Preventie, Mediation en Behandeling in de forensische context
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Master Forensische Gezinspedagogiek (2017/2018)
Vak: Preventie, Mediation en Behandeling in de forensische context
Samenvatting van onderstaande artikelen (in het Nederlands)
1. De Vries, S.L.A., Hoeve, M., Wibbelink, C.J.M., Asscher, J.J., & Stams, G.J.J.M. (2017). A randomized controlled trial...
Preventie, Mediation en Behandeling in de forensische context
All documents for this subject (2)
1
review
By: dthode1 • 4 year ago
Seller
Follow
elisaflipse
Reviews received
Content preview
Samenvatting artikelen: Preventie, Mediation en Behandeling in de
forensische context (Master Forensische Gezinspedagogiek 2017/2018)
Artikel 1: De Vries, S.L.A., Hoeve, M., Wibbelink, C.J.M., Asscher, J.J., & Stams,
G.J.J.M. (2017). A randomized controlled trial of the effectiveness of the youth crime
prevention program ‘New Perspectives’ (NP): Post-treatment changes and
moderator effects. Children and Youth Services Review, 82, 413-426.
Introductie - hoofdvraag en hypothesen
New perspectives program
Is gebaseerd op het theoretische kader van het RNR model.
1. NP risk principle/risico principe: het beoordelen van risico en het geven van modules die
verschillen in intensiteit van behandeling dat past bij de daders risico op recidieven.
2. NP is gericht op het voorkomen van aanhoudend delinquent gedrag van adolescenten
met een hoog risico. Om dit gedrag te voorkomen worden de volgende criminogene
benodigdheden aangehaald als secondaire doelen in de behandeling: slechte relaties in het
sociale netwerk (ouders en peers), cognitieve verstoringen en slecht oudergedrag. De
multisystematisch benadering van NP maakt behandeling voor deze multipele factoren
gerelateerd aan delinquent gedrag en recidieven mogelijk (needs principle).
3. NP is gebaseerd op het responsiviteitsprincipe door het toevoegen van het motivatielevel
van de cliënt en zijn persoonlijke achtergrond. Technieken van motivatie gesprekken en
individuele coaching worden gebruikt om het motivatielevel van de adolescenten te
beïnvloeden.
- er wordt gebruikt gemaakt van een RCT om de korte termijn effecten 3-6 maanden na de
start van het programma van NP te vergelijken met de effecten van care as usual.
1. eerst wordt gekeken of NP effectief is in het verminderen van delinquent gedrag.
2. hierna wordt individuele en sociale criminogene factoren beoordeeld, welke het tweede
doel zijn van NP (poor parenting behavior, poor social bonds met ouders, afwijkende peer
voorkeuren en cognitieve verstoringen).
3. tot slot worden uitkomsten van het programma gerelateerd aan depressie en angst
(internaliserend probleemgedrag) omdat deze problemen vaak optreden met
externaliserende problemen.
4. Er wordt ook gekeken of gender, culturele achtergronden en leeftijd andere uitkomsten
hebben met het NP programma.
Methode
participanten
- uiteindelijke sample adolescenten is 68 jongens en 33 meisjes. 83% van dit percentage
behoorde tot een etnische minderheidsgroep, tenminste 1 van de ouders was in het
buitenland geboren.
- meer dan de helft van de groep leefde in een huishouden met één ouder.
- gemiddeld 15.12 jaar oud wanneer ze in aanraking kwamen met de politie.
- 40% VMBO 41% MBO en 12% HAVO/VWO.
,Procedure
- participanten zijn geworven op 5 locaties in het stedelijke gebied van Amsterdam tussen
2011 en 2013.
- adolescenten werden gescreend voor participatie in NP gebaseerd op de volgende criteria:
1. leeftijd tussen 12 en 23 jaar
2. het hebben van problemen op meerdere levensdomeinen (school, familie, peers)
3. een risico vormen voor het ontwikkelen van een afwijkende levensstijl zoals
predelinquentie met antisociaal gedrag, first time offenders en adolescenten die kleine
vergrepen hebben gedaan, zoals stelen en joyrijden.
