100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting K1 leerdoelen en literatuur gemeenterecht week 1 tm 7 $9.19   Add to cart

Summary

Samenvatting K1 leerdoelen en literatuur gemeenterecht week 1 tm 7

3 reviews
 141 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting leerdoelen, literatuur en belangrijke punten uit werkcolleges.

Preview 3 out of 25  pages

  • January 30, 2018
  • 25
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: yasminaa • 2 year ago

review-writer-avatar

By: averbiesen123 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Dems • 5 year ago

avatar-seller
Gemeenterecht
Week 1


Wetgevende macht (controleert Uitvoerende macht (dagelijks
het dagelijks bestuur  bestuur)
volksvertegenwoording)

Gemeente Raad (maakt College van B&W +
Gemeente verordeningen/APV) Burgermeester
(openbaar Art. 6 Gemeentewet Art. 171 Gemeentewet
lichaam) Art. 6 Gemeentewet


De student kan het verschil tussen autonomie en medebewind uitleggen aan de hand
van de Grondwet, de Gemeentewet en bijzondere wetten
De bestuursbevoegdheden van gemeenten kunnen worden onderverdeeld in twee soorten
bevoegdheden: autonomie en medebewind.

 Autonomie Art. 124 lid 1 Gw en art. 108 lid 1 Gemw
Autonome bevoegdheid houdt in dat gemeenteraden verordeningen kunnen maken op
het terrein van hun eigen huishouding  De gemeente beslist zelf hoe ze dingen willen
regelen (binnen kaders)  Zij beslissen zelf over bepaalde onderwerpen of er iets in
geregeld moet worden (dus dan doet een hoger orgaan dit niet)  Alles wat niet door het
rijk geregeld is (wat alleen de gemeente aangaat) Geen plicht vanuit het rijk. De
autonome bevoegdheden zijn verder uitgewerkt in de Gemeentewet (dit is een
organieke wet). Zo is in art. 149 Gemw bijvoorbeeld bepaald dat de gemeenteraad de
verordeningen maakt die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. In deze
gemeentelijke verordeningen kunnen zaken geregeld worden die specifiek van belang
zijn voor de desbetreffende gemeente (bijv. belastingverordeningen en regels op het
terrein van de openbare orde (APV)). In deze autonome verordeningen kunnen (door de
gemeenteraad) autonome bestuursbevoegdheden zijn toegekend aan het dagelijks
bestuur van de gemeente, het college.
 Medebewind Art. 124 lid 2 Gw en art. 108 lid 2 Gemw
Als bij of krachtens de wet regeling en bestuur van het bestuur van de gemeente wordt
gevorderd, wordt dit). Er is dan sprake van (verplichte) medewerking door de lagere
overheidsbesturen aan de uitvoering van wetten in formele zin die op rijksniveau door de
wetgever zijn gemaakt (bijv. bij het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van
de Wabo). In art. 124 lid 2 Gw wordt gesproken over het ‘vorderen’ van ‘regeling en
bestuur’. Dit is dwingend. Het gemeentelijk bestuur moet dus als het ware meewerken
aan de uitvoering van de bijzondere wet. Toch is deze ‘verplichte’ uitvoering in de regel
niet te beschouwen als een opgedrongen taakuitoefening tegen de wil van de lagere
overheden in. Vaak is het zo dat gemeenten in het verleden diverse taken al vervulden,
maar dat de rijksoverheid de behartiging van die taken naar zich toe heeft getrokken. Zo
kan de centrale overheid op landelijk niveau uniforme regels maken in één wet in
formele zin die dan voor alle gemeenten gelden.

