig belasting werd geheven’. Deze zinsnede is ontleen aan art.69 AWR en moet geacht
worden dezelfde betekenis te hebben als haar in het artikel toekomt.
Rb. Breda 4 maar 2009 (Medeplegen fiscaal delict)
Feiten
De verdenking komt erop neer dat verdachte samen met een ander aangiften voor de
vennootschapsbelasting onjuist en/of onvolledig heeft gedaan met de bedoeling dat er te
weinig belasting wordt geheven. Het gaat om een overdracht van aandelen, gebaseerd op
een stuk (valse brief). Alles duidt er op dat op initiatief van verdachte, of in gezamenlijk
overleg met medeverdachte, de overeenkomst van 4 januari 2002 is besproken en
opgesteld. Dat stuk vormde de basis voor de correcties in de jaarstukken en daarmee is de
aangifte onjuist gedaan. De raadsman heeft naar voren gebracht dat het een kwaliteitsdelict
betreft en de pleger daarom de belastingplichtige moet zijn, in dit geval Ei land BV. Daarom
eist hij vrijspraak.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MeganPH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.