Samenvatting voor het vak Financiering 3. Bevat alle hoofdstukken van Vermogensmarkt en Ondernemingswaarde en deel van H5 en H6 van Risicobeheer. Samenvatting is uitgebreid, inclusief voorbeelden, extra uitleg en extra formules die niet in het boek te vinden zijn.
De wijze waarop ondernemingen in hun vermogensbehoefte voorzien is mede afhankelijk van de
omvang van het aan te trekken vermogen.
- Kleine ondernemingen door eigenaren zelf ingebracht of geleend van vrienden/familie
Direct contant, overleg mogelijkheden voorwaarden
- Grote ondernemingen eigen vermogen aantrekken door uitgeven van aandelen aan
beleggers
Geen direct contant, geen overleg over voorwaarden mogelijk
Eigen vermogen gestorte aandelenkapitaal én reserves
Het eigen vermogen van een nv/bv kan toenemen door:
- Winstreservering (inhouden deel van de winst)
- Uitgeven nieuwe aandelen
- Herwaardering activa (herwaarderingsreserve)
Het eigen vermogen van een nv/bv kan dalen door:
- Verliezen
- Terugbetalingen van kapitaal door de onderneming aan aandeelhouders
Bij aandelen maak je een onderscheid tussen:
- aandelen die voor het eerst worden uitgegeven (nieuwe aandelen ter beschikking stellen aan
de markt)
o De onderneming ontvangt hier geld voor
o Verkocht op de primaire markt:
- Eerder uitgegeven aandelen verhandelen op de markt.
o De belegger ontvangt hier geld voor, de onderneming zelf niet.
o Verkocht op de secundaire markt:
Let op! Aandelen van de nv zijn makkelijk te verhandelen op de effectenbeurs, omdat deze naamloos
zijn. Die van de bv staan wel op naam, waardoor dit niet geldt.
Aandeelhouders hebben recht op een deel van de winst. Het deel van de winst dat wordt uitgekeerd
aan aandeelhouders noem je dividend.
1.2 Aandelenkapitaal
In de statuten van een nv/bv wordt bij oprichting het maatschappelijke kapitaal bepaald.
Maatschappelijk kapitaal: in nominale waarde gemeten, maximale bedrag dat in aandelen
uitgegeven kan worden.
Indien de nv/bv het maatschappelijk kapitaal wil vergroten zal er een statutenwijziging plaats moeten
vinden.
De nominale waarde van een aandeel is ook in de statuten vastgelegd.
In werkelijkheid komt het vaak voor dat maar een gedeelte van het maatschappelijke kapitaal is
geplaatst. Dat gedeelte is het geplaatste aandelenkapitaal. Het gedeelte van het aandelenkapitaal
dat gestort is noem je het gestorte aandelenkapitaal.
Regels m.b.t. aandelenkapitaal:
1. Het geplaatste aandelenkapitaal is minimaal 20% van het maatschappelijke aandelenkapitaal
2. Minimaal 25% van het geplaatste aandelenkapitaal moet gestort zijn
,JOURNAALPOSTEN DIE JE MAAKT
Voorbeeld:
Er worden 5.000 aandelen uit gegeven tegen een koers van 160%, waarbij de gehele agio én 20% van
de nominale waarde (€50) van de aandelen in contanten wordt ontvangen. In 2016 wordt 37.5% van
het nog te storten nominale aandelenvermogen opgevraagd bij aandeelhouders.
Journaalposten
Bij uitgifte
Bank 200.000
Nog te storten bedrag van aandeelhouders 200.000
a/ agio 150.000
a/ aandelenvermogen 250.000
Bij opvragen nog te storten
Opgevraagd van aandeelhouders 75.000
a/ Nog te storten bedrag van aandeelhouders 75.000
Bedrag dat nog gestort moet worden: €250.000-50.000=€200.000.
€200.000*0.375 = €75.000
Ontvangst opgevraagde bedrag
Bank 75.000
a/ opgevraagd van aandeelhouders 75.000
Agio als er meer betaald wordt voor een aandeel dan de nominale waarde.
Let op! Agio wordt altijd volledig betaald (ook al zijn de aandelen zelf niet volledig volgestort).
Bij een claimemissie krijgen houders van aandelen het recht om als eerste de nieuwe aandelen te
kopen. Als de aandeelhouders hier geen gebruik van willen maken kunnen ze deze claimrechten ook
op de effectenbeurs verkopen.
Als AH doe je vaak mee om verwatering van aandelen te voorkomen.
Underwriters zijn banken die uitgifte van aandelen verzorgen en uitvoeren.
Underwriters nemen de verplichting op zich om de aandelen die op sluitingsdatum niet zijn verkocht
op eigen rekeing te kopen risico van mislukken emissie ligt bij de underwriters.
Over-allotment option/green-shoe-option: underwriters mogen extra aandelen uitgeven als de vraag
naar aandelen groter is dan het aantal dat wordt aangeboden.
1.3 Verschijningsvormen van effecten
Effecten kunnen op naam staan en op toonder
Effecten op toonder kun je verdelen in:
- K-stukken: klassieke effectenbewijzen bestaande uit:
o Mantel: mantel is het eigendoms- of schuldbewijs
o Dividend- of couponblad met afzonderlijke dividend- of couponbewijzen
- CF-stukken:
o Mantel te grootte van een ponskaart
, o Dividend- of couponblad zonder afzonderlijke dividend- of couponbewijzen
dividend of couponblad kan niet in handen komen van de houder.
Effecten die qua vorm verschillen van de normaal in omloop zijnde stukken en die
niet aan cliënten worden overhandigd. Het Centrum voor fondsenadministratie en de
banken die de effecten beheren, keren het dividend aan de houder uit.
