100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MSA - BE ; Behandelinterventies + Artikelen (Blok 2B) $7.14   Add to cart

Summary

Samenvatting MSA - BE ; Behandelinterventies + Artikelen (Blok 2B)

 101 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Hierin staan alle behandelinterventies van Blok 2B - BE, denk aan verschillende mobiliserende en stabiliserende trainingen per gewricht (pols, elleboog, schouder), en ook het trainen van de propriocepsis (als kinesthesia en joint position sense). Dit komt uit de belangrijkste artikelen uit de vaard...

[Show more]

Preview 4 out of 32  pages

  • January 29, 2018
  • 32
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
2B. MSA - Bovenste Extremiteiten - Behandelinterventies
BEHANDELINTERVENTIE - MANUELE MOBILISATIETECHNIEKEN (V.2);

A. Glenohumerale mobilisatietechnieken;
1. Ter verbetering van Anteflexie
2. Ter verbetering van Abductie
3. Van de bursabladen, ter verbetering van Exorotatie
4. Van de bursabladen, ter verbetering van Endorotatie
5. Van het dorsale gewrichtskapsel en Rotator Cuff spieren (voor exorotatie)

B. Scapulothorocale overgang mobilisatietechnieken;
1. Ontspanningstechniek
2. Mobilisatietechniek; Ter verbetering van Protractie en laterorotatie.
3. Onbelast; Ribspreiding van de bovenste thorax
4. Belast; Ribspreiding van de bovenste thorax


BEHANDELINTERVENTIE - PROPRIOCEPTIE VERBETERING (= BEWEGINGSGEVOEL) (V.3/4);

1. Uitleg, hoe en wat…?!
2. Hoe ziet dit eruit in een behandeling - Schoudergordel


BEHANDELINTERVENTIE - PREVENTIEF TRAINEN (V.4);


BEHANDELINTERVENTIE - EVALUATIEVE KLINIMETRIE (V.5);



BEHANDELINTERVENTIE - MANUELE MOBIISATIETECHNIEKEN: ELLEBOOG EN POLS (V.5);

1. Articulaire mobilisatietechnieken voor humero-ulnaire extensie
2. Articulaire mobilisatietechnieken voor humero-ulnaire flexie
3. Articulaire mobilisatietechnieken voor humero-ulnaire pronatie en supinatie
4. Articulaire tractietechnieken voor radio-carpale palmairflexie
5. Articulaire tractietechnieken voor radio-carpale dorsaalflexie
6. Articulaire tractietechnieken voor radio-carpale radiaalabductie
7. Articulaire tractietechnieken voor radio-carpale ulnairabductie
8. Hoe ziet dit eruit in een behandeling - Elleboog


BEHANDELINTERVENTIE - OEFENTHERAPIE BIJ POLSKLACHTEN (V.5);

1. Uitleg, hoe en wat…?!
2. Hoe ziet dit eruit in een behandeling - Schoudergordel
3. Hoe ziet dit eruit in een behandeling - Elleboog


1

,Behandelinterventie; Manuele mobilisatietechnieken (Schoudergordel)

A. Glenohumerale mobilisatietechnieken;

1. Articulaire mobilisatietechnieken van het glenohumerale gewricht, t.b.v. anteflexie;

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op de zij op de behandelbank,
met de knieën gebogen en opgetrokken tot heup-
hoogte (‘foetushouding’). De schoudergordel is in
zijn geheel ter hoogte van de voorste rand van de
behandelbank. Het zitvlak is in zijn geheel t.h.v de
achterste rand. Het hoofd wordt goed ondersteund door een kussen, zodat de proefpersoon ontspannen kan
liggen. De schoudermusculatuur dient ontspannen te zijn (controleer dit!).
└> Let op het ontstaan van vasculaire stuwingverschijnselen in de andere arm!

De behandelaar neemt plaats naast de proefpersoon en klemt de gestrekte arm tussen zijn romp en bovenarm
arm. De ene hand omvat het acromion met de vingers, terwijl van de andere hand de handwortel op de margo
lateralis van de scapula steunt (zie afbeelding).