* exclusie criteria waren geen IQ onder de 70, ernstige psychiatrische problemen, een lange
geschiedenis van delinquentie, ernstig drugs en alcohol gebruik (afhankelijkheid) en
afwezigheid van motivatie om te stoppen met criminele acties.
Data is verzameld op drie verschillende tijdsmomenten
T1 (pre-test)
T2 (drie maanden later post-test na het beëindigen van de intensieve interventie)
T3 (6 maanden na T2, post-test, na beëindiging van de nazorg fase)
Condities
- participanten die voldeden aan criteria voor NP zijn random toegewezen naar de
experimentele groep en de controle groep.
- sociaal werkers maakten een passend plan voor de participanten. Ze besteedde gemiddeld
8 uur per week tijd door met hun cliënt. (minimaal 4 uur en maximaal 12 uur).
- adolescenten in de controle groep ontvingen care as usual (CAU).
meetinstrumenten
delinquent gedrag: Self-report Delinquency Scale (SRD). Drie subschalen zijn gebruikt
voor het beoordelen of het programma effectief was: violent crime, vandalism en property
crime. De daden verschilde van niet zo ernstig naar ernstige misdrijven.
Ouderlijk gedrag: Parenting behavior Questionnaire. Ouderlijke steun, autoritatieve
controle, restrictieve controle zijn gemeten.
Ouderlijke toezicht is gemeten met de Vragenlijst toezicht houden (VTH). Zowel ouders
als kinderen werd gevraagd naar hoeveel ouders wisten van wat ze deden na school,
vrienden, geld uitgeven, waar ze naar toe gaan als ze weggaan.
Adolescent-ouder hechting: Inventory of Parent and peer attachments. De IPPA heeft 12
items op een 4 puntsschaal. Die meet drie subschalen: adolescent zijn vertrouwen in
vermogen en sensitiviteit van de hechtingsfiguur, de kwaliteit van communicatie en de
aanwezigheid van boosheid en vervreemding met de hechtingsfiguur.
Peer aansluiting: gemeten met de Family, Friends&Self scale (FFS). Het is verdeeld in
twee subschalen: aansluiting met afwijking en prosociaal peers.
De intensiteit van contacten met peers was gemeten door de subschaal van de Basic peer
questionnaire. Die meet hoe vaak participanten tijd spenderen met peers gedurende de
week en weekenden.
Cognitieve verstoringen: How I think Questionnaire (HIT). Het bevat 54 items waarvan 39
refereren naar de vier-categorie typologie van zelf dienende cognitieve afwijkingen: self-
,centered attitude, de schuld geven aan anderen, minimaliseren van mislabeling
(consequenties van gedrag) en uitgaan van het ergste.
Prosociaal gedrag: Prosociaal behaviour Questionnaire. Meet positieve aspecten van
gedrag.
Self-esteem: Self-perception profile for adolescents (CBSA). Gevoelens van het waard zijn
en bevrediging met zichzelf worden gemeten.
Agressief gedrag: Buss-Durkee Hostility Inventory (BDHI-D). bevat twee subschalen
namelijk: Overt Agression (expressief verhaal en fysieke agressie) en Covert Agression
(emotionele en cognitieve componenten vijandigheid, irritatieniveau, boosheid en
verdachtheid).
Substance use: CRAFFT Substance Abuse Screening Test
Externaliserend probleemgedrag: Sociaal-emotionele vragenlijst (SEV). Verdeeld in twee
subschalen: aandachtsproblemen/hyperactiviteit/impulsiviteit en sociaal probleemgedrag.
Internaliserende problemen: Child Depression Inventory-2. Cognitieve affectieve en
gedragssymptomen van depressie werden gemeten hiermee. Ook is internaliserende
problemen gemeten door middel van ouderrapportage op de drie subschalen van de
Sociaal-Emotionele Vragenlijst. Algemene angst, sociale angst en depressief gedrag is
hiermee gemeten.
Resultaten
Delinquentie en probleemgedrag
- 80% rapporteerde dat ze meer dan 1 delinquentie actie de eerste meting.
