100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Algemene Psychologie Denken $3.82   Add to cart

Summary

Samenvatting - Algemene Psychologie Denken

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting algemene psychologie Denken 1+2

Preview 3 out of 16  pages

  • December 1, 2023
  • 16
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
denken:

denken wordt in verschillende contexten op verschillende manieren gebruikt.

denken is het cognitieve proces dat betrokken is bij het vormen van nieuwe
mentale representaties door beschikbare info te manipuleren en op een
zinvolle manier te ordenen

→ is de code of symbool voor opslag van kennis vd buitenwereld in de hersenen. (getallen,..)

concepten:

concepten: mentale representatie van categorieën of ideeën gebaseerd op ervaring.

→ helpen om kennis op een systematische manier te organiseren (computer,..)

ze verschillen allemaal een beetje van elkaar

concepten voor voorwerpen, activiteiten, levende organismen, relaties,..

conceptvorming: het vermogen om ervaringen onder te brengen in vertrouwde mentale categorieën

deja vu: de neiging van ons brein om nieuwe situaties te koppelen met ervaringen (die al in geheugen zitten)

2 soorten concepten:
- natuurlijk → ontwikkeld op basis van dagelijkse ervaringen computers, vriendschap,..
- artificieel → gedefinieerd door combinatie van regels en kenmerken oneindigheid, zwart
gat,...

wiskunde → artificieel → driehoek,.. dingen bestaan omdat we er een definitie van gemaakt hebben.

zo kunnen er mensen zijn waarbij de natuurlijke concepten er nog zijn maar artificiële nimmer →
aparte opslag!

we slagen erin als we een nieuw object zien om te zeggen dat dat een computer is → hoe komt dat?

ons brein maakt prototypes. = gemiddelde van alle exemplaren van een bepaalde categorie. (algemeen)

bv: een merel/kraai is een prototypische vogel, sneller herkennen dan een kip

naar een museum gaat en je ziet afwijkende objecten → kan je deze ook opslaan maar eerder exemplarisch

culturele verschillen → kleding, stoelen, huizen, sneeuw,...

afhankelijk van de ervaringen met de wereld rondom ons gaan we andere concepten vormen.

conceptuele hiërarchieën:

van algemeen naar specifiek

bij een bepaalde vorm van dementie → eerst
specifieke niveaus aftakelen en geleidelijk aan
de conceptuele kennis oprolt.

,voorstellingsvermogen en cognitieve plattegronden:

concepten kunnen makkelijker onder woorden brengen, plakken we namen op.

als we nadenken/redeneren → stemmetje in hoofd
woord en sensorische beelden.

bv: suikerwafels → je kan het ruiken/textuur/smaak proeven

we kunnen ons dus ook veel voorstellen en zo redeneren

cognitieve plattegronden: mentale representatie van een fysieke ruimte

bv: iemand vraagt je de weg, de kans is groot dat je een plattegrond inbeeld en zo de weg aflegt.
→ hippocampus belangrijk bij vormen van cognitieve plattegronden.

hierbij hebben we ook culturele verschillen:

onderzoeker vroeg aan # mensen om de kaart van de wereld te tekenen
→ afhankelijk waar je woont staat het continent centraal

ook afhankelijk van de individuele ervaringen van mensen

schema’s & scripts:

schema = cluster van verwante concepten die een algemeen kader vormen voor het denken over thema’s,
gebeurtenissen, voorwerpen, mensen en situaties. (bv: relaties, restaurant,...)

zijn handig → belangrijke manieren waarop schema’s gebruikt kunnen worden:

- verwachtingen

→ bepaalde objecten/handelingen in bepaalde contexten betekenis geven

bv: TV die hangt in luchthaven vs in ziekenhuis → zelfde object waar andere info op te vinden is.

doel van bepaalde objecten hangt af van het schema waarbinnen je de dingen ziet → zo
verwachtingen creëren

→ bv dansende aap, we namen het niet waar omdat het niet binnen het schema van handbal
paste.
→ jonge kinderen zien de aap meer omdat hun schema’s nog niet geconsolideerd zijn.

- gevolgtrekking maken

niet altijd alle info nodig, info vaak ruizig binnen → we kunnen goed invullen obv de ervaringen die
we hebben

bv: toen els haar mand open trok zag ze dat ze geen zout bij had → picknicken.

ook een gevaar → dingen invullen obv je eigen ervaringen en niet obv wat andere zegt!

, - scripts als schema’s van gebeurtenissen
een cluster van info over reeksen gebeurtenissen en handelingen die je kan verwachten in bep. situatie
bv: restaurantbezoek, muziek festival

- culturele invloed op scripts
script vormingen vinden plaats obv onze ervaringen, vroegere ervaringen worden gebruikt als kapstok voor nieuwe.

cultuur/ervaringen kunnen dus heel sterk bepalen hoe dat een concept ingevuld wordt, schema’s/scripts gevormd

→ niet vanuit gaan dat iedereen dezelfde invulling heeft van iets.

denken en de hersenen:

twee belangrijke ontdekkingen:

- niet 1 denkgebied, verschillende hersengebieden
- frontaalkwabben belangrijk bij beslissen en problemen oplossen → Prefrontale cortex

we hebben ons hele brein nodig om te denken (gezichten,..)

afhankelijk van over welke materie we denken er specifieke hersengebieden oplichten.

prefrontale cortex → plannen, onderdrukken impulsen, uitstellen, problemen analyseren,...

maakt een koppeling tussen wat willen we in de toekomst bereiken en wat weten we al uit het verleden en
hoe kunnen we die informatie gebruiken om hetgeen waarmee we nu bezig zijn te verwezenlijken?

als mensen schade oplopen dan krijgen ze in 1/+ vaardigheden problemen.

andere diersoorten → van alle gewervelde diersoorten dat bij ons de prefrontale cortex groter is.

dieren kunnen wel nadenken maar we zijn als mens beter om niet af te gaan op onze instincten en goed kunnen
onderdrukken en plannen.

intuïtie:
= het vermogen een oordeel te vormen zonder bewust redeneren. (is niet altijd juist!)

keuzestress bij kopen van huis, telefoon,.. → buikgevoel volgen/niet?

Als we niet voldoende tijd hebben om na te denken, we kunnen niet alle pro’s en contra’s afwegen dan is intuïtie
een goede richtlijn.

voldoende tijd om na te denken wint expertise van intuïtie!

bv: foto’s laten zien van andere mensen, persoonlijkheid inschatten→ mensen schatten het juist in.
als we op die manier beslissingen nemen → vatbaar voor vooroordelen, stereotypes,...
(goede richting)

selectie en rekruteringswereld → wordt vaak gedaan. → is niet altijd goed, kijk naar diploma,...

in de meeste situaties is het dus interessant om alle feiten op een rijtje te zetten en vervolgens over laten aan
intuïtie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margobroeckx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.82
  • (0)
  Add to cart