Uitvoering
Er wordt een kracht gezet op het acromion naar mediocaudaal (een doorgetrokken lijn zou moeten uitkomen
bij de lumbale wervelkolom), zodat er een mediorotatie in het scapulothoracale glijvlak optreedt. Deze rotatie
wordt versterkt door de manoeuvre van de andere hand.
De scapula wordt vervolgens weer teruggehaald naar de beginsituatie, waarna dezelfde handeling herhaald
kan worden.




2. Articulaire mobilisatietechnieken van het glenohumerale gewricht, t.b.v. abductie;

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op de zij op de behandelbank,
met de knieën gebogen en opgetrokken tot heup-
hoogte (‘foetushouding’). De schoudergordel is in
zijn geheel ter hoogte van de voorste rand van de
behandelbank. Het zitvlak is in zijn geheel t.h.v de
achterste rand. Het hoofd wordt goed ondersteund door een kussen, zodat de proefpersoon ontspannen kan
liggen. De schoudermusculatuur dient ontspannen te zijn (controleer dit!).
└> Let op het ontstaan van vasculaire stuwingverschijnselen in de andere arm!

De behandelaar neemt plaats naast de proefpersoon en klemt de gestrekte arm tussen zijn romp en bovenarm
arm. De ene hand omvat het acromion met de vingers, terwijl van de andere hand de handwortel op de margo
lateralis van de scapula steunt (zie afbeelding).

Uitvoering
Er wordt een kracht gezet op het acromion naar laterocaudaal (een doorgetrokken lijn zou moeten uitkomen
bij gelijknamige bekkenhelft), zodat er een mediorotatie in het scapulothoracale glijvlak optreedt. Deze rotatie
wordt versterkt door de manouvre van de andere hand.
De scapula wordt vervolgens weer teruggehaald naar de beginsituatie, waarna dezelfde handeling herhaald
kan worden. (Het verschil tussen de anteflexie en abductie, is dat de endorotatie in de arm gemaakt wordt.)



2

,3. Mobilisatietechnieken van de bursabladen, t.b.v. glenohumerale exorotatie;

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op zijn rug op de bank. Het
hoofd wordt goed ondersteund door een kussen,
zodat de persoon ontspannen ligt. De schouder-
musculatuur dient ontspannen te zijn! (Controleer dit!)
De behandelaar neemt plaats naast de proefpersoon en legt de arm op zijn knie, opdat deze in lijn is met het
scapulaire vlak. De behandelaar omvat met zijn ene hand de pols. De andere hand omvat de spierbuik van de
M. Deltoideus. De arm wordt vervolgens in de beperkte abductiestand gepositioneerd.

Uitvoering
De arm van de proefpersoon wordt alternerend in exo- en endorotatie bewogen via de pols.
Tijdens deze beweging wordt de deltoideus in tegengestelde richting bewogen (zie afbeelding).




4. Mobilisatietechnieken van de bursabladen, t.b.v. glenohumerale endorotatie;

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op zijn rug op de bank. Het
hoofd wordt goed ondersteund door een kussen,
zodat de persoon ontspannen ligt. De schouder-
musculatuur dient ontspannen te zijn! (Controleer dit!)
De behandelaar neemt plaats naast de proefpersoon en legt de arm op zijn knie, opdat deze in lijn is met het
scapulaire vlak. De behandelaar omvat met zijn ene hand de pols. De andere hand omvat de spierbuik v/d M.
Deltoideus. De arm wordt vervolgens in de beperkte abductiestand gepositioneerd.

Uitvoering
De arm van de proefpersoon wordt alternerend in exo- en endorotatie bewogen via de pols.
Tijdens deze beweging wordt de deltoideus in tegengestelde richting bewogen (zie afbeelding).
(Is dus een tegengestelde manouvre, in vergelijking met de exorotatiemobilisatie…)




5. Mobilisatietechnieken van het dorsale glenohumerale aspect;
└> Het gewrichtskapsel en de M. infraspinatus en M. teres minor/major.