- Global note: verzamelbewijs van effecten dat alle effecten van dezelfde soort
vertegenwoordigt.
Een enkel waardepapier dat het gehele aandelenkapitaal van een onderneming of het gehele
bedrag van een obligatielening vertegenwoordigt
1.4 Waardering van aandelen
De waarde van een aandeel is vaak moeilijk vast te stellen. Dit is voornamelijk het geval bij de uitgifte
van nieuwe aandelen door een onderneming die voor het eerst aandelen uitbrengt, omdat er dan
nog geen beurskoers is van eerder uitgegeven aandelen.
Ieder aandeel heeft een nominale waarde. De nominale waarde is vastgelegd in de staten en van
belang bij:
- Balanswaardering
- Niet volgestorte aandelen
De houders van aandelen die niet zijn volgestort kunnen in sommige situaties (zoals bij
faillissement) verplicht worden om vol te storten tot de nominale waarde.
- Dividenduitkeringen
Let op! Er wordt alleen dividend uitgekeerd over het gestorte kapitaal. Je gaat namelijk geen
geld uitgeven aan mensen waar jij nog geld van krijgt.
Een belegger die een aandeel wil kopen/verkopen zal de waarde van een aandeel zo goed mogelijk
willen vaststellen voordat hij gaat kopen/verkopen. Hij wil immers niet teveel betalen, weten welk
risico hij loopt etc.
Uitgangspunten om de waarde van een aandeel te bepalen
- Intrinsieke waarde
- Rentabiliteitswaarde contante waarde van toekomstige geldontvangsten die uit het bezit
van aandelen voortvloeien
Intrinsieke waarde: het eigen vermogen van een onderneming zoals die uit de balans blijkt
intrinsieke waarde van de totale onderneming ( EV v /d onderneming)
intrinsieke waarde p/a=
aantal geplaatste aandelen
Rentabiliteitswaarde: alle verwachte toekomstige winsten van de onderneming contant maken.
rentabiliteitswaarde
rentabiliteitswaarde p/a=
aantal geplaatste aandelen
Goodwill als de rentabiliteitswaarde > intrinsieke waarde. Bedrag is ook het verschil hiertussen.
De rentabiliteitswaarde is beter voor het bepalen van de waarde van een aandeel, omdat het is
gebaseerd op toekomstige, verwachte resultaten. Beleggers zijn geïnteresseerd in die resultaten en
niet zozeer in wat er in het verleden heeft afgespeeld.
, 1.5 Preferente aandelen
Preferente aandelen zijn aandelen waaraan bepaalde voorrechten voor de houder zijn verbonden.
Voorrechten kunnen betrekking hebben op:
- Beheer (extra zeggenschap) prioriteitsaandelen
- Verdeling van een eventueel overschot in geval van liquidatie van de onderneming (voor
mensen die in het verleden een bijzondere prestatie voor de onderneming hebben geleverd).
- Winstverdeling winst preferente aandelen
Winst preferente aandelen zijn te verdelen in:
o Preferente aandelen: aan houders van deze aandelen wordt bij winst eerst dividend
aan hun uitgekeerd voordat er dividend aan “normale” aandelen wordt uitgekeerd.
Als er geen winst wordt behaald, wordt in een later jaar niet het
achtergesteld dividend dat eerder is gemist uitgekeerd
o Cumulatief preferente aandelen: aan houders van deze aandelen wordt bij winst
eerst dividend aan hun uitgekeerd voordat er dividend aan “normale” aandelen
wordt uitgekeerd. OOK wordt achterstallig dividend uitgekeerd.
o Preferente, winstdelende aandelen: aandelen die na uitkering van het preferente
dividend en het normale dividend het restant van de winst krijgen
VB: Winst is €1000, door in statuten vastgelegd percentage wordt er €600
dividend uitgekeerd totaal. De €400 die over is wordt verdeeld dan over
degene die preferente, winstdelende aandelen hebben
o Cumulatief preferente, winstdelende aandelen
Aandelen waarbij én gemist dividend ingehaald wordt én overwinst aan uitgekeerd
wordt.
Interimdividend is dividend dat gedurende een lopend boekjaar wordt uitgekeerd als voorschot op
het uiteindelijke dividend. Aan het einde van het jaar wordt gekeken wat het totale dividend is wat
uitgekeerd zou moeten worden. Hier wordt het betaalde interim dividend vanaf gehaald en wat
overblijft en nog uitgekeerd moet worden is het slotdividend.
1.6 Emissie(prijs) van aandelen
Emissie: uitgifte van nieuwe aandelen door de onderneming, waardoor er extra eigen vermogen voor
de onderneming wordt gecreëerd.
Als het een omvangrijke emissie betreft, zal het vaak via de effectenbeurs gaan. De onderneming kan
dan gebruik maken van een emissiesyndicaat of consortium. Dit is een groep banken/commissionairs
die de onderneming van advies voorzien en die de emissie begeleiden.
Let op! Dit is iets anders dan underwriters. Underwriters zijn banken die uitgifte van aandelen
verzorgen en uitvoeren. Underwriters nemen de verplichting op zich om de aandelen die op
sluitingsdatum niet zijn verkocht op eigen rekening te kopen risico van mislukken emissie ligt bij de
underwriters.
Guichetemissie: emissie waarbij een consortium van banken zijn kantoren beschikbaar stelt voor
verkoop van aandelen.
Let op! Het consortium draagt bij een guichetemissie geen risico op mislukking.
Overgenomen/gegarandeerde emissie: emissie waarbij een consortium van banken zijn kantoren
beschikbaar stelt voor verkoop van aandelen én hierbij van te voren alle aangeboden aandelen
overneemt. In dat geval ligt risico van mislukken wel bij consortium.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elkevanbeekum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.