100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting probleem 3 blok 3.4 Depressie & psychose: Depressie $4.28   Add to cart

Summary

Samenvatting probleem 3 blok 3.4 Depressie & psychose: Depressie

1 review
 115 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Een volledige en goede samenvatting van probleem 3: “Depressie” voor het vak “Depressie en psychose” voor derdejaarsstudenten van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De samenvatting bevat alle verplichte literatuur en is met afbeeldingen bijgevuld om de stof wat duidelijker te maken. Ik h...

[Show more]
Last document update: 6 year ago

Preview 3 out of 32  pages

  • January 28, 2018
  • February 6, 2018
  • 32
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sana97 • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting ‘Depressie & psychose’ probleem 3: Depressie

Boek: Hoogendijk
Introductie
Een sombere stemming kan pas pathologisch genoemd worden als de intensiteit en de duur
van de somberheid niet in verhouding staat tot de aanleiding

Syndromen
Depressieve stoornis​: de unipolaire depressieve stoornis wordt gekarakteriseerd door het
optreden van een of meer depressieve episoden
- Affectieve symptomen staan centraal, ook komen er somatische, cognitieve en
conatieve symptomen voor

Criteria voor de depressieve episode (DSM-IV)
A) Ten minste 5 van de volgende symptomen zijn bijna elke dag aanwezig geweest
binnen dezelfde periode van twee weken en zij weerspiegelen een verandering t.o.v.
het eerdere functioneren. Ten minste een van de symptomen is ofwel (1) depressieve
stemming, ofwel (2) verlies van interesse of plezier:
1. depressieve stemming (kan bij kinderen/adolescenten ook prikkelbare stemming
zijn)
2. duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten
3. duidelijk gewichtsverlies of duidelijke gewichtstoename zonder dat een dieet
gevolgd wordt
4. insomnia of hypersomnia
5. psychomotorische agitatie of remming
6. vermoeidheid of verlies van energie
7. gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens
8. verminderd vermogen tot nadenken of concentratie
9. terugkerende gedachten aan de dood, terugkerende suïcidegedachten zonder dat
er specifieke plannen gemaakt zijn of een suïcidepoging of een specifiek plan om
suïcide te plegen
B) De symptomen kunnen niet toegeschreven worden aan een stemmingsstoornis door
een somatische aandoening, stemmingsstoornis door een middel of rouwreactie
C) De symptomen kunnen niet beter toegeschreven worden aan een psychotische
stoornis (vb. schizoaffectieve stoornis)

Affectieve symptomen​: somberheid en verlies van interesse of plezier in dagelijkse
bezigheden (​anhedonie​). Er moet minstens 1 van deze twee aanwezig zijn voor de diagnose
→ Zijn dus ​kernsymptomen
→ Anhedonie kan zo sterk zijn dat de patiënt helemaal niks meer voelt, ook geen
somberheid
→ De stemmingsklachten kunnen in ernst schommelen over de dag (voelt zich meestal in
ochtend het slechtste)

Somatische symptomen​: zoals moeheid, slaapstoornissen, eetlustvermindering,
gewichtsverlies, libidoverlies en amenorroe
→ Slaapstoornis: vaak vroeg wakker worden, maar kan ook andere vormen aannemen

Cognitieve symptomen​: vooral op gebied van concentratie, het geheugen, het
oordeelsvermogen en de vorm en inhoud van het denken
→ Patiënt denkt waardeloos te zijn, heeft overwaardige en/of misplaatste schuldgevoelens,

, besluiteloosheid, gedachten van uitzichtloosheid, hopeloosheid etc.
→ Over toekomst denkt patiënt pessimistisch, in het heden ziet de patiënt elke gebeurtenis
van de negatieve kant en over het verleden denkt hij alleen nog maar in negatieve
termen
→ ​Psychotische depressie​: patiënt kan met zijn pessimistische gedachten het contact met
de realiteit kwijtraken → sprake van stemmingscongruente depressieve wanen (vb.
schuldwaan)

Conatieve symptomen​: komen vooral bij matige tot ernstig depressieve beelden voor.
Zowel de psychomotoriek als de motivatie en het gedrag veranderen bij een depressie
→ VB. Remming of agitatie; agitatie = bijv. ijsberen, rusteloosheid, handenwringen
→ Remming van psychomotorische activiteit is het meest typisch voor de aandoening;
vertraagde motoriek, verminderde mimiek, armoede aan spontane bewegingen etc.

