6.1 Inleiding
-Empirisch onderzoek veronderstelt dat men observeert om theorieën aan de realiteit af te
toetsen
Grote uitdaging
Theorieën gaan over abstracte concepten & staan mijlenver af van wat met de zintuigen
waargenomen kan w
-Het vraagstuk van meting in onderzoek
Hoe kan men een theoretisch concept naar een waargenomen variabele omzetten
6.2 Meten: enkele basisbegrippen
6.2.1 Het meetproces
-Conceptuele definitie
= Vertrekpunt van het meetproces
Een ondubbelzinnige omschrijving van een theoretisch concept
Legt een begrip uiteen in z’n voornaamste aspecten en dimensies
-Operationele definitie
Indicatoren, gekozen obv de conceptuele definitie
Vertaling van theoretische concepten in waarneembare indicatoren
Mbv de indicatoren kan men observeren
-Waargenomen kenmerk
Waarden die men vaststelt op de indicatoren
-Bij elk van deze stappen kunnen meetfouten optreden
Gevolg: De meting overlapt niet meer helemaal met het theoretisch concept
Er kan betekenisverschuiving & -vernauwing gebeuren
Betekenisvernauwing
Wanneer men een deel v/d oorspronkelijke conceptuele definitie niet observeert
De indicatoren missen een deelaspect
Betekenisverschuiving
Wanneer men zaken waarneemt die niet tot de conceptuele definitie behoren
De meting is verschoven richting een ander concept
6.2.2 Soorten concepten
-2 dimensies:
1) De mate van complexiteit
Aantal dimensies die men kan terugvinden in een conceptuele definitie
Eenvoudig: één dimensie
Complex: meerdere dimensies
, 2) De abstractiegraad
Heeft het concept fenomenen die zintuiglijk waarneembaar zijn
Concreet: zintuiglijk waarneembaar
Abstract: niet zintuiglijk waarneembaar
6.2.3 Meten: kwantitatieve vs. kwalitatieve benaderingen
6.3 Kwantitatief meten
6.3.1 Uitgangspunt: klassieke testtheorie
-Formule: X = T + I + e
X = geobserveerde kenmerk
T = ‘true score’
Wat men probeert te meten
Positivistische insteek
Testtheorie gaat ervan uit dat er zoiets bestaat als een objectieve (‘true’) realiteit
Moeilijk om deze te vatten
X komt nooit helemaal overeen met T door meetfouten
I = invalidity/ ongeldigheid
Systematische fouten
e = error/ onbetrouwbaarheid
Toevalsfouten
6.3.2 Enkele kenmerken van kwantitatieve variabelen
-Meetniveaus:
Hangt af van hoeveel informatie de getalscore precies omvat
Nominale variabele
Eindig aantal categorieën
Arbitraire toekenning van score
Ordinale variabele
Categorieën met logische ordening
Metrische variabele
Score heeft betekenis op zich
Afstand tussen categorieën ligt vast
Bvb: “Hoe vaak bidt u per week”
Het type analyse dat men met kwantitatieve metingen kan uitvoeren is heel sterk
afhankelijk vh meetniveau v/d variabelen
6.3.3 Schaaltechnieken
-Likertschaal
Meting waarbij meerdere items beoordeeld worden mbv een vast format
Zie vb: autoritarisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtaeymans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.