Sprake van medebewind? (Beleidsvrijheid, bijna altijd ruimte voor eigen invulling)
1. Moet door de formele wetgever worden gecreëerd (dus wanneer het een
formele wet is, is het door de formele wetgever gecreëerd)
2. Taak/bevoegdheid moet aan een bestuursorgaan van de gemeente toebedeeld
zijn (burgemeester, gemeenteraad, college van b&w)

, 3. Moet ten uitvoering zijn van een bijzondere wet (alleen wanneer het om
specifiek, inhoudelijke onderwerpen gaat kan het om medebewind gaan  In de
gemeentewet staan nooit medebewind taken)
 Als er een ‘koninklijk woordje/riedeltje’ voorstaat is het een formele wet
 Soms hoeft er geen letterlijk orgaan in te worden genoemd (zie art 27 lid 3 D&HW  Er
staat geen burgemeester in, maar deze verleent uiteindelijk de vergunningen, dus er is
sprake van medebewind)

De student kan zelf voorbeelden geven van autonomie en medebewind en deze
begrippen koppelen aan het begrip beleidsvrijheid
Lagere overheden moeten de regels in de wet in formele zin toepassen op de lokale situatie.
Daarom werkt de wetgever in formele zin vaak met relatief ruime bevoegdheden voor
de lokale overheden die nog een eigen inbreng van het lokale bestuur vragen. Het gaat bij
medebewind dus eigenlijk vaak om samenwerking tussen verschillende bestuurslagen.
Daarom is het vaak zo dat medebewindsbevoegdheden aan de op decentraal niveau
bevoegde overheidsbesturen vrijheid laten, zodat dit op lokaal niveau kan worden ingevuld.

Is er sprake van beleidsvrijheid? (Eigen invulling door bestuursorgaan)
1. Kijken of er sprake is van discretionaire of gebonden bevoegdheid  Bij discretionaire is
altijd beleidsvrijheid
2. Inhoudelijk kijken of er in de formele wet precies staat omschreven wat er moet gebeuren
of dat er nog iets van vrijheid is/een open norm is met wat er moet gebeuren (hoe vager
omschreven, hoe meer beleidsvrijheid)

Wat staat er in de wet? Wat mogen bestuursorganen met de wet doen?
Gebonden bevoegdheid: De wet/het wettelijke kader bepaalt wanneer er een vergunning
wordt verleend, gebiedende wijs/verplichtingen (wordt, moet)
Discretionaire (vrije) bevoegdheid: Bestuursorganen mogen de wet zelf invullen, ze
‘kunnen’ bijv. vergunningen verlenen, binnen de kaders van de wet, daar zit ruimte in om te
kunnen toepassen (kan-bepalingen, is bevoegd)
De wetgever heeft gekozen voor vrije bevoegdheden, zodat er vrijheid is voor
bestuursorganen om in concrete gevallen naar eigen inzicht een besluit te nemen.

De student kan de verschillende wijzen waarop er binnen de gedecentraliseerde
eenheidsstaat controle en toezicht wordt uitgeoefend op gemeenten uitleggen aan de
hand van de wet
Er is toezicht van hogere overheden op de gemeenten in de vorm van:
1. Goedkeuring van besluiten
2. Schorsing en vernietiging van besluiten door de regering (Koning + ministers)
Art 132 Gw: Ter waarborging van de eenheidsstaat is er een wettelijke regeling getroffen
voor het toezicht op de gemeenten.  Onderscheid tussen twee vormen van toezicht 
Uitgewerkt in de Awb en de Gemeentewet (vult Awb aan)
1. Preventief toezicht: art. 132 lid 3 Gw. Toezicht vooraf. Besluiten van gemeente kunnen
slechts in bij de wet of krachtens de wet geregelde gevallen aan voorafgaand toezicht
worden onderworpen.
2. Repressief toezicht: art. 132 lid 4 Gw en 268 Gemw. Toezicht achteraf. Besluiten van
gemeentebesturen kunnen slechts bij Koninklijk besluit worden vernietigd wegens strijd met
het recht of het algemeen belang.

