Het recht kan worden onderscheiden in privaatrecht en publiekrecht. In het publiekrecht staat de
verticale verhouding tussen overheid en burger centraal. Staatsrecht behoort tot het
publiekrecht.
Waarom is er een overheid?
Geen mens kan zonder een ander mens. Mensen zijn altijd op zoek naar een ander en en
vormen samen leefgemeenschappen. Vroeger begon dat met kleine groepen. Families in
stamverband trokken van de ene naar de andere plaats. Met de ontwikkeling van
landbouwtechnieken vestigden ze zich op een vaste plek —> nomadenbestaan. Groepen
werden groter en de behoefte nam toe om afspraken te maken over de manier mensen met
elkaar wilden leven. Na eeuwen ontstond er vanuit deze primitieve samenlevingsvormen een
staat. Het maken en uitvaardigen van regels en oordelen over de vraag of deze regels zijn
geschonden werd opgedragen aan organen.
Drie kenmerken staat
• Aanwezigheid volksgemeenschap
• Afgegrensd grondgebied
• Één orgaan met hoogste macht
Alle organen die namens de staat over de gemeenschap beslissingen nemen, heten het
staatsapparaat. Dit apparaat bezit soevereiniteit —> het is zowel naar binnen als naar buiten toe
de hoogste en machtigste organisatie.
9.2 spreiding van machten: Montesquieu
Er werd vaak misbruik gemaakt van macht. Montesquieu had oplossing daarvoor. Hij wilde de
staatsmacht verspreiden over drie organen. Dit heet trias politica.
De wetgevende macht, samengesteld door en met burgers, vaardigt regels uit die de
uitvoerende macht moet uitvoeren. De rechtgevende macht spreekt vervolgens uit welk
wetsartikel van toepassing is als er conflicten zijn. De drie machten moeten elkaar controleren
zodat er geen misbruik plaatsvindt.
,9.3 spreiding van machten: decentralisatie
De spreiding van staatsmacht is in Nederland ook nog op een andere wijze tot stand gekomen.
De staatsmacht is over verschillende overheidsniveaus verdeeld. In Nederland is de
staatsmacht niet alleen in handen van centrale overheid, maar ook van lagere overheden —>
decentralisatie.
Territoriale spreiding
Er wordt een onbepaald aantal bevoegdheden aan lagere overheidsorganen toegekend, maar
deze bevoegdheden zijn wel uitdrukkelijk gebonden aan een afgebakend stuk grond. Bijv
provincie of gemeente. Deze lagere overheidslichamen kunnen hun eigen huishouden regelen
maar wel binnen hun grenzen.
Functionele spreiding
Er zijn aan openbare lichamen specifieke bevoegdheden gegeven om een bepaald doel te
realiseren, zonder dat deze bevoegdheden binnen bepaalde grenzen moeten worden
uitgeoefend. Bijv productschap en bedrijfschap. Deze bedrijfslichamen behartigen de belangen
van bepaalde beroepsgroepen in Nederland zoals zuivel en landbouw.
Combinatie
Een lager overheidslichaam die combinatie is van territoriale en functionele decentralisatie —>
waterschap. Dit heeft de opdracht de waterstand en alles wat daarmee samenhangt in stand te
houden en daartoe de nodige maatregelen te treffen, maar uitsluitend gekoppeld aan een
bepaalde regio.
Naast een gedecentraliseerde staat is Nederland ook een eenheidsstaat.
Dat houdt in:
Bevoegdheden die door lagere overheden worden uitgeoefend, kunnen altijd door de centrale
overheid worden overgenomen.
Hogere overheden oefenen controle uit op lagere overheden. Bijv dat een gemeente geen
belastingen mag heffen voordat de provincie daaraan zijn goedkeuring heeft verleend —>
preventieve toetsing. Regering heeft ook een spontane vernietigingsbevoegdheid. Ieder besluit
van de gemeente of provincie kan door de regering worden vernietigd/ ongedaan gemaakt.
Spreiding in de vorm van decentralisatie heet verticale spreiding van de staatsmacht.
Centrale overheid wie is wetgever? wie is bestuurder?
Provincie wie is wetgever? wie is bestuurder?
Gemeente wie is wetgever? wie is bestuurder?
,9.4 organen van de centrale overheid
Organen overheid
• Staten-Generaal
• Regering
• Minister
• Staatssecretaris
Staten generaal
Bestaat uit Eerste en Tweede Kamer. Zij worden het parlement.
