Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5581)
1
review
By: Chymene • 4 year ago
Seller
Follow
saravanelferen
Reviews received
Content preview
H2 Soorten en populaties
2.1 Definitie van een soort
Soorten
• soort: groep organismen met veel dezelfde eigenschappen, die zich onderling kunnen voortplanten
en vruchtbare nakomelingen krijgen
• binominale naamgeving: wetenschappelijke naam die bestaat uit de geslachtnaam en de
soortaanduiding
• naamgeving is door Linnaeus ingevoerd; geboeid door de taxonomie (wetenschappelijke indeling
van soorten)
classificeerde hij veel dieren en planten en lette daarbij vooral op overeenkomstige kenmerken
• organismen soorten geslachten families orden klassen rijken
• DNA: soms lijken dieren uit verschillende landen erg op elkaar, maar is er toch ergens een verschil
na een DNA-onderzoek biologen gebruiken de uitslag voor een betrouwbare soortindeling
Als soorten zich niet aan de regels houden
• wij bepalen wat soorten zijn, maar de natuur houdt zich niet aan onze regels; de grens tussen
soorten is vaag; soms kruisen verschillende soorten en krijgen ze levende nakomelingen hybride
• hybriden helpen familierelaties; 2 soorten kunnen alleen jongeren krijgen als het DNA voor een groot
deel gelijk is
2.2 Populaties
Populatie: groep organismen van dezelfde soort die in een gebied een voortplantingseenheid vormen
Beperkende factor
• koolmezen komen vooral in oude bossen voor vanwege het voedsel en voorval de holle bomen
waarin ze hun jongen grootbrengen in een jong bos is nestgelegenheid de beperkende factor
• als de hoeveelheid voedsel te krap is trekken de jongen weg, blijven ze in de buurt dan kunnen ze
proberen een eigen territorium te bemachtigen en versterken ze hun oorspronkelijke populatie,
koloniseren ze een nieuw gebied, dan vormen ze een nieuwe populatie en komen ze terecht in een
bestaande populatie, dan dragen ze bij aan de genetische diversiteit
Versnipperende gebieden
• de meeste plaatsen waar populaties leven veranderen, vooral door de mens; de groei van de
bevolking leidt tot het verdwijnen van landelijke gebieden en een toename van huizen en wegen
• een aantal soorten profiteert daarvan, en is de overlevingskans vergroot
• de meeste soorten hebben het moeilijk; populaties splitsen door wegen, kanalen en woonwijken;
versnippering: opdelen van het leefgebied in kleine stukken waardoor soortgenoten moeilijker met
elkaar in contact komen en de noodzakelijke uitwisseling van genetisch materiaal met andere dan
familieleden komt steeds minder voor en populaties verzwakken door inteelt
Ontsnippering: beleidsmakers helpen de natuur door bijvoorbeeld ontsnippering; delen van
versnipperde gebieden met elkaar verbinden, maar de grootste klus is om dit zo te doen dat
soortgenoten elkaar weer kunnen ontmoeten
Wachten of uitzetten
• je kunt de overlevingskansen in een gebied ook vergroten door het zo in te richten dat soorten zich
er thuis voelen
• soms worden er dieren uitgezet, dit wordt gedaan omdat sommigen hun leefgebied nog gevarieerder
maken door knagen of omdat het verdwenen is maar het dier er thuis hoort
Gezonde populatie
• elk reeënmannetje heeft zijn eigen territorium (leefgebied van één dier) dat hij verdedigt tegen
andere mannetjes
• de vrouwtjes bepalen met wie ze paren, de keuze hangt af van factoren al gewei, leeftijd en
gezondheid & van het territorium met variatie in voedsel en schuilplaatsen en de aanwezigheid van
andere vrouwtjes
• dit zorgt ervoor dat de volgende generatie reeën onderling genetisch behoorlijk verschillend is, de
reeënpopulatie zal niet snel verdwijnen; ziektes bijvoorbeeld, tasten niet alle dieren tegelijk aan
2.3 Elke soort is anders
Habitat: leefomgeving van plant/dier, met de specifieke (a)biotische factoren die voor een soort
belangrijk zijn kieviten/mollen kunnen in dezelfde weide leven, maar voor de kievit is open gebied
belangrijk en voor de mol grond
Variatie in omgeving
• organismen in een bepaald gebied krijgen te maken met een groot aantal milieufactoren, zowel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saravanelferen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.