Goedkeuring (= preventief toezicht): art. 10:25 Awb: De vereiste toestemming voor de
inwerkingtreding van een besluit van een bestuursorgaan van een ander bestuursorgaan.
Dus om van goedkeuring te kunnen spreken moet voldaan worden aan twee elementen:

, - Er is toestemming nodig van een ander bestuursorgaan
- Die toestemming is voorwaarde om het besluit in werking te laten treden
Preventief toezicht kan in twee vormen voorkomen:
1. Toestemming/goedkeuring vooraf (Art. 10:32 lid 1 Awb)
2. Goedkeuring achteraf (Art. 10:25 Awb)

Goedkeuring kan worden geëist voor:
- Beslissingen van gemeentelijke bestuursorganen die aangemerkt kunnen worden als
besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb
Het niet verlenen van goedkeuring mag alleen gebeuren:
- Wegens strijd met het recht (art. 10:27 Awb)
- Om redenen waarin de goedkeuringseis is opgenomen (art. 10:27 Awb)
- Als het om een gemeentelijk besluit gaat waarover een rechter al uitspraak heeft gedaan
(art. 10:28 Awb)

Besluiten moeten in de regel altijd in hun geheel worden goedgekeurd. Een besluit mag
alleen gedeeltelijk worden goedgekeurd wanneer de aard en inhoud van het besluit
gedeeltelijke inwerkingtreding ervan toelaten (art. 10:29 lid 1 Awb). Voor gedeeltelijke
goedkeuring moet eerst vooroverleg plaatsvinden met het bestuursorgaan dat het besluit
heeft genomen (art. 10:30 lid 1 Awb). Als daarna tot gedeeltelijke goedkeuring wordt
overgegaan, dan moet in de motivering van het goedkeuringsbesluit worden gezet wat er in
het vooroverleg besproken is.
Goedkeuring mag niet voor bepaalde tijd worden verleend, niet onder voorwaarden
worden verleend en niet worden ingetrokken.

De student kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat spontane vernietiging
inhoudt
Spontane vernietiging: Het rijk houdt de touwtjes in handen. Gemeente mag besluiten
nemen, maar uiteindelijk is de centrale overheid het machtigst en kan die besluiten
vernietigen die lagere overheden maken en die gedecentraliseerd zijn gemaakt.
Daarom botst dit met ‘de gedecentraliseerde eenheidsstaat’, omdat ze niet volledig
gedecentraliseerd aan het werk kunnen en het rijk toch deels uniformiteit/eenheid in handen
wilt houden. Gronden van spontane vernietiging: Art. 10:35 Awb jo. art. 132 lid 4 GW
- In strijd met het recht
- In strijd met het algemeen belang
 Welke rechtsbescherming staat er open tegen vernietiging van een gemeentelijk besluit en
voor wie geldt die rechtsbescherming? Art 281a Gem w. + Art 8:4 Awb

Schorsing en vernietiging (= repressief toezicht)
- Vernietiging art. 132 lid 4 Gw en art. 268 Gemw.  Vernietiging van besluiten van
gemeentebesturen kan alleen gebeuren bij Koninklijk besluit. Schorsing staat niet in de
Grondwet, maar wel in de Awb en de Gemeentewet.
Schorsing is namelijk onlosmakelijk verbonden met de bevoegdheid tot vernietiging van
besluiten. Schorsing is namelijk een hulpmiddel om tijd te krijgen voor een onderzoek
naar de aanleiding/grondslag voor vernietiging van een besluit (art. 10:43 Awb). De
schorsingsbevoegdheid is dan ook geen zelfstandig repressief toezichtsinstrument, wat de
bevoegdheid tot vernietiging van besluiten wel is.  Schorsing kan nooit als zelfstandig
middel worden toegepast. Het is dus alleen toegestaan, als gedurende de schorsingstermijn
een onderzoek naar de aanleiding/grondslag voor eventuele vernietiging van een besluit
plaatsvindt. Vernietiging is wel een zelfstandig middel en kan worden toegepast zonder
eerst te schorsen.
De bevoegdheid tot vernietiging kan alleen bij wet aan een bestuursorgaan worden verleend
(art. 10:34 Awb). In de Gemeentewet wordt de bevoegdheid tot schorsing en/of vernietiging
van gemeentelijke besluiten aan verschillende bestuursorganen toegekend:
- Aan de raad, het college en de burgemeester, voor zover het besluiten zijn die gaan over

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisjorna1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.19  3x  sold
  • (3)
  Add to cart