Onthoud: onder Staten-Generaal en parlement wordt hetzelfde verstaan, de eerste en tweede
kamer gezamenlijk
Nederland is een democratie. De bron van de staatsmacht is bij het volk berust.
Nederland is ook een parlementaire democratie. Centrum van alle staatsmacht vormt het
parlement op democratische wijze door het volk wordt gekozen.
In een democratie mogen geen beperkingen worden opgelegd aan degene die zich verkiesbaar
willen stellen. Wel kunnen er grenzen worden gesteld aan de personen die hun stem mogen
uitbrengen of die gekozen kunnen worden. —> actief of passief kiesrecht
Actief kiesrecht
De mogelijkheid om op andere te kunnen stemmen.
Eisen:
• Nederlander
• 18 jaar
• Niet veroordeeld zijn tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar
• Niet door een geestelijke stoornis op grond van een uitspraak onbekwaam zijn tot het
verrichten van rechtshandelingen.
Passief kiesrecht
Mogelijkheid om zelf gekozen te worden
Eisen:
• Nederlander
• 18 jaar
• Niet uitgesloten van het kiesrecht
Tweede kamer
Bestaat uit 150 leden. Zittingsduur is 4 jaar.
Er zijn twee kiesstelsels. Het districtenstelsel en stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
Districtenstelsel
Kandidaten voor het parlement worden per district gekozen. Het land wordt dus in districten
ingedeeld en binnen ieder district knokken degenen die een plaats in het vertegenwoordigend
orgaan op de ene zetel die door het district kan worden bezet. Bij dit stelsel zijn er weer twee
onderscheidingen. …..
In Nederland en veel andere landen afgeschaft door de onrechtvaardigheden.
, Stelsel van evenredige vertegenwoordiging
De kandidaten worden niet door district maar landelijk gekozen.
Kiesdeler
Aantal stemmen gedeeld door aantal zetels
Al vele jaren worden de leden van de tweede kamer gekozen via stelsel van evenredige
vertegenwoordiging.
Voordeel daarvan is dat de zetelverdeling over de politieke partijen in de tweede kamer een
goede afspiegeling is van de politieke standpunten in de samenleving.
Nadeel is dat de afstand tussen kiezer en gekozene groot kan worden. Politiek is voor de burger
niet herkenbaar meer, en hierdoor ontstaat desinteresse. Burgers hebben laatste jaren
belangstelling in politiek verloren.
Eerste kamer
Bestaat uit 75 leden. Zittingsduur 4 jaar.
Leden van eerste kamer worden niet direct door burgers gekozen zoals bij de tweede kamer wel
gebeurt, maar trapsgewijs. Burgers kiezen per provincie de leden van de provinciale staten. De
provinciale staten kiezen de leden van de eerste kamer.
Eerste en tweede kamer hebben een presidium. Dat is een voorzitter en een plaatsvervangende
voorzitter. De partij met de meeste zetels heeft het recht de voorzitter voor te dragen
Politieke partijen
Bij verkiezingen spelen politieke partijen een belangrijke rol. Politieke partijen moeten volgens
de Kieswet in de periode van de verkiezingen kandidatenlijsten inleveren. In de lijst staan namen
van mensen die voor hun partij een plek in de tweede kamer willen. Na de verkiezingen wordt er
door middel van een uitrekening een lijst gemaakt met de kandidaten op volgorde. Nummer 1
maakt als eerste kans op een plek enzovoort. Het is dus belangrijk om op een verkiesbare
plaats te komen.
Een uitzondering: je kan met voorkeurstemmen ook in tweede kamer komen.
Dat kan wanneer iemand eigenlijk niet hoog genoeg op de lijst staat, maar een bepaalde
hoeveelheid stemmen krijgt op zichzelf.
Als iemand dan plaats neemt in parlement, beslist hij zonder last of ruggespraak. Er gebeurt wel
eens dat kamerleden het als andersdenkend zien, omdat hij niet wilt aansluiten bij bepaalde
partijlijn. Als kamerlid in uiterste geval uit partij stapt, raakt hij niet zijn zetel kwijt. Partij raakt wel
een zetel kwijt. Je blijft dan als onafhankelijke in de tweede kamer.
Fractie
De groep personen die voor een bepaalde politieke partij in de eerste of tweede kamer komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MY20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.