Dysthyme stoornis​: zelfde symptomen als bij depressieve stoornis, maar in minder aantal.
Er is sprake van een dysthyme stoornis als de depressieve stemming lang duurt (ten minste 2
jaar) en als er gedurende deze periode nooit sprake is geweest van een depressieve stoornis
→ = dus een langdurig bestaande, lichte depressie

Criteria voor de dysthyme stoornis (DSM-IV)
A) Chronische depressieve stemming die vaker wel dan niet aanwezig is en die ten
minste twee jaar aanhoudt (een jaar bij kinderen en adolescenten)
B) De symptomen zijn niet zo ernstig of invaliderend als bij een depressieve stoornis en
hebben twee of meer van de volgende kenmerken
1. slechte eetlust of te veel eten
2. insomnia of hypersomnia
3. weinig energie of vermoeidheid
4. gering gevoel van eigenwaarde
5. slechte concentratie of moeilijkheden om tot een besluit te komen
6. gevoelens van hopeloosheid

Diagnostiek
Vaak is een depressieve stoornis te zien aan het uiterlijk van de patiënt. De patiënt kijkt en
kleedt zich somber en maakt soms geen oogcontact

Een depressie wordt vaak gemeten a.d.h.v. de Beck Depression Inventory. Er kan hierbij
gesproken worden van een lichte, matige of ernstige depressieve stoornis

Subtypen van depressieve stoornis
- Met begin post partum​: begin van een depressieve episode binnen 4 weken na de
bevalling → vaak behandelen met antidepressiva
- Met seizoensgebonden patroon​: bij een geregeld verband tussen het begin van de
depressie en een bepaalde periode van het jaar (vaak in herfst of winter) →
lichttherapie is vaak effectief
- Met melancholische ​(vitale) ​kenmerken​: verlies van plezier in alle activiteiten, geen
stemmingsverbetering als reactie op positieve gebeurtenissen, duidelijke andere
kwaliteit van de stemming dan verdriet, dagschommeling etc. → vaak behandelen
met tricyclisch antidepressivum
- Met psychotische kenmerken​: vaak stemmingscongruente wanen zoals schuldwaan,
zondewaan, armoedewaan en hypochondrische waan → naast tricyclisch
antidepressivum soms ook antipsychoticum

, - Met atypische kenmerken​: reactiviteit van de stemming, d.w.z. de stemming klaart op
in reactie op feitelijk of potentieel positieve gebeurtenissen i.c.m. bepaalde
somatische symptomen zoals gewichtstoename, hypersomnia etc. → vaak behandelen
met klassieke MAO-remmer

Differentiële diagnose
Soms komt een depressieve stoornis door een somatische ziekte. Hierom hoort er een goede
somatische screening bij de diagnostiek. Als een stemmingsstoornis inderdaad veroorzaakt
wordt door een somatische aandoening, wordt de behandeling van de somatische
aandoening geoptimaliseerd. Vaak zullen dan de klachten verbeteren of verdwijnen

Ook kan een stemmingsstoornis veroorzaakt worden door het gebruik van middelen, zoals
geneesmiddelen en andere psychoactieve stoffen. Dit geldt voornamelijk voor intoxicatie,
minder voor onthouding. Behandeling hierbij is gericht op het afbouwen en mogelijk staken
van het middel

Tenslotte is het vaak lastig om depressieve stoornissen te onderscheiden van
angststoornissen, schizofrenie, dementie en persoonlijkheidsstoornissen

Epidemiologie
Prevalentie depressieve stoornis (lifetime) ​= 15%
Prevalentie dysthyme stoornis (lifetime)​ = 6%
→ Depressieve stoornis 2 x zo vaak bij vrouwen
→ 40% van de patiënten heeft eerste episode tussen 15e en 35e levensjaar
→ De duur van een depressieve episode is variabel
→ Mensen met dysthyme stoornis lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een
volledige depressieve stoornis (ook wel ​double depression​)
→ Dysthyme stoornis heeft vaak een vroeg begin en een chronisch beloop

Etiopathogenese
Uit tweeling- en adoptieonderzoek blijkt dat de kwetsbaarheid voor depressie voor een
belangrijk deel erfelijk bepaald is (12 x zo’n grote kans als eerstegraads familielid depressieve
stoornis heeft), maar dat omgevingsfactoren ook een belangrijke rol spelen
- Minder grote invloed erfelijke factoren en grotere invloed omgevingsfactoren dan bij
bipolaire stoornis

Stressvolle gebeurtenissen spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van depressieve
stoornissen
- Er lijkt echter wel een genetische aanleg noodzakelijk voor het ontstaan van een
depressie na een stressvolle gebeurtenis

Neurobiologische factoren
● Er is sprake van een afwijkende stressregulatie bij een depressieve stoornis. Dit kan
zich uiten in ​hyperactiviteit​ in de ​HPA-as
● Noradrenaline​, ​dopamine​ en ​serotonine​ zijn het meest betrokken bij de
pathogenese van depressie
○ Monoaminehypothese
○ Serotoninetekort
○ Antidepressiva leidt tot verhoging van de synaptische beschikbaarheid van
monoamines door een blokkering van de heropname of een vermindering van
de afbraak

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eeefjewentelteefje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  1x  sold
  • (1)
  Add to cart