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op de zij op de behandelbank, met de knieën
gebogen en opgetrokkentot heuphoogte (‘foetushouding’).
De schoudergordel is in zijn geheel ter hoogte van de voorste rand van
de behandelbank. Het zitvlak is in zijn geheel t.h.v de achterste rand.
Het hoofd wordt goed ondersteund door een kussen, zodat de proefpersoon ontspannen kan liggen.
De schoudermusculatuur dient ontspannen te zijn (controleer dit!).

Uitvoering
De behandelaar staat naast de proefpersoon en omvat de humerus met een pistoolgreep.
De arm wordt vervolgens naar horizontale adductie bewogen totdat de scapula meebeweegt.
Normaliter moet deze hoek > 90° zijn. Indien de hoek kleiner is, wordt de arm gefixeerd, terwijl de scapula
naar de thorax toe bewogen wordt. Er treedt dientengevolge rek op het dorsale aspect van de schouder op.




3

, B. Scapulothorocale overgang mobilisatietechnieken;

1. Musculaire ontspanningstechnieken van het scapulothorocale complex;

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op de zij op de behandelbank,
met de knieën gebogen en opgetrokken tot heup-
hoogte (‘foetushouding’). De schoudergordel is in
zijn geheel ter hoogte van de voorste rand van de
behandelbank. Het zitvlak is in zijn geheel ter
hoogte van de achterste rand. Het hoofd wordt goed ondersteund door een kussen, zodat de proefpersoon
ontspannen kan liggen.

Uitvoering
Het schouderblad wordt manueel vanuit een neutrale stand naar protractie en weer terug naar retractie
bewogen. Hierna wordt dezelfde handeling herhaald. Tijdens deze handeling vindt er een beweging plaats in
het scapulothoracale glijvlak. De handeling wordt herhaald totdat de patiënt de schoudergordel kan
ontspannen. Mocht de patiënt moeite hebben met ontspannen kun je door de patiënt te laten ervaren wat
aanspanning en ontspanning is dit mogelijk wel voor elkaar krijgen. Postfacilitaire en reciproke inhibitie
technieken kunnen hierbij ook van assistentie zijn.




2. Articulaire mobiliteitstechnieken van het scapulothorocale complex (over de thorax);
└> Dit is voornamelijk t.b.v. laterorotatie en protractie.

Uitgangspositie
De proefpersoon ligt op de zij op de behandelbank, met de knieën gebogen en opgetrokken
tot heuphoogte (‘foetushouding’). De schoudergordel is in zijn geheel ter hoogte van de voorste rand van de
behandelbank. Het zitvlak is in zijn geheel t.h.v de achterste rand.
Het hoofd wordt goed ondersteund door een kussen, zodat de proefpersoon ontspannen kan liggen.
De schoudermusculatuur dient ontspannen te zijn (controleer dit!).
└> Let op het ontstaan van vasculaire stuwingverschijnselen in de andere arm!

De behandelaar staat naast de cliënt en ondersteunt de arm van de proefpersoon met zijn ene hand, terwijl de
andere hand de scapula omvat (zie afbeelding).

Uitvoering bij protractie met < 90 graden anteflexie
De schoudergordel wordt via een trekbeweging aan
de scapula (!) alternerende in zijn geheel naar protractie
en laterorotatie bewogen. Let op dat de arm in het
scapulaire vlak blijft. Het is aan te bevelen om bij de
mobilisatietechniek gebruik te maken van postfacilitatie inhibitie van de scapularetractoren.

Uitvoering bij protractie met > 90 graden anteflexie
De schoudergordel wordt via een trekbeweging aan de scapula (!) afwisselend
in zijn geheel naar protractie/laterorotatie en retractie bewogen, waarbij de
schoudergordel tevens een anteflexie beweging naar de gewenste stand
doormaakt.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hu-fysio4students. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.14  2x  sold
  • (0)
  Add to cart