- 28% van de NP-groep lieten een erg laag risico zien voor een nieuw misdrijf
43% hiervan een matig risico en 11% een hoog tot erg hoog risico. 18% was
onbekend. Dit was niet beschikbaar voor de controle groep die CAU kreeg.
- 20% gaf aan problematisch substantieel te gebruiken
- 60% liet ernstige overt agressie zien en 50% covert agressief gedrag. 19% van de
adolescenten had stoornissen gerelateerd aan depressie. Geen verschil is gevonden
tussen NP en CAU.
- Meer dan 40% had een misdrijf gepleegd (vandalisme, property violent acts) in de
drie maanden voordat de pre-test plaatsvond. Drie maanden na de pre-test was dit
26% in de NP groep en 32% in de controle groep. 19% in de NP groep en 22% in de
controle groep had bij de post-interventie assessment een misdrijf gepleegd.
Interventie effecten
- Tabel 2 t-test voor NP en CAU en tabel 3 resultaten ouderrapportage.
Primaire uitkomsten
- De effecten van NP op zelf-gerapporteerde delinquentie waren gemeten na de
intensieve interventie fase en nazorg. De Univariate analyses van covariantie
indiceren dat er geen significante verschillen waren gevonden tussen NP en CAU
op delinquent gedrag.
Secundaire en andere uitkomsten
, - Resultaten gebaseerd op adolescenten en ouder rapportages lieten geen interventie
effect zien op de secundaire uitkomsten op beide post-testten. Geen verschil tussen
NP en CAU waren gevonden.
Moderators van effectiviteit
- De moderators: gender, leeftijd en etniciteit waren getest.
- Gender had geen significante invloed op de uitkomsten van het programma
- Er zijn geen significante uitkomsten gevonden voor etniciteit (Nederlandse
adolescenten en tweede generatie adolescenten van een etnische minderheidsgroep)
Conclusie/Discussie
De focus en de inhoud van NP kan een mogelijke verklaring bieden voor het niet vinden
van effecten van de interventie:
- NP heeft weinig structuur en duidelijke therapeutische interventie benadering om de
jongeren te betrekken in een ondersteunende en constructief proces van
verandering.
- Daarnaast mist het ook gespecialiseerde effectieve componenten van
gedragsmodeling, contracting en het trainen van ouderlijke vaardigheden.
- Een andere verklaring is de mismatch tussen het risico gedrag en de interventie. NP
is namelijk een korte interventie. De adolescenten met een ernstig risico op
recidieven heeft wellicht een langduriger en een meer gespecialiseerde interventie
nodig. Het risico principe kan ook worden verbeterd in de interventie.
Artikel 2: Euser, S., Alink, L.R.A., Stoltenborgh, M., Bakermans-Kranenburg, M.J., &
Van IJzendoorn, M.H. (2015). A gloomy picture: a meta-analysis of randomized
controlled trials revealed disappointing effectiveness of programs aiming at
preventing child maltreatment. BMC Public Health, 15, 1068 – 1081.
Introductie - hoofdvraag en hypothesen
De meta-analyse heeft als doel om de gemiddelde effectiviteit van interventie programma’s
te schatten die gegeven worden door diensten aan ouders om kindermishandeling te
verminderen. Alleen RCT’s zijn geïncludeerd in deze studie.
Er zijn drie typen van programma’s geïncludeerd:
1. degene die gericht zijn op de algemene populatie en het voorkomen van
mishandeling,
2. degene die voor families met risico op kindermishandeling worden gegeven om
kindermishandeling te voorkomen
3. interventies die erop gericht zijn om kindermishandeling te verminderen in families
waar dit al speelt.
Interventie karakteristieken
- in sommige programma’s ontvangen ouders gevarieerde soorten steun (emotioneel,
sociaal en materieel). Om vervolgens kracht en verbetering van het gehele
gezinsfunctioneren, zonder echte training van ouderschapsvaardigheden (Healthy
Families America)
- Andere programma’s richten zich op het trainen en verbeteren van de
ouderschapsvaardigheden (SOS! Help for parents).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisaflipse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.