,Relatievermogensrecht
Week 1: inleiding
Podcastcollege
Kosten van de huishouding en shoppen bij Cartier
Algemene inleiding
Art. 1:84 BW kan je zien als uitwerking van de verplichting die echtgenoten
hebben o.g.v. art. 1:81 BW. Het artikel regelt de draag- en fourneerplicht van de
kosten van de huishouding. Echtgenoten kunnen bij schriftelijke overeenkomst
andere afspraken maken (vaak bij huwelijkse voorwaarden). Bij geschillen is het
mogelijk dat de rechter tussen beiden komt.
Er staat geen definitie van ‘kosten van de huishouding’ in de wet. Er wordt alleen
vermeld dat ook kosten van verzorging en opvoeding eronder vallen. In de
parlementaire geschiedenis staat dat je bij huishouding ook ‘gezamenlijk belang’
kan lezen en mag je ervan uitgaan dat het tot de kosten wordt gerekend wat
wordt gebruikt/verteerd voor het draaiende houden van de huishouding. Kosten
van het draaiende houden van het huishouden is voor iedereen anders.
Draagplicht = ten laste van wiens vermogen komen de kosten van de
huishouding?
Fourneerplicht = het ter beschikking stellen van geld om de kosten van de
huishouding te kunnen betalen.
Het gemene inkomen/gemene vermogen = inkomsten en vermogen die behoort
tot een huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap (bijv. gemeenschap van
goederen).
In veel andere landen bestaat een soortgelijke regeling. Het artikel is in lijn met
de principle van Commission on European Family Law.
Kosten van de huishouding (art. 1:84 BW)
Wat het precies is staat nergens gedefinieerd. Jurisprudentie geeft alleen
incidenten, casuïstisch. De parlementaire geschiedenis en literatuur geven ook
andere omschrijvingen.
Wat behoort er altijd toe?
- Uitgaven voor eten en drinken
- Uitgaven voor kleding en wonen
- Huisvestigingskosten (hypotheekrente, huur)
- Premies voor overlijdensrisicoverzekering
- Kosten voor scholing, ontspanning en medische kosten
Voor alle koppels is het subjectief of iets erbij hoort. Bijv. kleding valt er bij de een
niet onder en bij de ander die maar 2x per jaar kleding koopt wel.
Hoe moeten we bepalen wat de kosten zijn in een bepaald tijdvak? Dit is van
belang voor de draag- en fourneerplicht. De parlementaire geschiedenis zegt dat
het per kalenderjaar bekeken moet worden en daarmee kijken naar het
jaarinkomen.
Art. 1:84 lid 3 BW: de schriftelijke overeenkomst. Hierin kan je als koppel
afspreken wat wel en niet onder kosten van de huishouding valt.
,Moet je kosten van de huishouding lezen als gemeenschappelijke/gezamenlijke
huishouding of niet? De algemene regeling is dat het ook gaat om niet-
gemeenschappelijke huishouding. HR 25 juni 1971: de gemeenschappelijk en in
onderling overleg gesplitste huishouding op een lijn wordt gesteld met de
huishouding. Als het in onderling overleg is kan het gezien worden als kosten van
de huishouding. Het kan ook gaan om kosten van gesplitste huishoudens als in
overleg is besloten om niet te gaan samenwonen.
Kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vallen onder kosten van de
huishouding. Het is dan de vraag wie de kinderen zijn? Dat zijn kinderen die
deelnemen aan het huishouden. Wie de kinderen zijn is heel feitelijk. Het zijn de
echtgenoten die beslissen welke kinderen tot hun gezin behoren. Het kan gaan
om biologische kinderen, stiefkinderen of pleegkinderen. Houdt bij stiefkinderen
in de gaten dat een andere ouder ook een onderhoudsbijdrage kan betalen. Het
is dan billijk dat de bijdrage dan daarvoor ook wordt gebruikt.
Hoe staan we tegenover huishoudelijke arbeid? Moet dat gewaardeerd worden op
geld en verwerken in art. 1:84 lid 1 BW? Dit is vooral symbolisch, want het moet
ergens van betaald worden. Als het gaat om een compensatieregeling dat de een
thuis het werk doet en de ander een baan, dan is het aan de echtgenoten om
het, buiten art.1:84 BW, op een andere manier te regelen.
Lid 1 geeft dat de kosten eerst ten laste komen van het gemene inkomen, dan
eigen inkomens naar evenredigheid, dan gemene vermogens en als laatste eigen
vermogens naar evenredigheid. Indien je op huwelijkse voorwaarden bent
gehuwd en is er geen gemeen inkomen, dan ga je meteen door naar eigen
inkomen en eigen vermogen van de echtgenoten.
Hoe zit het als we geld gaan lenen? Wat gebeurt er dan? Als iemand geld leent
dan zien we dat art. 1:84 BW dat niet regelt. Ook art. 1:85 BW ziet hier niet op.
Als er bijzondere omstandigheden zijn dan geldt de draagplicht niet, bijv. bij
onrechtvaardigheid, dan moet ingegrepen worden en een andere uitwerking
komen (lid 1).
Lid 3: afwijking per schriftelijke overeenkomst. Je kan ermee invullen wat kosten
van de huishouding zijn. Je kan ermee ook afwijken van het
evenredigheidsprincipe. Je kan dan bepalen dat een van de echtgenoten alle
kosten van de huishouding betaald en de ander niets bijdraagt. Dit is net wat
anders dan art. 1:81 BW ‘het nodige verschaffen’, want daarvoor was het
evenredigheidsbeginsel in het leven geroepen. Daarnaast kan je bijv. ook 50/50
afspreken. De overeenkomst moet schriftelijk en dat kan in huwelijkse
voorwaarden, maar je ziet vaak dat mensen in de huwelijkse voorwaarden dit
toch vaak doen en dan meteen bepalen wat onder kosten van de huishouding
valt.
Je kan zeggen dat er evenredigheid is, of afgesproken dat er 50/50 is. Wat
gebeurt er als in enig jaar niet conform de evenredigheid of afspraak is betaald
aan de kosten van de huishouding? Je ziet dat de wet hier niets zegt over
verrekening en alleen de parlementaire geschiedenis spreekt over een
kalenderjaar. Wanneer trek je het recht? Hiervoor moet je alles wel kunnen
terugvinden, dus wat de kosten en inkomens zijn. Literatuur gaat uit van een
jaarlijkse verrekening i.v.m. de fourneerplicht: voldoende geld ter beschikking
stellen om de kosten te kunnen betalen. Een en/of rekening is makkelijk hiervoor.
, Wat gebeurt er als dit niet goed gaat (bijv. bij scheiding)? Kan je bij een scheiding
alsnog tijdens huwelijk te veel betaalde kosten terugvorderen of niet? Zie
hiervoor HR Ter Kuile/Kofman en HR Bronkhorst/Van Eck. We hebben te maken
met specifieke omstandigheden. De rechtsregel is dat rechtsoverwerking
optreedt, een beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, 1 jaar na het
jaar waarin te veel huishoudkosten is betaald. Het ging over iemand die zelf de
kosten van huishouding betaald en administratie deed en dus inzicht had dat te
veel was betaald. Had de echtgenoot er rekening mee moeten houden dat hij
geconfronteerd zou worden met veel bonnetjes en dat de kosten over een aantal
jaar nog verrekend moesten worden. In veel gevallen is dus de concrete situatie
van belang.
Aansprakelijkheid voor huishoudelijke schulden (art. 1:85 BW)
Het gaat om aansprakelijkheid voor het aangaan van verbintenissen betreffende
de gewone gang van de huishouding. Het gaat er niet alleen om wat echtgenoten
er zelf onder verstaan, maar ook wat schuldeisers mogen verwachten dat
echtgenoten die zich in een bepaalde leefwijze naar buiten laten zien wat zij
eronder verstaan. Het is ingewikkeld om precies te weten wat onder de gewone
gang van de huishouding valt. Hier is niet veel rechtspraak over.
Voorbeeld: arbeidsovereenkomst die de man sluit met het dienstmeisje. De
andere echtgenoot ook aansprakelijk voor die overeenkomst.
Als je een schuld aangaat om de kosten van de huishouding te betalen, is het
meestal niet het geval. Een voorbeeld wat in het verlengde hiervan ligt:
rekeningcourantschuld die een echtgenoot heeft bij zijn BV. Er is een BV met enig
aandeelhouder en die gebruikt de BV als een pinautomaat om geld op te nemen.
Dat geld wordt bijv. gebruikt om aan te besteden aan de gewone gang van de
huishouding. Wat voor verhouding is het? Je neemt geld op uit de BV, maar het is
geen uitkering van winst of dividend. Het is veel gunstiger want je rekening niet
af. Het geld moet wel terug in de BV. De aandeelhouder krijgt een schuld aan de
BV en de BV een vordering op de aandeelhouder. Per 1 januari 2023 ging de wet
excessief lenen in werking en dit zorgde ervoor dat alles boven €700.000 je
daarover belasting betaald als het ware een bezitting i.p.v. een schuld.
Civielrechtelijk blijft het een schuld in de zin van art. 1:85 BW.
Uitspraak Hof Den Haag 8 april 2020
Een voorbeeld van een schuld die er is aan de BV in rekeningcourant. Er is een
rekeningcourantschuld van 2,3 miljoen en er zijn veel consumptieve uitgaven
voor het gezin: shoppen bij dure merken, golfclub etc. De man ‘pinde’ het geld bij
de BV. De vrouw zei dat ze een excessief uitgavenpatroon had tijdens het
huwelijk.
R.o. 5.16: de man ging de schuld aan bij de vennootschap en de vraag is of het
gaat om art. 1:85 BW-schuld. De man is aansprakelijk en kan worden verhaald op
vermogen van de man. Het kan niet worden aangemerkt als
rekeningcourantschuld, ook niet als kosten van de gewone gang van de
huishouding gezien de huwelijkse voorwaarden. Een groot deel van de
rekeningcourantschuld ziet op het uitgavenpatroon.
Het hof wil de draagplicht aanpassen. De draagplicht is volgens het hof redelijk
en billijk dat ook een deel bij de vrouw komt. Ze moet €500.000 bijdragen aan de
aflossing op de rekeningcourantschuld. De vrouw is dit aan de man verschuldigd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janiquebax2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.96. You're not tied to anything after your purchase.